maandag 27 december 2010

Inkomensongelijkheid en Welzijn

Onderstaand artikel is gepubliceerd in het tijdschrift Driegonaal jaargang 32, no.1/2 augustus 2011

“The Spirit Level: why equality is better for everyone”
van R.Wilkinson en K.Pickett
- een boekbespreking-

De auteurs zijn beide hoogleraar aan de universiteit van York en schreven dit boek na tien jaar studie.
Wilikinson heeft economische geschiedenis gestudeerd en jarenlang onderzoek gedaan naar sociale factoren die van invloed zijn op de gezondheid. Pickett, zijn levenspartner, heeft haar sporen verdient in de epidemiologie. Dit in 2009 voor het eerst uitgegeven boek bij Penguin Books bevat een schat aan statistische informatie en vele meta-analyses over meerdere landen en jaren. De basiscijfers zijn afkomstig van een 20 tal internationale landen alsook van de verschillende Staten van Amerika
De uitkomst is verrassend eenvoudig maar tegelijkertijd schokkend: er bestaat een nauwe correlatie of sterk verband tussen enerzijds de inkomensongelijkheid in een land en anderzijds een groot aantal sociaal maatschappelijke factoren zoals misdaad, gezondheid, onderwijs en zelfmoord. Met als belangrijkste conclusie: “Hoe kleiner de inkomensongelijkheid hoe beter al deze cijfers uitvallen”!
Gek genoeg vind je een dergelijk verband niet wanneer je naar indicatoren zoekt voor de rijkdom van een land (bruto nationaal product (BNP)/hoofd van de bevolking of gemiddeld inkomen in een land). Het is dus geen kwestie van welvaart of genoeg geld hebben om al deze maatschappelijke problemen aan te pakken.
De diehards onder de statistici zullen zich meteen afvragen of deze correlaties ook werkelijk significant zijn. Het antwoord luidt ja en de cijfers staan ook in het boek. De volgende vraag is of er dan ook een werkelijk causaal verband bestaat. Dat is veel moeilijker te bewijzen al doen de auteurs een poging. Er is pas sprake van een causaal verband als er een tijdsvolgorde is. Een stukje bewijs komt uit het gegeven dat 5 jaar na het instorten van het communisme in Rusland de inkomensongelijkheid sterk is gestegen en als gevolg daarvan daalde de gemiddelde levensverwachting. Ja, is dus sprake van een tijdsvolgorde. Het moeilijkste deel om te bewijzen dat er een causaal verband is om alle andere mogelijke factoren uit te schakelen, die van invloed kunnen zijn. Dat is complex en zou nog jaren van onderzoek vergen.

Jan Tinbergen. (Foto: https://nl.wikipedia.org)

Dit boek en onderzoek toont onomwonden datgene wat Jan Tinbergen al decennia eerder bepleitte namelijk een vaste verhouding tussen de hoogste en laagste inkomens in een bedrijf (factor 5) en later ook in een land (factor 7). Zijn de verschillen groter dan werkt dat in een bedrijf contraproductief. Bij een land leidt dat tot ongewenste maatschappelijke effecten.
Dit wordt ook wel de Tinbergennorm genoemd. Hij wordt ook wel de grondlegger van de econometrie genoemd en is de enige Nederlandse econoom die ooit de Nobelprijs voor de economie kreeg. Gek genoeg ontbreekt iedere verwijzing naar Jan Tinbergen volledig, terwijl de bronnenlijst ruim 450 publicaties en nog meer auteurs noemt waaronder ook enkele Nederlanders.

De auteurs stellen ook dat inkomensongelijkheid wel eens een uitdrukking zou kunnen zijn van de mate van hiërarchie in een samenleving. In termen van het onderzoek naar culturele verschillen van prof. G. Hofstede heb je het dan over machtsafstand. De auteurs stellen echter dat ze daar geen gegevens over konden vinden, wat ook een gemis is.
De interessante vraag die opdoemt is of ongelijkheid in welvaart, onderwijs en/of macht ook een dergelijk sterk verband oplevert als inkomensongelijkheid m.b.t. deze sociaal-maatschappelijke factoren. Dat is iets voor later onderzoek stellen de auteurs.
Daar hoeven politici echter niet op te wachten. Wil men de sociaal-maatschappelijke problemen van armoede, overgewicht, zelfmoord, criminaliteit, babysterfte, lage levensverwachting, werkeloosheid, percentage tienermoeders en zelfs schooluitval en lage schoolprestaties aanpakken dan hoeft men hiervoor slechts één instrument te gebruiken: het beperken van de inkomensongelijkheid!
Bedenk eens wat voor hoge maatschappelijke kosten (en inzet van mensen) hiermee gemoeid zijn, om al deze afzonderlijke problemen (deskundig) aan te pakken, zonder dat dit feitelijk een heel goed resultaat oplevert. Het is als het dweilen met de kraan open. Het kan dus anders!

Het verkleinen van de inkomensongelijkheid kan op velerlei verschillende manieren via bv progressieve belastingheffingen of inkomensafhankelijke regelingen voor zorg en onderwijs.
De meest effectieve manier is echter om behalve een basisinkomen of minimuminkomen ook een maximuminkomen in te voeren. Natuurlijk geldt dat niet alleen voor de overheidssector zoals bv. de Balkenendenorm, maar ook voor het bedrijfsleven en zelfs voor de vrije beroepen. Dit heb ik ook in mijn boekje “Trias Politica Ethica” uit 2006 al bepleit.
Kennelijk is dit niet helemaal onopgemerkt gebleven want in een uitgebreid artikel in het juristenvakblad Me Judice van 25 april 2015 kom ik zelfs ook driemaal voor in de literatuurlijst bij het artikel "Waar komt de Tinbergennorm vandaan"?  Zie ook https://www.mejudice.nl/docs/default-source/bronmaterialen/op-zoek-naar-bron-tinbergennorm.pdf

Verrassend genoeg kent het boek van Eilkinson & Pickett ook een hoofdstukje over de idealen van Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Zij beschouwen dit als de peilers van een betere samenleving al is hun uitleg wat kort door de bocht. Vrijheid omdat men onder het juk van de aristocratie en kerk uit wilde. Broederschap of Solidariteit vatten zij op als sociale cohesie en wederzijdsheid in sociale relaties. En gelijkheid (financieel) beschouwen zij als een voorwaarde voor de andere twee idealen. Kennelijk hebben de auteurs nog nooit gehoord van de Sociale Driegeleding zoals door R.Steiner beschreven.
Het beperken van de inkomensongelijkheid is dus geen voorstel van een linkse politieke partij maar een wetenschappelijk feit en alle politici zouden dit ongeacht hun voorkeur moeten nastreven, als ze het werkelijk goed voor hebben met de samenleving! Hier ligt een effectief medicijn voor maatschappelijk welzijn !

De titel is ook heel verrassend, want ondanks dat het om sociaal-maatschappelijke en economische thema’s gaat hebben de auteurs de voorkeur gegeven aan een “niet materiële” titel, namelijk “the spirit level”. Spirit heeft echter vele betekenissen zoals geest, (levens-) kracht, levenslust, energie, moed en vuur. De auteurs bedoelen echter het geestelijk welzijn of niveau. Geestelijk als tegenhanger van materieel, zoals geluk of welzijn tegenover welvaart en niet te verwarren met spiritualiteit of geesteswetenschap.
De auteurs verwijzen ook naar wetenschappelijk onderzoek van de Nederlandse bioloog F. de Waal, die het gedrag bestudeerde van de apensoort Bonobo’s. De Waal ontdekte dat er onderling in belangrijke mate sprake was van sociale relaties, empathie en altruïsme. De Bonobo is genetisch gezien nauw aan de mens verwant. Dat is tegengesteld aan wat Darwin met zijn evolutietheorie en Survival of the fittest of Struggle for life ons wil doen geloven.
De conclusie van Wilkinson en Pickett deed mij direct denken aan een belangrijke stelling uit de geschriften van Marx en Engels die beweerden dat: “de onderbouw (de materie en de economie) de bovenbouw (het denken,de relaties tussen klassen, de cultuur) bepaalt”.
Feitelijk hebben Wilkinson en Pickett nu ook bewezen dat er een dergelijk determinisme is, al gaat het vooralsnog louter om de inkomensongelijkheid en niet om de macht over of eigendom van bijvoorbeeld de productiefactoren.

Actualiteit
In zijn in januari 2014 gehouden State of the Union benadrukt president Obama het belang van een beperkte inkomensongelijkheid. Decennia geleden verdiende een gemiddelde directeur 30 keer zo veel als het overige personeel en dat is nu ruim 300 keer. Obama gaat ervoor zorgen dat die verschillen weer kleiner worden.
Op de begin 2014 gehouden topontmoeting van politici en ceo's, ter gelegenheid van het jaarlijkse World Economic Forum in Davos, werden de resultaten bekend gemaakt van een onderzoek over potentiele bedreigingen voor de wereldeconomie. Deskundigen noemden daarbij de inkomensongelijkheid als de belangrijkste bedreiging! Dat er iets moet gebeuren wordt duidelijk als je je realiseert dat de 85 rijkste mensen meer geld hebben dan de helft van de wereldbevolking.
In Nederland is het zelfs zo dat de 3 rijkste mensen meer hebben dan de helft van de bevolking, oftewel 8,4 miljoen burgers. Laten we echter niet focussen op de negatieve aspecten, maar ons juist richten op de positieve effecten van een kleinere inkomens- en vermogensongelijkheid.
Een recente studie van de OESO in 2014 naar de relatie tussen inkomensongelijkheid en economische groei leverde ook het verrassende resultaat op dat een grotere ongelijkheid leidt tot een afnemende economische groei. (Cingano,F: "Trends in Income Inequality and its impact on Economic Grow" OECD- working paper no.163). De Franse top-econoom Piketty heeft hetzelfde beweerd in zijn tienjarige studie en dikke boek "Kapitaal in de 21e eeuw" over vermogensongelijkheid. Dit zijn harde econometrische wetenschappelijke bewijzen waar de politiek niet meer omheen kan. De mythe dat meer ongelijkheid leidt tot economische groei is definitief doorgeprikt.   

Een mooie TED-X presentatie uit juli 2011 van Wilkinson vind je hier: 

Zie ook de publicaties van Jan Tinbergen vanaf 1970 over dit onderwerp:
•1970. "A Positive and a Normative Theory of Income Distribution," Review of Income and Wealth, Blackwell Publishing, vol. 16(3), pages 221-34, September.
•1975: Income distribution
•1977. "How to reduce the incomes of the two labour elites?," European Economic Review, Elsevier, vol. 10(2), pages 115-124.
•1980. "Two Approaches to Quantify the Concept of Equitable Income Distribution," Kyklos, Blackwell Publishing, vol. 33(1), pages 3–15.
•1981. "Income inequality. Trends and international comparisons”, Lexington, Mass.: D. C. Heath and Company, 1979; 191 pp.," Journal of Comparative Economics, Elsevier, vol. 5(3), pages 322-325, September.
•1983. Jan Tinbergen & Eckard Wegner, "Zu einem makroökonomischen Modell der Einkommensbildung", Swiss Journal of Economics and Statistics (SJES), Swiss Society of Economics and Statistics (SSES), vol. 119(I), pages 69–78, March.
•1984: Paul Batenburg & Jan Tinbergen. "Income distribution: A correction and a generalization," Review of World Economics (Weltwirtschaftliches Archiv), Springer, vol. 120(2), pages 361-365, June.

dinsdag 30 november 2010

Parlementair Financieel Onderzoek

Onderstaand artikel is ook gepubliceerd op de SP-website, afdeling Eindhoven in de rubriek Opinie vanaf 1 december 2010


Commissie De Wit II

In al het rumoer rondom de PVV kamerleden was er de afgelopen weken maar weinig media aandacht voor het besluit van de Tweede Kamer om de parlementaire
enquetecommissie onder leiding van SP-kamerlid Jan de Wit het groene licht te geven. Dit vervolg onderzoek naar de aanpak van de financiële crisis door de Nederlandse overheid heeft een hogere status gekregen zodat de commissie nu ook politici onder ede mag verhoren. Het eerste onderzoek naar de oorzaken van de financiële crisis heeft een gedegen rapport opgeleverd met aanbevelingen die breed gedragen werden door de 2e Kamer.

