maandag 16 september 2013

Braziliaans socialisme


Democratisering van het bedrijfsleven

In de zomer van 2013 heeft SP-fractieleider Emile Roemer een bezoek gebracht aan de toenmalige Braziliaanse socialistische president Lula.
Lula werd geboren in een arm, kinderrijk boerengezin in 1945. Op zijn twaalfde begon hij al met werken als schoenpoetser en straatverkoper. Vanaf zijn 14e jaar werkte hij in de koperindustrie en later in een fabriek voor auto-onderdelen. Door het fabriekswerk raakte hij ook betrokken bij vakbondsactiviteiten en leidde zelf ook stakingen.
Lula (eigenlijk Luiz Inacio) da Silva, zoals zijn volledige naam luidt, is in 1980 medeoprichter geweest van de Arbeiderspartij (Partido dos Trabalhadores) een soort zusterpartij van de SP. Ook stond hij aan de wieg van de oprichting in 1983 van de centrale vakbondsorganisatie Central Unica dos Trabalhadores (CUT).

In 1986 behaalde Lula een zetel in het nationaal congres van Brazilië . Vanaf 1989 stelde hij zich verkiesbaar als presidentskandidaat. Na drie verloren verkiezingen in 1989,1994 en 1998 lukte het daarna wel. Uiteindelijk werd hij eind oktober 2002 democratisch gekozen tot president van Brazilië en is dat 7 jaar geweest tot eind december 2010. 
Inmiddels is hij opgevolgd door de vrouwelijke president Dilma Roussef. Deze president is echter gedwongen geworden om af te treden en later is oud-president Lula veroordeeld door een rechtbank vanwege het aannemen van steekpenningen, waarvoor echter weinig bewijs bestaat. 
De huidige regering wil Lula definitief uitschakelen omdat hij aangaf in 2018 weer te willen meedoen met de presidentsverkiezingen. Hij is nog steeds uitzonderlijk populair en de huidige president Temer niet dus vormt Lula een bedreiging die uit de weg moet worden geruimd. Uiteindelijk heeft hij 580 dagen in de gevangenis gezeten waarna hij werd vrijgelaten omdat het Hooggerechtshof had geoordeeld dat een federale rechter de rechtzaak tegen Lula had moeten behandelen en niet een lokale rechter. Het eerdere vonnis van 8 jaar gevangenis en naderhand in hoger beroep 12 jaar werd verworpen. Hij is er sterker in 2019 uit gekomen en heeft veel persoonlijk verlies moeten verwerken met het verlies van twee echtgenotes en de mentale klap van een doodgeboren zoon. Zijn huidige vrouw Rosângela da Silva heeft hij notabene in de cel leren kennen.   
       
In 2013 waren er hevige stakingen en protesten omdat burgers vonden dat er veel geld uitgegeven werd aan het WK-voetbal in 2014 en voor de Olympische Zomerspelen in 2016, maar dat er nauwelijks geld besteedt wordt aan publieke voorzieningen zoals onderwijs en gezondheidszorg.
Een nieuwe in 2013 door de senaat aangenomen wet heeft bepaald dat de inkomsten uit de oliesector rechtstreeks naar het onderwijs en de gezondheidszorg gaan. In het jaar 2020 zou dat kunnen gaan om een bedrag van ruim 20 miljard Euro.

Het gesprek tussen Lula en Roemer ging vooral over de invloed van linkse partijen op het wereldtoneel. In Zuid-Amerika staat het er veel florissanter voor dan in Europa, waar nauwelijks linkse partijen aan de macht zijn. In Zuid-Amerika zijn dat er wel veel: zoals voormalig president Hugo Chavez van Venezuela, Evo Morales van Bolivia , Christina Fernandez (de Kirchner) van Argentinië, en de oud-presidenten Ricardo Escobar en Mevr. Bachelet van Chili.

Volgens Lula moeten de linkse partijen in Europa zich vernieuwen en met nieuwe ideeën komen en niet alleen de verworvenheden van de afgelopen 50 jaar proberen te verdedigen.
Roemer heeft een lagere school bezocht in Sao Paulo , een museum, een stadsverniewingsproject , om inspiratie op te doen. Een gemiste kans is dat Roemer geen bezoek heeft gebracht aan een van de bedrijven van Ricardo Semler om meer kennis op te doen van de echte vernieuwing als het gaat om democratisering van de economie. Zie hieronder.

Update 2023
Als een phoenix uit de as is Lula da Silva eind 2022 toch weer gekozen tot president van het 214 miljoen tellende land Brazilië en heeft Bolsonaro met een gering verschil verslagen. Dat heeft later begin januari 2023 tot rellen en vernielingen geleid in de regeringsstad Brasilia van het gerechtsgebouw en de regeringsgebouwen.  De democratie heeft gezegevierd. Het is een verdeeld land met grote groepen Brazilianen die nog steeds achter Bolsonaro staan en Lula de Silva nog steeds zien als veroordeelde crimineel. Lula heeft het vermogen echter om het land te verenigen en kan vele soorten compromissen sluiten..

Democratisering van het bedrijfsleven.


