maandag 9 juni 2008

Boek in voorbereiding

Een boek over de Solidaire Economie is in voorbereiding.
Het is een vervolg op het boek Trias Politica Ethica maar dan helemaal toegespitst op de economie.
Onderstaand alvast een deel uit het boek:


Solidaire Economie,
een spirituele visie op Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
.

De wereld zal zich niet voorbij zijn huidige crisistoestand
kunnen ontwikkelen als we van denkwijzen blijven uitgaan
die de crisis juist hebben veroorzaakt
Albert Einstein
Voorwoord
Na het verschijnen van het boek Trias Politica Ethica in het voorjaar van 2006 kreeg ik vele positieve reacties uit een brede kring van kennissen. Opvallend daarbij was dat de meeste mensen zich heel goed konden voorstellen wat maatschappelijke driegeleding feitelijk impliceert. Vrijheid in het sociaal maatschappelijk gebied, de “civil society”, daarnaast gelijkheid in het rechtsgebied. Beide zijn heel logisch en vanzelfsprekend.
De meeste moeite bleek men echter te hebben met het begrip solidariteit of broederschap voor het economische leven. Diepgeworteld zit bij veel mensen het misplaatste idee dat het in het bedrijfsleven vooral gaat om vrijheid, in de betekenis van vrij ondernemerschap, vrije concurrentie en vrije marktwerking. Dat is de aanleiding geweest om dit boek geheel te wijden aan het bedrijfsleven en het economische verkeer. Er zal een poging worden gedaan om huidige gehanteerde economische theorieën te bespreken en te weerleggen. Daarbij wil ik ook vooral praktisch zijn met voorbeelden. Ook binnen de universitaire economie begint er een bewustzijn door te breken dat de bekende economische theorieën tekortkomingen kennen en aangevuld dienen te worden. Een stroming die hier vooral veel aandacht aan besteed is de gedragseconomie, die feitelijk wil uitgaan van het concrete gedrag van economische partijen in plaats van louter theoretische modellen.
Mijn interesse voor economische verschijnselen werd allereerst gevoed door een studie technische bedrijfskunde te Eindhoven, waar ik vooral aan het einde van mijn studie gekozen heb voor vakken op het gebied van de ontwikkelingseconomie, als voorbereiding op een afstudeeropdracht in een ontwikkelingsland. Die vakken werden rond 1982 in Tilburg gegeven werden door prof. Jansen en dr. Vingerhoets. De ontwikkelingsvisie van prof. Jan Tinbergen en Amartya Sen, de latere Nobelprijswinnaar voor de economie, waren het meest populair.
Sen, zelf uit India afkomstig kende de armoede van nabij, maar concludeerde dat dit niet het gevolg was van gebrek aan voedsel (door milieurampen) maar door gebrek aan middelen om het voedsel te kopen. Tegelijkertijd probeerde ik er praktisch mee aan de slag te gaan via vrijwilligerswerk in de kredietcommissie van Stichting Memomunt te Amsterdam en ook via een project als de oprichting van een bedrijfskunde wetenschapswinkel aan de TU/e die maatschappelijke organisaties en kleine bedrijven wilde laten profiteren van wetenschappelijke bedrijfskunde kennis. Daarnaast hebben wij een reizende tentoonstelling gemaakt die milieuvriendelijk en kleinschalig ondernemen wilde stimuleren, mede geïnspireerd door R.F. Schumacher “Small is beautiful”.
Jaren later kwam daar de visie van R.Steiner bij op het gebied van sociale driegeleding waarbij hij pleitte voor solidariteit in de economie . Ook introduceerde hij een nieuwe samenwerkingsvisie, te weten associaties. Een deel van deze ontwikkelingen zijn momenteel terug te vinden in trends als Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen of Duurzaam Ondernemen. Dat vormt de leidraad voor mijn werk als Hogeschooldocent bij Fontys te Eindhoven, opleiding Technische Bedrijfskunde.
Een solidaire economie beschouw ik als de meest vergaande en omvattende uitwerking van wat algemeen als Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen wordt genoemd. Men hanteert daarbij vele verschillende definities en nog meer praktische uitwerkingen. De meeste hebben betrekking op zorgvuldig en minimaal gebruik van energie en grondstoffen, het beperken van milieuschade, het voorkomen van kinderarbeid en het tegengaan van corruptie. Meestal hanteert men de slogan “People, Planet and Profit” om ook de volgorde van belangrijkheid aan te geven. Het winstaspect is dus het minst belangrijk en komt ná mensen en milieu!
Bij solidaire economie gaat het wat mij betreft ook om het eigendom van bedrijven, een rechtvaardige inkomensverdeling en nieuwe samenwerkingsvormen zoals associaties (waar consumenten een belangrijke rol spelen in overleg met producenten en handelaren).
Dat noem ik een spirituele visie en heeft te maken met het feit dat ik mijn bronnen ook heb gezocht in spirituele stromingen zoals de antroposofie, het christendom en de islam.