Nu gaat het om nog veel belangrijkere zaken, want het gaat om de besteding van tientallen miljarden belastinggeld aan banken die dreigden om te vallen.
De gemiddelde burger is daar erg verbolgen over omdat zij uiteindelijk opdraaien voor de uitwassen in het financiële systeem. Er wordt zelfs gesproken over casinobanken die zeer hoge risico's hebben genomen om maar zoveel mogelijk korte termijn woekerwinsten te maken.
Zij namen die risico's omdat de banken wisten dat zij te groot waren om failliet te kunnen gaan ("too big to fail "). De overheid zou hoe dan ook bijspringen.

Inmiddels hebben overheden de regels voor banken aangescherpt. In Europa onder andere door de Basel III akkoorden die onder het voorzitterschap van Nout Wellink zijn opgesteld. Daarin worden banken verplicht hogere eigen vermogenseisen te hanteren. Toch is het de vraag of dat voldoende is, omdat het Baselcomité bestaat uit Centrale Bankiers die eerder in hun toezicht ook tekort zijn geschoten, zo concludeert ook de commissie de Wit. In de VS heeft men het meest uitgebreide pakket aan maatregelen genomen om de banken te reguleren. Het betreft 1000 bladzijden tellende wetgeving die Obama door het congres en de senaat heeft geloodst.
De president van de Bank of England, Mervyn King , heeft echter nog steeds twijfels en zegt dat hogere kapitaalbuffers een volgende crisis niet zullen voorkomen. Hij wil de financiële sector verder herstructureren door banken op te splitsen in spaar- of nutsbanken en handels- /investeringsbanken. De nieuwe regering in Engeland heeft daarom ook een onderzoekscommissie (Independent Commission on Banking) ingesteld die in 2011 met resultaten moet komen. Simpel gezegd zal er nog veel gedaan moeten worden om het financiële systeem weer dienstbaar en veilig te laten functioneren ten behoeve van de burger, de ondernemer en de overheid.

Gelukkig is er inmiddels ook een stroom aan literatuur over het interne reilen en zeilen van banken. Zo is er het gedegen boek van Jeroen Smit "De prooi" over de perikelen en grootheidswaan bij ABN/AMRO en ook het boek "De Kloof" van Piet Depuydt over vergelijkbare machtsspelletjes tussen Nederlandse en Belgische bestuursleden bij Fortis.
Een ander zeer boeiend boek "Een menselijke economie" van oud-bankier Ad Broere, geeft ook een historisch inkijkje in het financiële systeem en vooral de dubieuze rol van de "bank der banken" de BIS in Bazel. De overheid heeft feitelijk de macht over het geld en de geldschepping uit handen gegeven en overgedragen aan private instellingen, zoals de Fed en de BIS. Daardoor moeten zij nu ook flink betalen om geld te lenen al hebben ze wel nog enige macht over de rentebepaling.

Vele deskundigen hebben zich erover verbaasd dat de bevolking niet massaal in opstand is gekomen tegen deze praktijken. Al is er momenteel wel een actie van de Franse oud-voetballer Eric Cantona. Hij heeft op Internet een oproep heeft gedaan aan burgers om op 7 december massaal hun banktegoeden op te vragen en zo het bankensysteem te laten instorten. Als miljoenen mensen daar wereldwijd gevolg aan geven dan wordt het inderdaad hachelijk. Als de banken sneuvelen dan zijn er onder de burgers ook vele slachtoffers. Mensen die hun geld niet meer kunnen opnemen of waarvoor geen garanties zijn afgegeven door de overheid, zoals in Nederland. De Nederlandse overheid heeft zich garant gesteld voor een spaarbedrag van € 100.000 per persoon sinds de teloorgang van Icesave en de DSB. Cantona pleit ook voor een nieuw soort, namelijk burgerbanken, om te voorkomen dat we terugvallen op staatsbanken. Dus om een dergelijke bankrun te voorkomen zou de overheid eerder zelf
gestructureerd moeten ingrijpen om banken kleiner en veiliger te maken.

Commissie de Wit mag gaan onderzoeken of de grootbanken inderdaad het hele financiële en economische systeem kunnen ontwrichten als zij failliet zouden gaan.
Wie loopt er onherstelbare schade op? De aandeelhouders? Ja natuurlijk,maar zij hebben ook decennialang erg geprofiteerd van uitgekeerde dividenden en koersstijgingen. Deze partijen zouden die risico's aan moeten kunnen ook al
zijn daar grote andere banken,pensioenfondsen,de directie (via aandelenopties) en misschien zelfs regeringen bij betrokken.
De kleine rekeninghouders lopen een beperkt risico door de garantiestelling. De grote vermogenden zullen inderdaad flink verliezen, maar dat drijft hun nog niet in armoede.
Hoe staat het met het bedrijfsleven? MKB bedrijven hebben meer kredieten bij banken dan dat zij er tegoeden hebben staan. Hetzelfde geldt waarschijnlijk voor grote concerns. Dus laat grootbanken failliet gaan waarna ze een doorstart kunnen maken als kleinere banken met gezonde en veilige financiële activiteiten.
Een dergelijk faillissement zal dus geen ramp zijn met ontwrichtende gevolgen voor de hele samenleving, al zullen de sterkste schouders wel de meeste lasten moeten dragen maar dat is een toch een eerlijk sociaal principe??!!

donderdag 25 november 2010

Rechtvaardigheid & Duurzaamheid

Palestijnse Rechtvaardigheid en maatschappelijke Duurzaamheid

Op uitnodiging van politiek café weSP kwamen Anja Meulenbelt en Jean-Paul Close op 18 november naar Eindhoven voor een vraaggesprek onder leiding van Hans Horsten.
In een klein zaaltje van Café/Restaurant Usine, met de vertrouwd klinkende naam "Chambre d'amis", kwamen zo'n 30 geïnteresseerden luisteren naar twee uitgesproken moedige mensen. Anja als voorvechtster van rechtvaardigheid in de Israëlisch/Palestijnse kwestie en Jean-Paul als voorvechter van een ecologische, sociale en maatschappelijke duurzaamheid.

Anja Meulenbelt, geboren in 1945, heeft dit jaar een nieuw boek geschreven getiteld: "Oorlog als er vrede dreigt" en daarvoor ook al het boek "Het beroofde Land". Beide gaan over de Palestijnse kwestie waar Anja zeer bij betrokken is geraakt door het huwelijk met een Palestijn.

De meeste mensen kennen Anja Meulenbelt van haar beroemdste boek "De schaamte voorbij" dat een feministische klassieker is geworden. Daarnaast is Anja al twee zittingsperioden senator voor de SP in de Eerste Kamer. Ze heeft aangegeven hierna te zullen stoppen om meer tijd te hebben voor haar schrijverswerk (o.a. weblog) en acties voor het Palestijnse volk.


Hans Horsten en Anja Meulenbelt. Foto: Anke van Hest

Ze was ook heel eerlijk door te zeggen dat ze nog steeds SP hoog in het vaandel heeft voor de acties die ze doen en de standpunten die ze uitdragen. Toch is ze ook teleurgesteld in de SP als het gaat om het te weinig opkomen voor problemen van vluchtelingen en de Palestijnse kwestie.

Haar nieuwste boek is het resultaat van een grondige voorstudie, zoals wel blijkt uit de 20 bladzijden literatuur en 37 bladzijden voetnoten! Ze beschrijft zeer uitgebreid de hele geschiedenis van de Palestijnse kwestie en de houding van Israël, met vooral ook veel aandacht voor de verschrikkelijke inval in Gaza in december 2008. Deze duurde 3 weken en daarbij vielen ruim 1400 doden en vele gewonden. In gruwelijke details beschrijft Anja deze gebeurtenis die beschouwd kan worden als een vorm van genocide omdat de Palestijnen in Gaza geen verdedigingsleger hadden. Israël gebruikte fosforgranaten en overtrad de regels van het internationale recht en is ook later door VN rapporteur Goldstone veroordeeld voor oorlogsmisdaden (evenals de Palestijnen trouwens, vanwege de Hamas raketbeschietingen op Israëlische burgerdoelen).

Anja is de dochter van verzetsouders, die Joodse kinderen hebben geholpen onder te duiken. Natuurlijk is Anja niet de eerste Nederlander die aandacht vraagt voor de rechten van Palestijnen. Al eerder deden dat ook Dries van Agt (met zijn boek "Een schreeuw om recht, de tragedie van het Palestijnse volk" uit 2009) en Gretta Duisenberg.

Anja heeft veel mensen uit allerlei kringen gesproken en komt al jaren in de Palestijnse gebieden en heeft de situatie steeds verder zien verslechteren. Haar titel maakt duidelijk dat het de Israëliërs helemaal niet gaat om vrede te sluiten met de Palestijnen of om een "twee staten"-oplossing te zoeken. Duikend in de geschiedenis van het ontstaan van Israël en hun ideeën van een Joodse Staat en het zionisme is het duidelijk dat Israël de volledige heerschappij wil krijgen over Palestina en ook een Joodse meerderheid voor nu en de toekomst probeert te realiseren. Nog steeds hebben de Israëliërs nooit een concreet vredesplan gepresenteerd met een oplossing voor de bezette gebieden, de vluchtelingen of de grenzen. De Palestijnen wel en die waren tot grote concessies bereid zonder dat het tot een resultaat leidde. Al met al lijkt het er sterk op dat Israël helemaal geen vredesoplossing wil. Toch maakt Meulenbelt ook duidelijk dat deze problematiek niet alleen de Palestijnen treft, maar dat ook het hele Israëlische volk hierdoor getroffen wordt.

Verrassend ook zijn sommige details zoals het feit dat men Albert Einstein ooit heeft gevraagd om premier van Israël te worden. Dat weigerde hij om praktische en principiële redenen. Later wilde hij premier Moshe Dayan ook geen hand schudden en noemde hem een Nazi ! Israël heeft ook als sinds haar ontstaan in 1948 geen grondwet en feitelijk is Israël dus ook geen democratische rechtstaat, zoals Meulenbelt uitgebreid uit de doeken doet. De in Israël wonende Palestijnen worden als tweede rangsburgers behandeld en uitgesloten van vele burgerrechten.


Vragen uit het publiek Foto: Anke van Hest

Pas als Israël een grondwet (met gelijke rechten/plichten voor alle bewoners) aanneemt en een echte democratie wordt (met scheiding van kerk en staat en een onafhankelijke rechtspraak) en daarmee dan ook het zionisme en het idee van een Joodse staat loslaat is er een oplossing mogelijk, volgens Meulenbelt. Israël verkeert ook bijna constant in een "staat van oorlog", die het leger alle bevoegdheden geeft en de politiek en burgerrechten op het tweede plan zet. Het boek geeft een heel goed inzicht in deze complexe situatie en de ontstaansgeschiedenis zowel vanuit Israëlische alsook Palestijnse kant.

Het is een onthutsend boek zoals ook Hans Horsten al in het begin aangeeft. Van het boek zijn ook maar twee recensies in de kranten verschenen (Vrij Nederland en de Volkskrant) en die waren teleurstellend. Een kop luidde zelfs "Meulenbelt dramt door"! Het is bepaald geen vakantieliteratuur, maar wel heel belangrijk voor degenen die de waarheid en alle feiten willen kennen. Die feiten heeft Anja op een zeer gedegen manier verzameld en gepresenteerd. Ze ligt daarmee vaak onder vuur en krijgt op haar weblog ook vele "hate-mails". De politieke en media elite horen deze verhalen liever niet. Zelfs Verhagen, onze vorige minister van Buitenlandse Zaken, gedraagt zich als iemand die Israël onvoorwaardelijk steunt.

Toch blijft Anja ondanks alle kritiek doorgaan om te strijden voor rechtvaardigheid en is ze toch nog een beetje optimistisch. De Vietnamoorlog is ook ooit beëindigd, omdat de geschiedenis leert dat je geen oorlog kunt winnen als je tegen een hele bevolking moet vechten. Ook het Apartheidsregime in Zuid Afrika is ooit gevallen, toen president De Klerck toenadering zocht tot Nelson Mandela.

Bewonderenswaardig hoe een 65-jarige nog zo strijdlustig is en de moed heeft om steeds maar weer terug te keren naar de Palestijnse gebieden. Ze loopt een persoonlijk risico, want het is wel zeker dat de Mossad een dossier over haar heeft. Door de huidige wetgeving in Israël kun je al voor "onschuldige" activiteiten langdurig in de gevangenis belanden. Steun verlenen aan dienstweigeraars, vluchtelingen en zelfs demonstreren is strafbaar.

Anja benadrukt dat ze zelf werkzaam is geweest in de hulpverlening en daar heeft meegemaakt hoe slachtoffers ook daders kunnen worden. De Joden waren zelf slachtoffers van de holocaust in WOII, maar hun familieleden of bloedverwanten zijn nu vaak de daders van gruwelijke wreedheden tegen het Palestijnse volk. Ook over Nederland voelt Anja Meulenbelt zich erg bezorgd sinds Geert Wilders naar het centrum van de politieke macht is opgeschoven.

Onze eeuwenoude roem van tolerante, verdraagzame en multiculturele samenleving ligt onder vuur nu de polarisatie tegen moslims toeneemt en er angst gezaaid wordt. Zelf heeft Anja zich weer opnieuw verdiept in boeken die het ontstaan van het fascisme beschrijven en is blij dat enkele intellectuelen nu openlijk durven te beweren dat Wilders fascistisch is. Het kwaad moet ontmaskerd worden! Na het gesprek gaat Anja Meulenbelt snel weg omdat ze 's nachts weer zou vertrekken naar Gaza om haar man te ontmoeten, die zelf ook lange tijd in een Israëlische gevangenis heeft gezeten.


Hans Horsten en Jean-Paul Close foto: Anke van Hest

Het tweede deel van de avond konden we kennismaken met de oprichter van de Stad van Morgen Jean-Paul Close en ging over duurzaamheid, maar dan wel met een hele brede betekenis. Hans Horsten introduceert Jean-Paul Close als filosoof, schrijver en adviseur, die bijna 25 jaar in het buitenland heeft gewoond vanwege zijn werk als algemeen directeur bij Philips.

Toen hij naar Nederland terugkwam schrok hij van het feit dat Nederland verworden was tot een koude en egoïstische samenleving. Getrouwd met een buitenlandse vrouw en twee jonge kinderen probeerde hij weer in Nederland een bestaan op te bouwen. Dat werd extra moeilijk toen bleek dat zijn vrouw niet kon aarden en hij als alleenstaande vader de zorg en opvoeding voor zijn kinderen op zich moest nemen. Dat werd niet begrepen door uitkeringsinstanties en hij belandde in een persoonlijke crisis, die echter van groot belang is gebleken voor zijn huidige opvattingen en denkbeelden. In een dergelijke situatie ga je nadenken en je afvragen wat er nu echt belangrijk en betekenisvol is: Is het geld? Macht? Nee, het gaat om menselijke waarden zoals geluk! "Zonder waarden is het leven waardeloos", zegt hij letterlijk! Wij zijn dat in onze jachtige samenleving bijna verloren, omdat alles draait om economische groei en voordeel.

Zo vertelt hij zeer bevlogen en in een stortvloed van woorden dat alleen in een crisis mensen bereid zijn hun opvattingen en gedragingen te veranderen, zoals hij zelf heeft ervaren. Hij trekt meteen de parallel met de huidige financiële, economische en milieucrisis. Pas als mensen het in hun beurs voelen gaan zij over tot actie. Nu is zo'n moment om het roer volledig om te gooien. We moeten ons niet meer afhankelijk opstellen tegenover de overheid en de hand ophouden. We moeten zelfredzaam, zelfverantwoordelijk en zelfvoorzienend worden. Dat is een persoonlijk bewustwordingsproces zo benadrukt hij.

Close geeft zelf het voorbeeld van een dienstbare ondernemer als initiatiefnemer van "De stad van Morgen". Daarnaast vertelt hij over de wankele positie van de euro, die vooral lijdt onder speculatieve acties. De overheden die maar geld blijven pompen in noodlijdende financiële instellingen en in de economie maken ons armlastig, want de burger moet aan het eind van de rit voor de kosten opdraven. Als tegenwicht hebben we lokale valuta nodig zoals de Let of de Wir in Zwitserland. Close heeft zelf in een voorstel de Eindhovense Buddy gelanceerd, maar het had ook net zo goed de Knuffel genoemd mogen worden. Die naam is ingegeven om te benadrukken dat wij die met open armen tegemoet moeten treden als iets van ons! Daarmee kunnen we lokale, sociale en zelfs ondernemersactiviteiten stimuleren en zijn we minder afhankelijk van de overheid of het financiële systeem.

Op een vergelijkbare manier zet Jean-Paul zich in voor energiecoöperaties op het gebied van zonne- en windenergie die ons minder afhankelijk maken van fossiele brandstoffen en de gevestigde orde(de grote energiemaatschappijen). Hij voorspelt dat de kosten van water en energie de komende tijd snel zullen stijgen en misschien wel hoger zullen worden dan de vaste lasten (huur of hypotheek). Close heeft zich ook laten inspireren door het voorbeeld van transition towns. Op stedenbouwkundig vlak moeten we wijken volledig gaan herontwikkelen. In plaats van wijken waar alleen achter de eigen muren en gordijnen gewoond wordt, zullen we een nieuw concept moeten ontwikkelen. Dan bedoelt hij wijken waar mensen wonen maar ook werken, recreëren, hun eigen groenten verbouwen en er volop sociale interactie mogelijk is. Kortom: lokale en autonome gemeenschappen die zichzelf besturen.

Jean-Paul vertelt dat hij met zijn initiatief ook nauw betrokken is bij energie- coöperaties in Texel en Noord Holland. Hij is niet alleen een visionair, maar ook een daadkrachtig ondernemer met realiteitszin. Op vragen uit het publiek legt hij uit hoe een energiecoöperatie opgezet zou moeten worden. Daarvoor zijn ongeveer 6000 woningen in een woonwijk nodig of een aantal grotere industriële panden. De eerste fase is het zo goedkoop mogelijk inkopen van energie waarbij de winst geïnvesteerd wordt in zonnepanelen en windmolens, met het uiteindelijke doel om geheel zelfvoorzienend te worden met alternatieve, onuitputtelijke energie!

Na deze twee bijzondere en vooral moedige sprekers hadden de aanwezigen nog veel na te praten onder het genot van een consumptie. Al met al een zeer inspirerende avond en wie er niet geweest is heeft heel wat gemist!

donderdag 30 september 2010

Socialistische Partijen

Een kleine geschiedenis

Zoals de meeste mensen wel weten is de huidige SP als politieke partij in 1972 opgericht.
Het was de tijd van idealen en in het kielzog van de maatschappijkritiek van vooral jongeren zoals Provo’s, Kabouters en Flower Power ontstonden er ook nieuwe politieke bewegingen.
Toch heeft de socialistische beweging meerdere voorgangers gehad met als eerste de Sociaal-Democratische Bond (SDB) opgericht in 1881 onder leiding van Domela Nieuwenhuis.
Hij was ook de eerste socialist in de Tweede Kamer.

In 1894 kwam er een scheuring in de SDB en ontstond de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP). Aangezien de SDAP een hervormingsgezinde en geen revolutionaire partij was verlaat in 1909 een groep radicalen de SDAP en richt de Sociaal-Democratische Partij (SDP) op waar later de Communistische Partij uit ontstaat. De SDAP gaat na de Tweede Wereldoorlog in 1946 een fusie aan waaruit de PvdA ontstaat. De SDAP stond in de volksmond ook wel bekend als de Schoolmeesters, Dominees- en Advocatenpartij. Bekende leden waren Willem Drees ( de latere Minister- president), Sicco Mansholt en Jan Tinbergen

De SDAP, onder leider van de bekende activist Troelstra (een van de 12 oprichters en in de volksmond “de twaalf apostelen” genoemd) was tot 1939 actief.
Mede onder invloed van de ontwikkelingen in Duitsland waar de NSDAP, die trouwens pas opgericht is in 1920, Hitler in het zadel heeft geholpen heeft de SDAP een slechte reputatie gekregen. Onterecht want tijdens WO II werd de SDAP door de Duitse bezetter zelfs verboden!
De SDAP kon al in 1913 ministers leveren bij haar regeringsdeelname (kabinet De Geer II) maar zag hier later onder druk van het partijcongres van af, omdat ze bang waren dat de socialisten steun zouden moeten geven aan een oorlog (WO I ) die op uitbreken stond.
De SDAP streed voor algemeen kiesrecht en sociale wetten zoals het staatspensioen.
De invoering van het algemeen kiesrecht (voor mannen en vrouwen) in 1917 leverde de SDAP ook veel zetelwinst op. Drees, ook een SDAP-lid, heeft later de AOW ingevoerd.
Zeer interessant is een rapport van de SDAP uit 1920 met als titel “Het socialisatie-rapport”(zie ook Spanning september 2010). In dit rapport wordt duidelijk dat de SDAP tegen een gewelddadige revolutie was en dat de weg naar het socialisme juist via het parlement moest gaan, in geleidelijke stappen en democratisch. Dit kwam mede omdat de oproep tot revolutie door Troelstra in 1918 in Rotterdam volledig mislukte.
De opdracht, die een commissie van 15 leden had gekregen, was om met voorstellen te komen, hoe het particuliere eigendom in een aantal bedrijfstakken geleidelijk aan kon worden opgeheven. Dat is een kernpunt van het socialisme. Zij kozen daarin opvallend genoeg voor een nieuwe insteek.
Niet de productiemiddelen in handen van de overheid/staat of in handen van de werknemers, maar juist het eigendom in handen van een gemeenschap van mensen. “De fabriek aan de gemeenschap” was hun leus! De vele voorbeelden van Trusts in de VS en GB en Stichtingen in Europa dienden als inspiratie. Zij adviseerden een vorm van autonoom publiekrechtelijk lichaam, waarin werkers, gebruikers en de gemeenschap een plaats zouden hebben.
Socialisme als middenweg tussen het vrije kapitalisme en het staatsgeleide communisme. Daarmee zou de economie veel doelmatiger en zonder verspilling kunnen werken. Helaas was de tijdsgeest toen nog niet rijp voor deze progressieve voorstellen. Toch kennen we tegenwoordig de publieke bedrijfsorganisatie en de Sociaal Economische Raad (SER) die als een overkoepelend orgaan van alle gesocialiseerde bedrijfstakken moest fungeren en voor het eerst genoemd werd in dit rapport uit 1920. De huidige ernstige economische crisis noopt tot herbezinning en misschien krijgt de socialisatiegedachte een nieuw leven?!