De eerlijkheid gebiedt mij om te zeggen dat het begrip solidaire economie al veel langer bestaat en uitgedragen wordt door vele maatschappelijke, civil society bewegingen: zoals Hefboom en Stichting Memo in België, Vereniging Solidair in Utrecht, Bureau Ver(?) antwoord in Tilburg, X min Y Solidariteitsfonds te Amsterdam, Omslag (Werkplaats voor duurzame ontwikkeling) in Eindhoven, Vereniging de Vakgroep te Utrecht. Ook in wetenschappelijke kring is er aandacht voor dit onderwerp door Lou Keune, universitair hoofddocent aan de Universiteit van Tilburg en enkele vakgroepen van Universiteiten in België.
Wie op Internet een zoektocht begint kan voor vele verassingen komen te staan want het is een brede maatschappelijke beweging die uitloopt tot de kring van anders-globalisten .
Ook internationaal is er veel belangstelling. Zo was er eind november 2006 een groot tweedaags congres aan de Technische Universiteit van Berlijn rondom het fenomeen Solidarische Ökonomie met vele sprekers en 1400 bezoekers!
Ook in Nederland vond begin januari 2008 een groots opgezette conferentie plaats aan de Universiteit van Tilburg. Het kernthema luidde: “Een comfortabele waarheid: groei naar een duurzame en solidaire economie”. Ruim driehonderd mensen bespraken de schaduwzijden van economische groei. Het is voor het eerst dat in Nederland en Vlaanderen een dergelijk omvangrijke bijeenkomst aan dit onderwerp gewijd is. De conferentie begon met een indringend betoog van de Amerikaanse politiekeconoom Susan George. George is medeoprichtster van Attac, de beweging voor een eerlijkere globalisering en ook fellow van het in 1974 opgerichte Amsterdamse Trans National Institute. Het TNI is een internationaal netwerk van activistische wetenschappers en publicisten die zich bezig houden met mondiale vraagstukken. Allereerst benadrukte zij het belang van het vervangen van de belangrijkste economische welvaartsindicator Bruto Binnenlands Product.(BBP). Economische groei gemeten via het BBP betekent dat meer oorlogen, meer ziekten, meer criminaliteit juist zorgen voor extra groei.
De klassieke neoliberale economen “tellen alleen de uitgaven bij elkaar op” maar hebben geen zicht op de werkelijke kosten en opbrengsten voor mens, samenleving, natuur en milieu. Sommige kosten van economische activiteiten kunnen enorm zijn. Denk aan het gebruik van pesticiden in de landbouw waardoor de bijen uitsterven en de bestuiving misschien handmatig zou moeten??
“Hoe kunnen we de aarde redden van dat roofzuchtige kapitalisme, dat maar op een ding gericht is, namelijk winst maken en zich altijd alles wil toe-eigenen”? “Het kapitalisme is geen normaal of gezond systeem dat rekening houdt met de toekomst. We hebben wetten nodig en politieke krachten om ons te beschermen. Er zijn brede allianties uit de samenleving nodig om de politiek en overheid in de gewenste richting te sturen”, aldus enkele citaten.
De economie is geen hoger doel op zich waar de natuur en cultuur naar willekeur voor gebruikt kan worden. Nee, de economie moet binnen de natuur en cultuur “passen”. Van een aanbodeconomie moeten we naar een vraageconomie binnen ecologische en cultureel maatschappelijke grenzen.
George sprak over de sterke behoefte aan een “nieuw groot verhaal”, een nieuwe samenlevingsvisie waar iedereen een rol in kan hebben, vergelijkbaar met de verlichting of de Griekse democratie. Dat verhaal moet uit Europa komen! Maatschappelijke Driegeleding met daarbinnen het principe van een solidaire economie is volgens mij zo’n verhaal.
Zij riep op tot urgente vorming van een soort wederopbouwplan om de mondiale economische verhoudingen duurzaam en rechtvaardig te maken 'nu het nog nét kan'.
Vervolgens bespraken vooraanstaande economen, o.a. prof. Heertje, de problemen van de huidige economie en de manier waarop die gemeten wordt. Ze benadrukten de noodzaak om te werken aan een conversie van de economie. Een gezonde dosis zelfkritiek hadden de economen wel door erop te wijzen dat wetenschappers hun kritische visie moeten bundelen door te wijzen op de fundamentele foute redeneringen van de neoliberale economie.
Arnold Heertje pleitte ook voor een verruimd welvaartsbegrip. De economie gaat over de omgang met schaarse middelen en daar horen ook milieu, cultuur en luchtkwaliteit bij. Niet alles is te monetariseren, volgens Heertje, want er zijn ook niet meetbare (imponderabele) factoren die toch meegewogen moeten worden in economische besluitvorming.
Helaas bleven voorstellen tot concrete oplossingen veelal uit. Toch was het zeer opvallend dat alle forumleden, met inbegrip van de vertegenwoordigers van de vakbeweging, een hoge prioriteit gaven aan de noodzaak van een effectief milieubeleid vanuit een doorleefde urgentie en met oog voor solidariteit tussen arm en rijk. De aanwezige politici onderstreepten die urgentie door te verklaren dat het toegroeien van de economie naar een grotere mate van duurzaamheid en solidariteit boven het behoud of de groei van het bestaand nationaal inkomen moest prevaleren. Helaas lag de nadruk teveel op het meten van de economische groei en het zoeken naar betere indicatoren. De politiek heeft uiteindelijk wel toegezegd een aantal onderzoeken naar die betere indicator te zullen laten uitvoeren. Helaas heeft men de boodschap van Susan George maar gedeeltelijk begrepen, waar het de urgentie betreft!
Later is er een samenvattend document verschenen getiteld “Verklaring van Tilburg: een comfortabele waarheid” met de oproep om via ondertekening daarvan de urgentie duidelijk te maken aan politiek en samenleving. In deze verklaring worden als concrete eerste stappen zes speerpunten geformuleerd:
- een sociaal-cultureel speerpunt: de groeiende materiële consumptie per hoofd van de bevolking dient omgebogen te worden.
- een structureel speerpunt: beperkingen van de personele en bedrijfsinkomens zijn onontbeerlijk. Mondiale herverdeling, duurzame consumptie en productiepatronen.
- een institutioneel speerpunt: de noodzaak om een overlegorgaan of breed maatschappelijk beraad in het leven te roepen.
- een inkomensmatigend speerpunt: via overleg dan wel regulering komen tot een maximering van het netto inkomen.
- een fiscaal speerpunt: duurzaamheid stimuleren en het omgekeerde belasten.
- een productnormerend speerpunt: via de overheid vaststellen van duidelijke productnormen.

Boek Trias Politica Ethica



Vakblad SCOPE : Tijdschrift voor Bedrijfskundig Ingenieurs
Uitgave September 2006

BOEKRECENSIE:
Titel: TRIAS POLITICA ETHICA
Subtitel: Een politiek-ethische bijdrage aan de waardendiscussie,
Schrijver: Ruud Thelosen.
ISBN-nummer: ISBN 90-73310-42-3

Dit boek gaat over actuele maatschappelijke vraagstukken. Aan de orde komen “de wurggreep” van de economie op de cultuur, economische invloeden in onderwijs en wetenschap, economische belangen binnen de politiek, dilemma’s in de gezondheidszorg, media & de publieke ruimte en inkomenspolitiek: de angel uit de maatschappelijke discussie. De laatste 2 hoofdstukken zijn: Bedrijven als privé-eigendom: een ernstige vergissing en Associaties: een nieuwe samenwerkingsvorm in het bedrijfsleven.

Onze collega, bedrijfskundig ingenieur Ruud Thelosen, docent aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven, behandelt de vraagstukken vanuit het anthroposofische gezichtpunt van de sociale driegeleding. Hierbij wordt een onderverdeling gemaakt in 3 belangrijke levensgebieden: het sociaal maatschappelijke gebied (het sociale leven, inclusief kunst, cultuur, onderwijs en wetenschap), het rechtsgebied (inclusief de overheid en de politiek) en het economische- of bedrijfsleven. Bij ieder van de 3 gebieden hoort een ethisch principe, respectievelijk vrijheid, gelijkheid en solidariteit. De specifieke opgave voor het rechtsleven (overheid en politiek dus) ligt in de bevordering van gelijkheid, van de autonomie van de 3 geledingen ten opzichte van elkaar. Inspiratie is Trias Politica van Montesquieu, die uit gaat van een strikte scheiding tussen wetgevende macht, uitvoerende macht en rechterlijke macht. Zo formuleert de auteur een korte en krachtige politieke ethiek, zijns inziens een maatschappij visie, die het tanende vertrouwen in de overheid kan keren.

Knap hoe hij vervolgens belangrijke, actuele, complexe, ethische vraagstukken helder en consistent behandelt, een geslaagde bedrijfskundige analyse vanuit een expliciete referentie.

Het geheel mondt uit in heldere principiële, radicale stellingnames: “bedrijven als privé-eigendom: een ernstige vergissing”, en “associaties: een nieuwe samenwerkingsvorm in het bedrijfsleven”. Hij haakt aan bij de discussie over het Rijnlandse en het Angelsaksische model: “Noch de aandeelhouders, noch personeelvertegenwoordigers, noch enige andere groep belanghebbenden kunnen a-priori enige aanspraak maken op eigendom” en “Het bedrijfsleven heeft dus niet alleen een strikt financiële doelstelling maar ook een maatschappelijke doelstelling”.

Al met al een zeldzaam boekje. Knap ook om zoveel zaken doorzichtig te maken in minder dan 100 pagina’s. Het lijkt mij een geval van: in de beperking toont zich de meester, een aanrader voor de maatschappelijke verantwoorde bedrijfskundige