De eerste Socialistische Partij, met ook de afkorting SP, bestond al veel eerder en stond onder leiding van oprichter Harm Kolthek.
Deze SP haalde bij de verkiezingen van 1918 een Kamerzetel en was ook vanaf 1919 in diverse plaatsen in de gemeenteraad vertegenwoordigd. Eind jaren 20 van de vorige eeuw verdween ze echter weer uit de politiek. Kolthek volgde een opleiding tot leraar, maar zou later werkzaam zijn als smidsknecht. In 1901 vertrok hij naar Deventer waar hij werkte voor een drukkerij Voorwaarts. Kolthek beschouwde coöperaties als een van de middelen van de socialistische beweging . Hij was ook een voorstander van de vrijmaking van grond en productiemiddelen uit privé bezit.
De eerste SP was vooral een pacifistische partij en het verkiezingsprogramma ging over gelijke rechten voor man en vrouw en afschaffing van het koningshuis.
Uiteindelijk zou de oprichter zelf uit de SP stappen . Hij trok zich terug in Groningen waar hij jaren later met een nieuwe partij Recht en Vrijheid, gebaseerd op het gedachtegoed van de Amerikaanse politiek econoom Henry George en bekend van het baanbrekende boek “Progress and Poverty”, opnieuw een plek in de Groninger gemeenteraad verwierf.
Deze vereniging had ten doel het herstel van het gelijke recht van alle mensen op de grond, zoals George er ook van overtuigd was dat de sociale misstanden in de samenleving veroorzaakt werden door “het particuliere grondeigendom”.
Kolthek was ook tegen de gemaakte woekerwinsten van gemeentelijke bedrijven bij de verkoop van grond . Hij was principieel tegen grondeigendom en voorstander van een erfpachtstelsel. Met deze opvattingen was hij succesvol in Groningen en bemachtigde zelfs 5 zetels in de gemeenteraad in 1935 en 1939 en een zetel in de provincie. Toch verdween deze partij kort na het overlijden van Kolthek in 1946.
Grondpolitiek bleef echter een gevoelig politiek dossier en zelfs het latere kabinet Den Uyl is in 1977 hierover gestruikeld.
Het ideeëngoed van George krijgt tegenwoordig weer veel aandacht door o.a. Stichting Grondvest en de Bellamy Stichting. Samen maken ze ook deel uit van de Coalitie voor duurzame ontwikkeling.
Een stukje eigen geschiedenis kan helpen om ons te bezinnen waar we staan en welke kant het op moet. Zo blijkt ook telkens weer dat de huidige SP vaak in een verkeerde hoek wordt gedrukt van communistische of anarchistische bewegingen. Zo reageerde VVD leider Mark Rutte op het alternatieve linkse regeringsakkoord van Emile Roemer met de woorden:”O, heeft kameraad Roemer in zijn dacha (zo worden Russische buitenhuizen genoemd van de partijbazen) tijdens zijn vakantie wat geschreven?? Uit een andere hoek wordt de SP of haar partijvoorzitter Marijnissen vaak afgeschilderd als populistisch die alleen op ongenoegens van burgers inspeelt.
Als actie en politieke partij heeft de huidige SP een duidelijk beginselprogramma en is gestoeld op kernwaarden en een rijke voorgeschiedenis !

maandag 20 september 2010

Rechten zijn onvoorwaardelijk!

Onderstaand artikel is ook gepubliceerd op de SP-website van de afdeling Eindhoven in de rubriek Ingezonden vanaf 20 september 2010

Rechten en Plichten: een ingewikkelde puzzel !

Steeds vaker worden rechten en plichten in een adem genoemd alsof ze vanzelfsprekend bij elkaar horen als een Siamese tweeling. De vraag is echter of dat ook werkelijk zo is of dat het een politieke truc is.
Bij Rechten met een hoofdletter denken we allereerst aan rechten zoals die ook in de grondwet zijn vastgelegd, zoals het recht op gelijke behandeling (artikel 1) of het recht op vrijheid (artikel 23). Vrijheid van godsdienst, vereniging en meningsuiting zijn fundamentele rechten waar geen verplichtingen tegenover staan.
De enige beperking of voorwaarde is de aanduiding op wie de rechten van toepassing zijn, dus bv alle Nederlandse burgers. Daarnaast kun je zeggen dat in het verlengde van deze rechten het ook om plichten vanuit de overheid gaat. Zij zullen deze vrijheden moeten beschermen of de voorwaarden creëren waaronder burgers hun vrijheden kunnen praktiseren. Anders gezegd zou je kunnen zeggen dat het recht van de een (lees burger) verplichtingen oplevert voor de ander (overheid).
Dat betekent dus dat rechten onvoorwaardelijk zijn! Voor iedere burger gelden deze grondrechten zònder enige tegenprestatie of voorwaarde!
Enige nuancering zou misschien kunnen gelden voor het recht op vrije meningsuiting waarbij de wetgever wel een beperking heeft ingebouwd namelijk dat dit recht niet mag uitmonden in openlijk haatzaaien, racistische of openlijke discriminatie. Deze beperking op de vrije meningsuiting is begrijpelijk omdat de vrijheid van de een geen afbreuk mag doen aan het principe van gelijkheid of gelijkwaardigheid van de ander .
Geert Wilders moet zich binnenkort vanwege mogelijk haat zaaien om die reden verantwoorden voor de rechtbank.
Geldt die onvoorwaardelijkheid dan ook voor rechten met een kleine letter?
Denk hierbij aan het recht op een minimum bestaansniveau of bijstandsuitkering en het recht op onderwijs, op goede gezondheidszorg?
Hier zie je dat de wetgever geleidelijk aan wel steeds meer drempels opwerpt en voorwaarden stelt. Het recht op een uitkering is gekoppeld aan bijvoorbeeld een sollicitatieplicht, of een acceptatieplicht bij passend werk, of plicht tot eigen bijdrage.
Dit zou je kunnen beschouwen als een aantasting van onze rechten. Ze worden steeds meer voorwaardelijk gemaakt.
Natuurlijk kunnen rechten en plichten onafhankelijk, maar wel naast elkaar bestaan. De overheid mag ook van burgers iets vragen of eisen. Denk aan eisen voor betrokken, verantwoordelijke burgers.
Dat lijkt ook redelijk om eventueel misbruik te voorkomen of om ervoor te zorgen dat overheidsgeld rechtvaardig wordt toegekend of om de burger ook verantwoordelijk te maken.
We bevinden ons daarmee echter op een glijdende schaal, waarbij de wetgever helaas steeds verder gaat.
Zo heeft het demissionaire kabinet, in de persoon van minister Donner, in het dossier sociale zekerheid, dat feitelijk controversieel is verklaard door de Tweede Kamer, toch twee omstreden wetsvoorstellen ingediend. Het ene voorstel wil langdurig zieke werklozen verplichten om te zoeken naar ander, vergelijkbaar werk, voordat ze in de ziektewet kunnen komen.. Het andere voorstel zorgt ervoor dat de periode van de werkeloosheidsuitkering niet meer verlengd wordt met de duur van de ziekteperiode . Een schaamteloos voorstel en typisch CDA.

Zo heeft demissionair minister president Balkenende in september bij de opening van het academische jaar op de Vrije Universiteit een lezing gegeven met de titel “vrijheid in verantwoordelijkheid” en daarbij fel uitgehaald naar bankiers en topmanagers vanwege de zeer hoge salarissen en bonussen. Geheel moreel verwerpelijk, vond hij . Daarna riep hij deze managers op om tot inkeer te komen en zich te beteren. Hij vond echter niet dat de overheid als wetgever iets zou moeten doen om dit gedrag te bestraffen dan wel te voorkomen. Balkenende blijft, tegen beter weten in, geloven in zelfregulering en verwacht wonderen van een moreel appèl . Hoe naïef kun je zijn!

dinsdag 24 augustus 2010

"Als de dollar valt" van Willem Middelkoop

Onderstaand artikel is gepubliceerd op de SP-website van Afdeling Eindhoven, in de rubriek Ingezonden, vanaf 28 augustus 2010


Een boekbespreking.

Dit in 2007 voor het eerst uitgegeven boek is inmiddels al in een zestiende druk verschenen, wat een groot succes genoemd mag worden, zeker voor een financieel-economisch boek. Middelkoop is een journalist, bekend als beurscommentator bij RTL Z en ook een graag geziene gast bij programma’s als “De Wereld draait door” en “Pauw & Witteman”. Uit interesse voor de economie en monetair beleid heeft hij in de VS gestudeerd en is daar ook in contact gekomen met de actiegroep GATA. Deze club strijdt voor openheid en transparantie in de wereld van het geld en de politiek.
In bijna 200 bladzijden beschrijft Middelkoop een aantal onderwerpen in de vorm van korte hoofdstukken die steeds beginnen met een vraag. Daardoor lijkt het bijna interactief in wisselwerking met een publiek. Dat maakt het boekje zeer toegankelijk en leesbaar. Dat er toch sprake is van een gedegen kennis en voorbereiding blijkt wel uit de literatuurlijst, achter in het boek, waar 120 wetenschappelijke bronnen genoemd worden.
Op de achterflap wordt vermeld dat Middelkoop de kredietcrisis al voorspelde voordat deze optrad. In het boekje wordt beschreven hoe het onstabiele financiële systeem kon ontstaan en wat de achtergronden van de kredietcrisis zijn.
In het voorwoord gebruikt Middelkoop citaten van vooraanstaande insiders, topbankiers, zoals Paul Volcker(oud-voorzitter Federal Reserve), Jelle Zijlstra(oud- president Nederlandse Bank) en Karl Blessing(oud president Duitse Bundesbank) die openlijk hebben verklaard dat het huidige internationale financiële stelsel vatbaar is voor stevige kritiek en de economie ernstig schaadt.
Middelkoop duikt ook de historie in om duidelijk te maken dat de Fed, het stelsel van Centrale Banken in de VS, in 1913 is ontstaan. De Federal Reserve Act heeft als gevolg dat het monopolie van de geldschepping niet meer bij de overheid, maar bij een stelsel van particuliere banken is gekomen. Dit ondanks het feit dat de grondwet voorschrijft dat de overheid de zeggenschap over het geld moet hebben.
Het belang ervan wordt ook duidelijk in het citaat van baron M. Rothschild uit de achttiende eeuw die zei:” Geef mij de controle over de nationale munt, dan maakt het me niets uit wie de wetten maakt”!
Middelkoop maakt in zijn boek duidelijk dat dit grote gevolgen heeft gehad en dat de Fed ongecontroleerd zelf actief heeft bijgedragen aan vele financiële crises om er vooral financieel beter van te worden.
Een tweede belangrijke oorzaak voor de wankele financiële situatie is de afhankelijkheid van de dollar die als officiële internationale reservemunt geldt sinds Bretton Woods . In 1944 was internationaal besloten dat alle valuta gedekt zouden gaan worden door de dollar en alleen die kon ingewisseld worden voor goud. Sindsdien werd de dollar de wereldmunt en werden grondstoffen (waaronder olie) verhandeld in dollars. Dat gaf de VS een geweldige voorsprong. Begin jaren 70 besloot president Nixon, ten tijde van de Vietnam-oorlog, eenzijdig de dekking met goud te beëindigen, nadat Europese Banken enorme hoeveelheden goud uit Fort Knox hadden opgevraagd. In de statuten van het IMF, een instelling die in 1944 is opgericht naast de Wereldbank, staat ook letterlijk dat het landen verboden is hun munt aan goud te koppelen. Sinds die tijd moeten we het feitelijk dus doen met ongedekt geld(papier)!
De Fed kan daardoor ongelimiteerd de papierpersen laten draaien en de enige “rem” die er dan nog is is dat de internationale gemeenschap op de hoogte is van de omvang van de geldstromen. Daarvoor publiceren Centrale Banken hun maandelijkse en jaarlijkse geldgroei in M3-indexcijfers. De gemiddelde groei in de EU bedroeg in 2008 ruim 12 % terwijl de economie maar 3 % groeide. Toch zal iedere econoom beweren dat de geldgroei in principe niet veel groter mag zijn dan de economische groei plus inflatie. De praktijk is dus anders. In feite is er dus sprake van een enorme onderhuidse geldontwaarding. Gek genoeg heeft de Fed in 2006 besloten om geen M3 cijfers meer te publiceren, met het argument dat het “geen relevante economische gegevens bevatte en maandelijkse publicatie te duur” is???!!! Dus geen pottenkijkers meer!
Ook is het zo dat de centrale banken hun feitelijke goudreserves niet meer publiceren of onder één noemer met goudvorderingen. Zo is het dus mogelijk dat Nederlands goud in de VS ligt, maar ook uitgeleend wordt aan Indiase handelaren.
We weten wel dat vanaf 1960 tot 2006 de hoeveelheid geld in de VS groeide van $ 500 miljard tot ruim $ 10.000 miljard en dus met een factor 20 en vooral exponentieel gestegen is vanaf de tweede helft van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Daarnaast raken de overheidsfinanciën van de VS steeds meer in onbalans. De totale Amerikaanse schulden stegen met een factor 10 tot $ 50.000 miljard de afgelopen 50 jaar terwijl de economie maar met een factor 3 steeg in dezelfde periode tot $ 10.000 miljard (beide gecorrigeerd voor inflatie). Feitelijk zijn de VS dus failliet want ze hebben voor bijna 70 duizend miljard dollar aan ongedekte financiële verplichtingen, die nooit meer weggewerkt kunnen worden door overschotten op de betalingsbalans. Ook de betalingsbalans is al decennia scheef met meer uitgaven dan inkomsten. De enige uitweg is schuldsanering maar daar is de internationale gemeenschap niet toe bereid. Tot die tijd financiert de rest van de wereld de VS. De VS wanen zich echter oppermachtig en dicteren eenzijdig het internationale monetaire beleid. Dat de dollar een keer valt is dus volgens Middelkoop onvermijdelijk, al weten we niet wanneer. Volgens de van oorsprong Indiase econoom Ravi Batra en zijn boek uit 1985 “The great depression of the 1990’s” zal het huidige kapitalistische systeem voor 2025 in elkaar storten. Hij voorspelde ook correct de val van het communistische systeem.
We kunnen daarop wachten of hierop anticiperen doordat de internationale gemeenschap kiest voor een nieuw monetair stelsel waarbij de dollar haar speciale positie verliest en er een eerlijk en rechtvaardig systeem komt van wisselkoersen. Keynes wilde dit al in 1944 voorstellen via de invoering van de Bancor, maar dat werd door de Amerikanen van tafel geveegd.
Zo laat Middelkoop ook zien dat de berekening van het inflatiecijfer, waar veel economische factoren aan gerelateerd zijn (lonen, sociale uitkeringen, huren en pensioenen) gemanipuleerd wordt. De Fed en Amerikaanse overheid hebben er veel baat bij dat de inflatiecijfers laag zijn zodat het lijkt dat er meer economische groei is. Door verschillende financiële partijen wordt ernstig getwijfeld aan de inflatiecijfers. Zo zou de inflatie in de VS in 2006 niet rond de 4 procent (officieel) liggen, maar op ruim 6,7 procent. Hoe doet men dat? De goudprijs kunstmatig laag houden door grootschalige interventies, door het veranderen van de methode voor het berekenen van de inflatie en het niet meer publiceren van M3 groeicijfers. Econoom Williams publiceerde hierover in 2004 in het rapport “The consumer price index” (zie ook www.shadow-statistics.com). Een truc is om bijvoorbeeld het begrip kerninflatie (core-rate) te hanteren waarbij de (vaak stijgende) voedsel- en energieprijzen niet worden meegerekend. “Statisticians are damn good liers” !
Nog onthutsender zijn de feiten die Middelkoop heeft weten te achterhalen over de marktmanipulatie door de Fed. Vrije markten vormen de kern van het kapitalisme, maar alleen als het in het belang is van de VS. De Fed grijpt in op Wall Street en steunt beurskoersen van Amerikaanse bedrijven. Daarnaast intervenieert zij op de markten van goud, valuta en obligaties. De wet verbiedt echter dat de Fed actief ingrijpt in het economische verkeer. Na de beurscrash in 1987 besloot de Fed echter op gezag van Reagan om een Working Group on Financial markets in het leven te roepen dat in de volksmond het “plunge protection team” werd genoemd, dat in tijden van crises en paniek snel kan ingrijpen. Een heimelijk opererende commissie grijpt iedere keer in wanneer er een beurscorrectie (=daling van 2 of meer procent op een dag) aankomt. Dat is pure marktmanipulatie.
Op de valutamarkt in New York wordt dagelijks $ 130 miljard verhandeld, het dagelijkse handelsvolume van schatkistpapier ongeveer $ 110 miljard, terwijl de aandelenmarkt relatief klein is met een volume van AEX en Nasdaq van $ 17 miljard.
De financiële macht van de Fed is zo groot dat zij ook internationaal kunnen opereren en daarbij een heel land of regio in gevaar kunnen brengen door valutaspeculaties. In het boek “The shock doctrine” van Naomi Klein zijn daarvan voorbeelden gegeven.
Na zijn analyse van het financiële internationale stelsel, roept Middelkoop mensen op om vooral zekerheid te zoeken in goud of zilver. Zelf is hij ook hierin gaan handelen. Al met al is dit boek van Middelkoop een aanrader en getuigt van gedegen science faction!

dinsdag 15 juni 2010

Boek Emile Roemer

Onderstaand artikel is gepubliceerd op de SP-website, afdeling Eindhoven, in de rubriek Ingezonden, vanaf 16 juni 2010

Tot hier… en nu verder !
Een boekbespreking


In een handzaam boekje van zo’n honderd bladzijden geeft de nieuwe SP-lijsttrekker een inkijkje in zijn leven en wat zijn politieke drijfveren zijn. Emile is het 3e kind in een katholiek gezin met vier kinderen. Al vroeg aan de eetkamertafel leerde hij discussiëren over politieke en maatschappelijke kwesties, waarbij de linkse zoons vooral de politiek katholieke opvattingen van de ouders op de proef stelden.
Na een opleiding aan de pedagogische academie wilde hij onderwijzer worden maar kon in het begin (jaren 80) moeilijk werk vinden. In de tussenliggende periode heeft Emile ook allerlei ander eenvoudig werk gedaan als lader en losser van vrachtwagens en op een veevoederbedrijf waar zijn vader een administratieve baan had.
Hij kan het zelf niet verklaren, maar spreekt wel over een duidelijke roeping als het om het vak van onderwijzer gaat. Pas na een aantal keren vervanging van zieke leerkrachten kreeg hij uiteindelijk een vaste aanstelling aan een Jenaplanschool in Boxmeer. Gedurende tien jaar dat hij onderwijzer was heeft hij veel aandacht proberen te geven aan de kinderen, maar ieder op een individuele manier. De persoonlijke aandacht is cruciaal juist voor zwakkere leerlingen. Emile benadrukt ook het belang van kunstzinnig, creatief onderwijs zoals een jaarlijks toneelstuk. Hij zag timide kinderen opeens opbloeien als ze een hoofdrol kregen en konden schitteren.
Daarom kan Emile zich ook goed herkennen in de SP programmapunten voor het onderwijs, zoals kleinere klassen, meer beloning voor de leerkracht en extra investeringen in het onderwijs. Ook is hij extra kritisch tegenover nieuwe ontwikkelingen zoals competentiegericht leren dat zeker niet voor alle leerlingen een zegen of uitdaging is.
In Boxmeer is hij ook al vroeg actief geworden voor de SP door deur aan deur, zoals hij het zelf noemt, te colporteren. Ook daar heeft hij het discussiëren geleerd door met mensen het gesprek aan te gaan over politieke kwesties. Hij beschrijft ook enkele concrete acties die Emile en de SP afdeling en met steun van wijkbewoners in Boxmeer hebben uitgevoerd. Daarmee werd genoeg goodwill opgebouwd waardoor de SP later met twee fractieleden in de Gemeenteraad kon toetreden. Bij de volgende verkiezingen in 2002 kon de SP zelfs toetreden tot het gemeentebestuur in een coalitie met de VVD. Voor deze buitengewone situatie was een direct overleg met het partijbestuur nodig voordat Emile toestemming kreeg.
Emile werd wethouder sociale zaken en later locoburgemeester. Met voorbeelden maakt Emile duidelijk dat het heel belangrijk is om creatief met wet- en regelgeving om te gaan zodat je aan mensen maatwerk kunt bieden. Dat betekende een ambtelijke cultuuromslag want gemeenteambtenaren zijn geneigd om strikt en formeel met regels om te gaan. Een uitgesproken voorbeeld is ook hoe de renovatie van een straat is opgepakt door te beginnen bij de buurtbewoners. Samen met bewoners werd een plan ontwikkeld dat later door de gemeente is uitgevoerd. Deze ervaringen brachten Emile tot de overtuiging, zoals ook in het partijprogramma staat te lezen, dat mensen meer inspraak moeten krijgen in buurten, het werk en de politiek. Dat leidt tot betere (soms zelfs goedkopere) resultaten, meer draagvlak en vooral meer tevredenheid.
Eind 2006 wordt Emile door het partijbestuur naar Den Haag geroepen om de tweede kamerfractie te versterken, iets wat hij jaren daarvoor nog had afgewezen omdat hij in Boxmeer nog belangrijk werk had te doen. Als woordvoerder Verkeer en Waterstaat heeft hij zijn steentje kunnen bijdragen.
Emile laat ook zien over enig historisch besef te beschikken, zoals dat van een goede onderwijzer mag worden verwacht, door de regeringsperiode van Colijn aan te halen. In die jaren 30 van de vorige eeuw verkeerde het land ook in een economische crisis en juist door overmatige overheidsbezuinigingen duurde de crisis in Nederland veel langer. Van die les zouden we moeten leren, juist nu !

Vanaf het voorjaar 2010 heeft hij zichzelf kandidaat gesteld voor het lijsttrekkerschap nadat Agnes Kant plotseling was teruggetreden. De verkiezingscampagne heeft hij met veel energie geleid. Zijn kordate en humorvolle optreden in vele debatten heeft ervoor gezorgd dat de SP in de peilingen weer is gestegen en op 9 juni uitkwam op 15 zetels, terwijl het lange tijd rond de 10 zetels heeft geschommeld. Een mooi resultaat!
Er worden hem nu al bijnamen gegeven als GVR (grote vriendelijke reus naar het boekje van Roald Dahl) en knuffelbeer, al wil hij liever geen eenzijdig etiket opgeplakt krijgen.

Het boekje eindigt met de tekst van het SP-lied “De mens is meer” van Karel Glastra van Loon, kennelijk ook het lijflied van Emile, dat bondig de kernpunten van de SP verwoordt.
Al met al een zeer lezenswaardig boekje voor het grote publiek en zonder diepgaande beschouwingen dat voor SP-leden zelfs met korting kan worden aangeschaft.

maandag 7 juni 2010

Duurzaamheid in de Pers

Onderstaand artikel is gepubliceerd op de SP-website, afdeling Eindhoven, rubriek Ingezonden vanaf 8 juni 2010

Duurzaamheidsinitiatieven

De laatste weken zijn er verschillende nieuwe projecten en initiatieven
op het gebied van duurzaamheid gepresenteerd. Enkele daarvan licht ik er even uit.
In Limburg is er door Gedeputeerde Staten goedkeuring gegeven aan het realiseren van twee nieuwe duurzame energiecentrales in Maastricht en een in (Greenport) Venlo. De provincie laat hiermee zien dat nieuwe kolencentrales of kerncentrales geen toekomst hebben, maar kiest bewust voor een combinatie van zonne-, wind-, water-en biomassa-energie als werkelijk duurzaam alternatief.In Venlo zullen 3,2 ha zonnepanelen worden aangelegd die 4,2 Megawatt leveren. Daarnaast 5 windturbines die 15 Megawatt leveren en een biomassaverbrandingsinstallatie van 10 Megawatt
Het gaat om investeringen ter waarde van € 140 miljoen. De provincie Limburg draagt zelf € 7,5 miljoen bij. Samen dekken de twee energiecentrales de energiebehoefte van 65.000 huishoudens. Daarmee worden de provinciale milieudoelstellingen ruimschoots gehaald.

In Gelderland wordt € 2,6 miljoen geïnvesteerd in de ontwikkeling van waterstof- brandstofcellen in elektrische aangedreven stadsbussen die in Arnhem zullen gaan rijden. Deze bussen geven geen CO2 uitstoot en zijn niet afhankelijk van accu's die toch een beperkt vermogen en dus bereik hebben. Deze hybride vorm is veelbelovend.
In Den Bosch rijden er al drie elektrische bussen, omgebouwd door All green Vehicles. Je kunt er ook een van de vier elektrische auto's huren of een
elektrische scooter. Noord-Brabant is ook volop actief met het aanleggen van een netwerk met elektrische oplaadzuilen door Enexis (onderdeel Essent). De gemeente streeft ernaar om voor juli 2010 vijftig elektrisch aangedreven voertuigen binnen de gemeentegrenzen te hebben rijden. De gemeente Den Bosch en de provincie Noord-Brabant steken elk een miljoen euro in het vervoerproject. Het provinciebestuur heeft de ambitie uitgesproken dat voor 2020 minstens 200 duizend elektrische auto's in Brabant zullen rondrijden.

In de VS is er een bedrijf Solar Roadways dat een systeem ontwikkeld heeft dat het mogelijk maakt om zonnepanelen in het wegdek van snelwegen aan te brengen.
Afgelopen maand kreeg de onderneming 100.000 dollar subsidie van de US Ministerie van Transport om deze techniek verder te ontwikkelen en te vermarkten. Binnen enkele jaren moet het asfaltzonnepaneel op de markt zijn. De bedoeling is om de Amerikaanse (en Europese) wegen in ware krachtcentrales te veranderen. Het systeem bestaat uit panelen van 3,5 bij 3,5 meter die per stuk 7,6 KWatt stroom per dag produceren. Elk paneel kost 6900 dollar. De bovenkant bestaat uit een rijoppervlak gemaakt uit gerecycled glas. Dat klinkt glad,maar door een nieuw procedé is de weg net zo ruw als een gewone rijbaan, terwijl water door kleine openingen snel weg kan lopen. De belangrijkste eigenschap van deze bovenkant is dat het zonlicht doorlaat, dat valt op zonnepanelen in de weg. Die zetten het licht om in energie, waardoor de weg
elektriciteit opwekt. Onder de panelen zit een betonnen basislaag, die de weg stevig-heid en duurzaamheid geeft. De slimme weg is niet alleen groen, maar ook nog voorzien van energiezuinige LED-lampjes. Dat geeft de beheerder van de weg de gelegenheid om bijvoorbeeld waarschuwingen als een maximum snelheid op de weg af te beelden.
Een laatste bericht op dit gebied kwam uit Utrecht waar een Duurzaamheidsverklaring gepresenteerd is onder leiding van Herman Wijffels. Werkgroepen van 7 verschillende politieke partijen hebben deze verklaring voor duurzame ontwikkeling opgesteld en ondertekend. Helaas was de SP hier niet bij betrokken. Nederland heeft nieuwe energie nodig. Daarom pleit dit partij-overstijgende voorstel voor een versnelde omslag naar een volledig hernieuwbare energievoorziening in 2050. De jaarlijkse energiebesparing wordt opgeschroefd naar 3% en de jaarlijkse groei in hernieuwbare energie wordt versneld naar 7%.
Burgers en bedrijven willen dat de overheid krachtig en inspirerend leiderschap
toont. Daarbij hoort een consistente lange termijn koers met een samenhangend pakket aan beleidsinstrumenten. Men noemt dit ambitieus een soort Deltawet, maar dan voor duurzame energie.
Een voorwaarde daarbij is een wettelijk vastgelegd teruglevertarief dat zorgt voor een consistent en stimulerend investeringsklimaat ten aanzien van hernieuwbare energie en warmtekrachtkoppeling. Een ander punt is de consequente invoering en stapsgewijze aanscherping van het algemeen aanvaarde principe dat de vervuiler betaalt door fiscale vergroening. Een Nationaal Energietransitie Fonds bevordert de financiering van energiebesparende maatregelen en investeringen in opwekking van hernieuwbare energie.
Alle energieleveranciers in Nederland moeten wettelijk een toenemend aandeel hernieuwbare elektriciteit in hun energiemix hebben. Nieuwbouw van conventionele centrales is in economische en ecologische zin niet verantwoord. De overheid bevordert energie-efficiënt gedrag door onder meer een sterk verbeterd openbaar vervoer, strengere productnormen en verplichte toepassing van energiebeheer in gebouwen. Als we onze welvaart en welzijn in de komende decennia willen zekerstellen, dan moeten we bereid zijn om de doodlopende weg van onze verspillende en vervuilende economie te verlaten en juist nu te kiezen voor de nieuwe energie die Nederland nodig heeft.

donderdag 20 mei 2010

SP in de Media

Verkiezingstijd

Zo’n drie weken voor de verkiezingen zijn alle partijen druk bezig zich te profileren, zo ook de SP. Met name de afgelopen week heeft de SP op een uitgesproken manier de media gehaald.
Allereerst was er deze week(18 mei) een uitgebreid artikel in de Telegraaf met als kop:”De SP vraagt om opheldering”. De SP had uitgezocht dat het topsalaris bij ontwikkelingsorganisatie SNV ruim € 180.000 bedroeg voor 2009 en dat is hoger dan de afgesproken norm voor een ontwikkelingsorganisatie onder de DG-code. Het salaris van een directeur van een dergelijke instelling mag niet meer bedragen dan het salaris van een directeur-generaal bij een ministerie en dat is € 121.000.
Dat past dus helemaal niet bij een organisatie die nota bene voluit heet Stichting Nederlandse Vrijwilligers (SNV). De SNV draait bijna volledig op overheidsgeld voor een bedrag van € 90 miljoen Euro per jaar.
Zelfs oud FNV-voorzitter Lodewijk de Waal, die momenteel voorzitter is van de raad van toezicht, heeft ingestemd met dit nieuwe beloningsbeleid. Dat is raar omdat hij in het verleden als vakbondsbestuurder vaak geageerd heeft tegen exorbitante topsalarissen in het bedrijfsleven, maar het nu opeens geen probleem vindt.
Behalve SNV-directeur Elsen zijn er in 2009, door een verandering van de bestuursstructuur, nog twee directeuren bijgekomen waarvan de salarissen nog niet openbaar zijn gemaakt. Tegelijkertijd werden er door bezuinigingen SNV-medewerkers op de Balkan en in Latijns-Amerika ontslagen. Daarmee lijkt ontwikkelingssamenwerking steeds meer een business, met marktconforme salarissen, te zijn geworden ondanks het feit dan het een non-profit Stichting is, die draait op gemeenschapsgeld !

Een tweede belangrijk en heugelijk bericht kwam uit de Tweede Kamer. Voormalig fractieleider van de SP Agnes Kant heeft daar haar initiatiefwetsvoorstel toegelicht en verdedigd. Een nieuwe wet die de marktwerking in de thuiszorg moet terugdringen.
Dankzij voortschrijdend inzicht was de PvdA nu opeens wel voor dit wetsvoorstel en daarmee lijkt er nu ook een kamermeerderheid te zijn. Dat zou een prachtig afscheidscadeau zijn voor de jarenlange inspanningen juist in haar laatste werkweek als volksvertegenwoordiger.

Gisteravond (19 mei) heeft de nieuwe partijleider Emile Roemer ook zijn eerste échte vuurdoop gehad. In het, uit de kast gehaalde en afgestofte, tv-programma Lagerhuis moest Emile aantreden en in discussie gaan met het publiek en D’66 leider Alexander Pechtold. De besproken thema’s waren de mogelijke regeringscoalities, de studiefinanciering en de pensioenleeftijd. Op al deze punten hebben beide partijen tegengestelde voorstellen gedaan.
De eerste aanval van Pechtold was de uitspraak dat de SP conservatief is, omdat zij de pensioenleeftijd op 65 jaar wil laten en de studiefinanciering alsook de sociale verzekeringen wil behouden. Roemer wist dit handig te pareren door aan te geven dat de SP juist een progressieve sociale partij is. Roemer liet zien dat hij over genoeg algemene en feitelijke kennis maar vooral ook overtuigingskracht beschikt tegenover de doorgewinterde debater Pechtold. Het was ook veelzeggend dat juist Roemer het laatste woord kreeg van presentator Witteman.

Vandaag kwamen ook de resultaten van het Centraal Planbureau (CPB) die de verkiezingsprogramma ’s heeft doorgerekend op effecten voor de economie, het milieu, de werkgelegenheid, de overheidsfinanciën en het besteedbaar inkomen voor de burger. Daaruit blijkt dat bij de SP er zelfs sprake is van een koopkrachtstijging van € 1,25 miljard, in tegenstelling tot alle andere partijen behalve de PvdA en Groen Links. Bij Groen Links blijft de gemiddelde koopkracht gelijk en bij de PvdA verbetert die licht met € 0,25 miljard . In de huidige ernstige economische crisis moeten de bezuinigingen bij de overheid dus niet afgewenteld worden op de gewone burger.
Het CPB heeft geen verdere onderverdeling gemaakt naar koopkrachteffecten voor verschillende inkomensklassen. Het is echter duidelijk dat de effecten het grootst zijn voor de lagere inkomens en dat de hogere inkomens wel een extra bijdrage moeten leveren (onder andere door verhoging van het hoogste tarief bij de inkomsten- belasting, een nieuwe inkomensafhankelijke premie bij de ziektekostenverzekering en het afschaffen van hypotheekrenteaftrek bij huizen met een waarde van meer dan € 3,5 ton). Al met al solidaire en eerlijke voorstellen. Alleen maar focussen op economische groei en een verantwoord financieel overheidsbeleid leidt af van de hoofdvraag: “Hoe is het gesteld met het welzijn van de gewone burger en hoezeer worden zij getroffen door de crisis en verdienen daarom juist de steun van de overheid?”.
Opvallend was ook dat de SP het meeste geld uittrekt voor de zorg de komende kabinetsperiode, terwijl de andere partijen daarop bezuinigen.
Tegelijkertijd zijn de SP voorstellen goed genoeg om de komende 4 jaar toch 11 miljard te bezuinigen op het overheidstekort en dat is evenveel als de PvdA en Groen Links. De VVD en CDA bezuinigen veel meer, respectievelijk 20 miljard en 18 miljard, maar duidelijk wel ten koste van de burger en de lagere inkomensgroepen.
Met deze resultaten mag de SP trots zijn en met opgeheven hoofd de campagne in gaan!

dinsdag 11 mei 2010

Boekbespreking Biokapitaal

Onderstaand artikel is gepubliceerd in het tijdschrift Driegonaal, jaargang 31, nummer 5/6, december 2010

Andreas Weber
“Biokapitaal: De verzoening van economie, natuur en menselijkheid”



Dit boek, in 2010 in een Nederlandse vertaling uitgegeven door Ankh-Hermes, bevat een schat aan informatie over de economie maar ook over ecosystemen en filosofie.
De in Berlijn woonachtige 43-jarige auteur studeerde biologie en filosofie, maar heeft ook een ecoloog als vader en een econoom als moeder. Hij put dan ook uit verschillende wetenschappen, die voor hem als voedingsbronnen dienen. Dat is meteen opvallend te herkennen in het woordenregister, waar namen van beroemde economen, ecologen en filosofen afgewisseld worden met namen van plant- en diersoorten. In het boek is het ook herkenbaar door de afwisseling tussen enerzijds beeldende en deskundige beschrijvingen van de natuur en landschappen en anderzijds filosofische betogen, waarbij hij diepzinnig formuleert in lange volzinnen.

Het boek begint met een citaat uit 1945 van John Maynard Keynes, een van de belangrijkste grondleggers van het gereguleerde marktkapitalisme. Het luidt: “De dag is niet ver meer dat het economische vraagstuk naar de achterste rij zal worden verwezen, waar het thuishoort. Dan zullen hart en hoofd zich weer met onze eigenlijke problemen bezighouden: de vraag naar de zin van het leven en menselijke relaties, de schepping, ons gedrag en de religie”.
Deze uitspraak is de beste inleiding op het boek want de eerste hoofdstukken gaan over levensgeluk, de werkelijke waarde van het leven, de economie van het levensgeluk alsof de voorspelling van Keynes al realiteit is geworden. Weber maakt duidelijk dat niet economische groei, of meer materiële goederen/bezittingen ons werkelijk gelukkig maken. Integendeel, het maakt ons afhankelijk en onvrij.

Het kernhoofdstuk gaat over de tien geboden van een humanistische economie gebaseerd op: vrijheid, verbondenheid, waarachtigheid, grenzen, onvoorwaardelijkheid, kleinschaligheid, productiviteit, integriteit, werkelijkheid en eeuwigheid.
Als alternatief voor het doorgeschoten neo-liberalisme gebruikt Weber meestal de term humanistische economie omdat het draait om het welzijn van de mens (nu en toekomstige generaties) maar hij gebruikt ook termen als humanistische ecologie, ecologische economie en in de titel Biokapitaal. Dat is verwarrend en daarom vind ik de titel wat ongelukkig gekozen.

Weber maakt duidelijk dat het neo-liberalisme, de “laisser faire” benadering in de economie, eigenlijk de toepassing is van het Darwinisme. De natuur (en de economie) moet volledig zijn gang kunnen gaan. De evolutie is het natuurlijke gevolg van processen van concurrentie en aanpassing en zo zorgt ook de markt voor de beste economische resultaten.
Als bioloog stelt Weber echter dat de natuur en ook de economie juist duidelijke grenzen nodig hebben om gezonde kringlopen en voldoende diversiteit voort te brengen. Vandaar dat de term ecologische economie, beter dan humanistische economie, deze denkwijze het beste samenvat. Een economie die zich verantwoordt gedraagt binnen een ecologisch systeem of ecologische randvoorwaarden. Weber hecht daarom ook zeer aan de benadering van de Duitse chemisch ingenieur Baumgarten en de Amerikaanse architect McDonough, bekend geworden in het principe Craddle to Craddle(en gelijknamige boek). Producten en productieprocessen zouden zodanig ontworpen moeten worden dat afvalproducten of volledig zonder kwaliteitsverlies hergebruikt kunnen worden óf als voedingstof voor de natuur dienen.
Alleen zo kun je grondstoffen duurzaam hergebruiken en zijn economische activiteiten een weldaad voor de natuur en het ecosysteem.
De auteur gebruikt ook op meerdere plaatsen het voorbeeld van de biologische of ecologische landbouw. Een landbouwmethode die gezonde, natuurlijke producten voortbrengt zonder schade aan het ecosysteem. De gangbare, meestal grootschalige, landbouw daarentegen gebruikt grote hoeveelheden kunstmest, zware landbouwwerktuigen en gewasbeschermings-middelen (lees onkruidverdelgers) die de aarde en de natuur uitputten en zelfs zware schade toebrengen. Weber heeft kennelijk nog nooit gehoord van de biologisch dynamische landbouw, die nog verder gaat door het gebruik van preparaten die de bodemkwaliteit verbeteren en rekening houdt met planetaire cycli bij het zaaien en oogsten van gewassen.
Weber beweert zelfs dat onderzoeken in ontwikkelingslanden hebben aangetoond dat de omschakeling naar ecologische landbouw gemiddeld leidt tot een productieverhoging van ruim 90% (bron: McKibben 2007 “Deep Economy” en ook “Het einde van de natuur”Anthos Baarn).

Het voert te ver om alle 10 geboden uitgebreid te bespreken. Een aantal zal ik wel aanhalen.
1e Gebod: Vrijheid. “Een zo groot mogelijke autonomie van de individuele participant is de fundamentele voorwaarde voor een humanistische economie”. De vrijheid zal gezond werken in relatie tot het 2e gebod Verbondenheid. Er moeten ook duidelijke grenzen gesteld worden, terugkoppelingen noemt Weber dat. “Een opgedeeld economisch systeem waarbij de kleine bestanddelen elkaar wederzijds controleren, met elkaar concurreren en elkaar ondersteunen. We hebben duidelijke doelen nodig die niet door de overheid worden bepaald maar waarvan de totstandkoming aan de participanten wordt overgelaten”. Dit komt heel dicht in de buurt van wat Rudolf Steiner genoemd heeft de noodzaak van een associatieve economie.
Producenten, handelaren en consumenten overleggen onderling over hoeveelheid, kwaliteit en prijs van benodigde producten in een associatie.
3e Gebod: Waarachtigheid. Weber pleit hier voor transparante prijzen, waarbij alle kosten van natuur, milieu en samenleving ook meegenomen worden. “Internaliseer alle kosten”, Als de prijzen vrij mogen weerspiegelen waar schaarste en vraag heersen, zou het gebrek aan stabiliteit in de dampkring en de ecosystemen ook in de werkelijkheid zichtbaar worden. Maar zo beweert Weber de transparantie kan niet alleen door middel van prijzen bewerkstelligd worden. “Het vraagstuk van het algemeen of gemeenschappelijk bezit (de prestaties die de natuur levert) speelt ook een rol, die zullen kunstmatig ook in de prijzen meegenomen moeten worden”.
4e Gebod: Grenzen. “Een gezonde economie kan alleen functioneren als er een efficiënte verdeling van goederen is én de grondstoffen en goederen van de aarde rechtvaardig over alle bewoners van de aarde worden verdeeld!” Weber introduceert daarvoor Trusts, los van de overheid en de economie staande organisaties, die het algemeen bezit en beheer bewaken. Zo noemt hij natuurtrusts voor het beheer van water en natuur en een dampkringtrust, waar rechten geveild worden voor alle stoffen die in de atmosfeer terecht komen. Hij pleit zelfs voor een biodiversiteitstrust. Het menselijk erfgoed moet beschermd worden en mag geen particulier eigendom zijn! “Behalve de dampkring, landschappen, wateren, natuurgebieden en de genetische informatie over mensen en andere levensvormen, zouden we ook de infrastructuur van de samenleving( wegennetten, gezondheidszorg, informatienetwerken, cultuur en het financiële bestel) als gemeenschappelijk bezit moeten zien”.
Ook hier is het maar een kleine stap naar het gedachtegoed van R.Steiner die alle grond, natuur en productiemiddelen wilde onteigenen en in handen leggen van Stichtingen of Trusts. Dat moet een definitief einde maken aan de zelfverrijking van een kleine groep mensen die de helft van alle rijkdommen op aarde bezit.
“Grenzen stellen is een weg naar waarachtige prijzen, want grenzen signaleren schaarste”. Onder de juiste randvoorwaarden zal het wenselijke vanzelf de overhand krijgen. De tien geboden zijn daarvoor bedoeld.
De volledige overgang naar een ecologische landbouw, een volledige overstap naar een duurzame energieopwekking via zon, wind en water en de industrie als ecosysteem zijn dan de logische gevolgen.
Andere verrassende voorstellen zijn:
1. Reclames zijn een doorn in het oog van Weber. Hij pleit er niet voor om alle reclame te verbieden maar wel zwaar te belasten of beperkte reclamerechten uit te geven door een onafhankelijke organisatie die het algemeen belang bewaakt .
2. Voer direct een voorwaardenvrij basisinkomen in. Ieder burger heeft recht op een deel van de door de hele mensheid gecreëerde welvaart, die afkomstig is uit de inkomsten van de nieuwe gemeenschapssector.
3. De directe invoering van een Tobin belasting op het kapitaalverkeer of zeker op alle internationale deviezentransacties. Als dat 0,1 % zou bedragen zou dat 125 miljard dollar per jaar opleveren genoeg om de armoede in de wereld grotendeels op te lossen. De staat moet weer het beheer krijgen over de geldschepping en terughalen bij banken en financiële instellingen.
4. Het instellen van Toekomstraden (sluit aan bij het 10e gebod Eeuwigheid) . De democratie maar ook bedrijven hebben veelal een korte termijn perspectief. Naar analogie van een wijze raad van oudsten in een inheems dorp of indianenstam zou een groep van ervaren, wijze mensen over belangrijke beslissingen van de overheid een veto kunnen uitspreken. In Zwitserland, in de kantons Waadtland en Graubünden, bestaan ze al. “Deze organen hebben tot taak politieke besluiten te toetsen aan hun ecologische, sociale en technologische effecten voor de toekomst”.

Het laatste hoofdstuk van het boek gaat over de betekenis van een ecologische economie als anti-utopie. Weber maakt duidelijk dat het (neo-) liberalisme met de zogenaamde onzichtbare hand volgens Adam Smith wel een utopie is gebleken. Het najagen van individuele economische belangen op een vrije markt leidt niet tot een gemeenschappelijk nut/welzijn. Juist de ongebreidelde economische groei heeft grote schade toegebracht aan de mens, de natuur en het milieu. We hebben een economie met duidelijke grenzen nodig!

dinsdag 13 april 2010

Thorbeckelezing van Jan Marijnissen

Onderstaand artikel is geplaatst op de SP website, afdeling Eindhoven, in de rubriek nieuws vanaf 13 april 2010

Jan Marijnissen houdt Thorbeckelezing 2010

Vandaag houdt SP partijleider Jan Marijnissen de 9e Thorbeckelezing in de oude vergaderzaal van de Tweede Kamer in Den Haag.
De titel luidt:”Dimmen of gasgeven : Hoe de parlementaire democratie overeind te houden in moeilijke tijden?”
Marijnissen treedt daarmee in de voetsporen van andere bekende politici en professoren. In 1998 heeft Frits Bolkenstein de reeks geopend . De meest bekende lezing was die van Hans van Mierlo “Democratie en politieke vernieuwing” in 2000. Bij zijn recente overlijden werd dit verhaal nog geroemd als het geestelijke fundament van D’66.
Jan Marijnissen is de directe opvolger van Hans Wiegel, die in 2008 de laatste Thorbeckelezing hield met de titel: “Hoe de boel bij elkaar te houden in turbulente tijden”? De titels vertonen grote overeenkomsten, maar de inhoud zal waarschijnlijk sterk van elkaar verschillen.
De meer bekende lezingen waren van Gerd Leers in 2005 met “Leiderschap in bange dagen” en Piet Hein Donner in 2007 met als titel:” Politieke vernieuwingen helpen ons niet vooruit”.
De lezingen zijn zo opgezet dat er behalve een hoofdspreker ook een 2e lezing, een zogenaamd co-referaat, wordt gehouden. Dat zal vandaag gedaan worden door filosoof en publicist Bart Jan Spruyt, waarna een debat wordt gehouden.
Verder wordt er op deze dag ook de Thorbeckeprijs voor welsprekendheid aan een politicus uitgereikt.
Juist in deze verkiezingstijd een mooie gelegenheid voor de SP om haar eigen visie over bestuurlijke dilemma’s naar voren te brengen.

In het algemeen wordt bij bestuurlijke vernieuwing veelal gedacht aan een gekozen minister-president of burgemeester en ook meer invloed van de burger op de politieke besluitvorming via een verplicht of raadgevend referendum.
Verder is er dan de discussie over de zin/functie van de Eerste Kamer of het inkrimpen van het aantal zetels in de Tweede Kamer. Recent is daar ook nog de discussie bijgekomen over het aantal ministeries en de samenvoeging van provincies en waterschappen. Zo is ook de SP voorstander van opheffing van waterschappen en deze onderbrengen bij provincies omdat het goedkoper en democratischer is. Het socialistische programma pleit ook voor minder ministeries waardoor een betere samenwerking en samenhang in beleid mogelijk wordt.

In het SP verkiezingsprogramma 2010-2015 is hoofdstuk 3 ”U moet het zeggen” het gedeelte dat gaat over democratie en bestuur. Daarin pleit de SP voor meer zeggenschap aan de burger o.a. via landelijke, regionale en gemeentelijke referenda. Zo was de SP ook voorstander om de Europese grondwet voor te leggen aan een volksraadpleging, wat echter niet gebeurd is uit angst voor een afwijzing zoals de eerste keer.
Het AOW voorstel en privatiseringsvoorstellen in de zorg, openbaar vervoer, energiebedrijven en woningcorporaties zouden in een referendum ook zeker gesneuveld zijn.
De SP pleit vooral voor een grondwettelijk recht van petitie, zodat burgers meer grip krijgen op het parlement. Indien voldoende burgers een bepaald onderwerp belangrijk genoeg vinden moeten de volksvertegenwoordigers er ook iets mee doen.
Jan Marijnissen zal mogelijk deze punten maar vooral ook een hele persoonlijke visie naar voren brengen.

SP en Verkiezingen

Onderstaand artikel is geplaatst op de SP-website, afdeling Eindhoven, bij de rubriek "ingezonden" vanaf 1 april 2010

Verkiezingsprogramma 2010-2015

Begin april heeft de SP haar concept verkiezingsprogramma aan de pers gepresenteerd. De reacties waren deels voorspelbaar, maar soms ook teleurstellend. Een aantal media en kranten noemden het programma klassiek.
Als dat over je meubilair wordt gezegd dan bedoelt men meestal ouderwets maar ook gedegen of robuust (van zwaar eikenhout gemaakt) en dus "lange tijd meegaat".
In die betekenis is de kwalificatie nog positief te noemen. Roemer liet ook voor de pers weten deze kwalificatie op te vatten als een compliment: "Men weet waar men bij de SP op kan rekenen".
Soms bedoelt men klassiek ook in de betekenis van conservatief. Dan wordt het voorbeeld aangehaald dat de SP (samen met de PVV) tegen verhoging van de AOW leeftijd is, tegen versobering van de sociale wetgeving en ook tegen versoepeling van de ontslagregelingen.
Ook hier past echter de positieve betekenis van conservatief namelijk "behoud van het goede" en niet dat de SP tegen alle veranderingen zou zijn. Integendeel, het nieuwe programma bevat tal van vernieuwings- en verbeteringsvoorstellen maar wel sociaal en rechtvaardig.
Het algemene motto was "een beter Nederland voor minder"!

De grootste, rechtse krant van Nederland, de Telegraaf, heeft het programma goed begrepen want zij kwamen met de kop "Succes wordt door SP fors afgestraft". Deze spreekbuis van de financieel welgestelden wil het publiek nog steeds doen geloven dat de rijken dat alleen te danken hebben aan hun succes en ondernemingszin.
Zij worden nu "gestraft" door een nieuw voorgestelde topbelasting van 65% en een verhoging van het bestaande toptarief van 52 naar 55%. Verder wordt de winst- of vennootschapsbelasting bij bedrijven verhoogd van 23 naar 30% en de renteaftrek beperkt tot 30% van het bedrijfsresultaat. De SP kiest er ook voor om de hypotheekrenteaftrek alleen nog maar te garanderen tot een hypotheeksom van maximaal €350.000,-. Daarboven vervalt de renteaftrek geleidelijk over een periode van 10 jaar.
Dat is echter geen straffen zoals de Telegraaf suggereert, maar een kwestie van de lasten eerlijk verdelen. Met een mooi woord ook wel solidariteit genoemd.
Het is trouwens ook zo dat rijkdom niet alleen een kwestie is van (economisch) succes. Het kan ook gaan om geërfd vermogen of "gegraai aan de top" vanwege het feit dat regelgeving nog steeds ontbreekt. Het CDA en de VVD hebben dat steeds tegengehouden.

In het nieuwe tv-programma "Oog in oog" van Sven Kockelman, afgelopen zondag, was Emile Roemer de eerste gast. Hij werd flink aan de tand gevoeld en moest op een enkel punt een antwoord schuldig blijven. Zo werd Roemer gevraagd naar een toelichting op een nieuw programmapunt, namelijk het streven naar wetgeving voor een inkomensplafond in het bedrijfsleven. Dat is inderdaad een nieuw voorstel dat veel verder gaat dat alleen de discussie over het aan banden leggen van de topinkomens in de publieke en semipublieke sector via de zogenaamde Balkenendenorm. De echte vraag is natuurlijk of de overheid op deze manier wel kan ingrijpen in het bedrijfsleven. Velen denken dat de overheid dat niet kan, maar vergeten daarbij dat de overheid dat al eerder heeft gedaan door een wettelijk minimuminkomen of loon, gerelateerd aan leeftijd, vast te stellen en dat jaarlijks ook te indexeren.

De stap naar een wet voor een maximumloon en ondernemersinkomen wordt juist door een meerderheid van de Nederlandse bevolking als zeer wenselijk beschouwd en zou daarom ook in de Tweede kamer een meerderheid moeten kunnen krijgen. Als het verschil tussen een dergelijk maximum en minimuminkomen dan ook nog hooguit een factor 10 of 12 zou bedragen, dan zouden we de enige Nederlandse econoom Jan Tinbergen, die de Nobelprijs heeft gekregen, eren. Tinbergen pleitte zelfs voor een factor 7.
Het is jammer dat Emile Roemer het belang van dit punt niet kon toelichten.
Juist de huidige inkomensongelijkheid is een doorn in de ogen van veel mensen en leidt tot frustratie en ongenoegen tegenover de politiek die er niets aan doet of vooralsnog wil doen.
Voor een werkelijk sociale en solidaire samenleving is deze stap echter noodzakelijk en minstens zo belangrijk als verbeteringen in het democratische stelsel en herstructurering van de overheid.

dinsdag 26 januari 2010

A new fair & green Deal !

Onderstaand artikel is geplaatst op de SP-website, afdeling Eindhoven, in de rubriek Ingezonden op 25 januari 2010

Commissiewerk
Nu de openbare hoorzittingen van de commissie, die onderzoek doet naar de oorzaken van de financiële crisis, onder leiding van De Wit Tweede Kamerlid van de SP, volop bezig zijn krijgen we een aardig beeld van de complexiteit van het onderwerp. Op vele fronten is er iets flink mis gegaan al zie je juist nu dat de verschillende partijen de vinger naar de ander wijzen.

De banken hebben onverantwoord gehandeld: ze hadden een veel te laag eigen vermogen (kernkapitaal) en met spaargeld en obligaties hebben ze vele ondeugdelijke producten (verpakte slechte hypotheken) verkocht. Ook hielden ze allerlei posten buiten de balans die niet opgemerkt of gecontroleerd konden worden door accountants. Ook het beloningsbeleid met bizarre topbonussen en “gouden” afvloeiingsregelingen zetten handelaren en managers aan tot risicovol gedrag. Dat alles om nog groter en nog meer rendement te halen.

Een ratrace die ergens moest eindigen, zoals nu ook gebeurd is. Helaas zijn de kosten nu voor de samenleving, terwijl de winsten grotendeels voor de banken zelf waren.
Banken en andere financiële instellingen konden dit allemaal doen omdat het toezicht heeft gefaald en het rentebeleid van de centrale banken zodanig was dat zij konden lenen tegen de laagste rentepercentages.

De overheid heeft ook gefaald door de banken nu grootschalig te steunen met gemeen- schapsgeld, terwijl een faillissement beter was geweest. Natuurlijk gaat dat ook met pijn gepaard zoals verlies van werkgelegenheid en geld voor personen en bedrijven die grote bedragen hadden uitstaan. Met de garantieregeling zouden kleine spaarders echter wel hun geld terugkrijgen. Bij een doorstart zouden de gezonde onderdelen dan een nieuwe kans krijgen.

Nationaal maar ook internationaal worden nu maatregelen genomen om herhaling te voorkomen. Er komen hogere eisen voor het eigen vermogen (Basel akkoord), er worden meer beperkingen gesteld aan de bonussen en er komt een strenger internationaal toezicht.
President Obama gaat in de VS nog verder door een extra belasting op te leggen aan banken, om het gemeenschapsgeld terug te halen nu de banken toch weer gigantische winsten maken.
Obama wil ook een scheiding aanbrengen tussen gewone spaarbanken en zakenbanken, zodat er niet meer risicovol gehandeld kan worden met spaargeld. Als laatste mogen banken niet meer onbeperkt groeien, nog maar tot een maximaal marktaandeel van 10%. Wouter Bos heeft deze extra maatregelen gelukkig ook toegejuicht zodat het hopelijk later kan leiden tot algemene internationale afspraken. Maar is dat allemaal genoeg ?

Er zal pas echt iets fundamenteels veranderen als we ook de enorme virtuele kapitaalstromen aan banden leggen, die vele malen groter zijn dan de kapitaalstromen in de reële economie.
Stromen van elektronisch geld dat in fracties van seconden de wereld over gaat om te speculeren in valutawisselingen, grondstofprijzen, aandelenkoersen, ja zelfs regimewijzingen!
Dat dit wereldwijd tot enorme catastrofen heeft geleidt kunnen we nalezen in het goed gedocumenteerde boek “De shockdoctrine“ van onderzoeksjournalist Naomi Klein .

Dat beurshandelaren winst kunnen maken bij stijgende prijzen of koersen kan iedereen zich wel voorstellen. Het perverse spel van “short gaan” betekent echter ook dat zij winsten kunnen maken als prijzen of koersen dalen! Het is zoiets als iemand de put inpraten. Bovendien is dan de verleiding groot om ook geruchten te verspreiden waardoor ook de koersen of prijzen daadwerkelijk dalen. Dan is het echt crimineel gedrag

Om dat allemaal aan te pakken hebben we wijze wereldleiders nodig die strenge wetgeving opstellen zoals president Rooseveldt dat gedaan heeft na de Tweede Wereldoorlog.

Daardoor hebben we wereldwijd tot aan het begin van de jaren zeventig
van de vorige eeuw een enorme groei van de economie en de welvaart gehad.
We moeten allemaal gaan inzien dat het geldverkeer de slagader is van een samenleving! Geld geeft mensen een inkomen en dus een bestaan, geeft bedrijven de kans om te investeren en nieuwe producten te ontwikkelen en legt de basis voor een samenleving waar onderwijs, gezondheidszorg, wetenschap, kunst en cultuur kunnen floreren.
Het bankieren moet weer een saai maar deugdzaam beroep worden in dienst van de samenleving. Net zoals een arts, een leerkracht en een politieagent hun kwaliteiten en energie inzetten voor de ander, de gemeenschap . Een “new fair & green deal” is nu nodig en dat is pas het begin van een solidaire samenleving !