De titel zou kunnen suggereren dat de Braziliaanse Ondernemer Ricardo Semler wenst dat iedereen de hele werkweek vrij heeft, maar dat is een verkeerde interpretatie.
Semler geeft de algemene maatschappelijke kernwaarden van vrijheid , verantwoordelijkheid en democratie concreet vorm in zijn bedrijven. Decennia geleden werd zijn visie bekend na publicatie van het boek Semco Stijl waarin hij de uitgangspunten formuleerde van het Braziliaanse bedrijf Semco.
In 2003 is een ander boek van zijn hand verschenen getiteld “Het weekend van zeven dagen” dat in eerste instantie weinig serieus lijkt, want wie wil er nu zeven dagen weekend?
Na lezing van het boek begrijp je dat de boodschap wat genuanceerder ligt. Hij stuurt geen mensen de hele week naar huis om van het weekend te genieten. Wel probeert hij al decennia lang omgevingscondities en randvoorwaarden te creëren in bedrijven waardoor mensen maximaal vrij zijn en daardoor ook verantwoordelijk en creatief kunnen zijn.

Bedrijfsdemocratie
Daarnaast hecht hij er veel belang aan dat er een vorm van interne bedrijfsdemocratie ontstaat die alle medewerkers stemrecht geeft en de mogelijkheid tot inspraak en medezeggenschap. Veel ruimere bevoegdheden dan wij in Nederland gewend zijn vanuit de Wet op de Ondernemingsraad. Zo laat hij werknemers beslissingen over strategische beleidsplannen, investeringsplannen, het benoemen van leidinggevenden & nieuwe collega’s en het vaststellen van salarissen. Semler gaat zelfs zover dat hij medewerkers over alle bedrijfszaken wil laten meebeslissen. Over de locatie en inrichting van een nieuwe fabriek en werkplek tot en met nieuwe producten en bedrijfsactiviteiten. Zoals burgers in een democratie ook willen meebeslissen (indirect) over zaken die iedereen aangaan, zo zou het zeker ook in een onderneming moeten kunnen.

Vrijheid.
Als het gaat om het begrip vrijheid is Ricardo ook zeer extreem. Waarom zou je volwassen werknemers verstikken in vele strenge regels betreffende werkkleding, werktijden en zelf kwaliteitseisen? Wat je daarmee bereikt is dat mensen zich als een soort slaven of robots gaan gedragen en daardoor zeker niet meer verantwoordelijk en creatief zullen zijn.
Semler probeert al deze drempels in zijn bedrijven weg te nemen, hetgeen wel eens op onbegrip stuit bij afnemers. Internationale kwaliteitsnormen als ISO hanteren de Semco- bedrijven niet tenzij de klanten dat expliciet eisen. Semler maakt ze dan duidelijk dat deze eisen eigenlijk vanzelfsprekend zijn en nageleefd worden, maar niet op een bureaucratische manier die ook nog eens veel geld kost. Semco hanteert garantietermijnen van 5 jaar terwijl 3 jaar vanuit ISO geëist wordt. ISO normen betekenen dus een verslechtering van de levervoorwaarden en maakt producten duurder is de redenering.







































Mission Statement
Semler maakt ook duidelijk dat Semco geen mission statement heeft of een ander strategisch beleidsdocument omdat die meer beperkend werken dan sturend of richtinggevend. Er is wel een document voor nieuwe werknemers met de veelzeggende naam “Handleiding overleven”. Voor werknemers die overstappen naar Semco vanuit traditionele, hiërarchische en gereguleerde bedrijven is dit hulpmiddel bedoeld om een cultuurshock te voorkomen.
De Semco-bedrijven hebben geen ondernemingsplan, geen organigram, geen lange termijn begroting omdat voorspellingen of extrapolaties op de langere termijn alleen maar belemmerend zouden werken op de creativiteit. Wel zijn er korte termijn 6 maanden plannen, die ook uitgevoerd worden en waar investeringsbegrotingen voor gemaakt worden.
Doelstellingen als kwaliteit, winst en groei zijn zo vanzelfsprekend dat het geen toegevoegde waarde heeft om die vast te leggen en ook niet inspirerend werken voor medewerkers.
Kernwaarden moeten van onderop komen, vindt Semler en diep verankerd liggen in de gemeenschappelijke cultuur, want dan pas is het duurzaam.

HRM
In de begintijd had Semco nog wel een Personeelsafdeling maar inmiddels niet meer. Alle HRM taken zijn gedelegeerd naar medewerkers, business units en/of afdelingen zelf , zoals de werving en selectie, beoordeling & beloning en loopbaanbeleid.
Er zijn geen functie- of taakomschrijvingen en zelfs geen arbeidscontracten.
Er zijn ook geen receptionistes, secretaresses of postbezorgers. Die taken zijn verdeeld over het overige personeel.
Verder zijn er geen ICT- of KAM-afdelingen, terwijl moderne technologieën, milieu en duurzaamheid wel hoog in het vaandel staan bij Semco. Dus ook geen computerreglement of controles op (privé-)computergebruik. Mensen moeten zelf de balans tussen werk en privé zoeken en dat kan niemand anders voor hun doen, omdat ieder individu uniek is.
Semco doet wel aan klant- en medewerkerstevredenheidsmetingen en 180 graden- beoordelingen. Ondergeschikten beoordelen hun leidinggevenden en benoemen deze ook. Groepen medewerkers bepalen zelf wie als nieuwe medewerkers wordt aangesteld. Subculturen en kuddegedrag zoals Semler dat noemt zijn er natuurlijk wel en zijn evolutionair bepaald. Eveneens is het zo dat leidinggevenden vooralsnog ook nog niet overbodig zijn geworden in gedemocratiseerde bedrijven. Ze moeten zich wel voortdurend blijven bewijzen.

Reis door de Ruimte
Zo heet een Werving&Selectie -programma binnen Semco dat nieuwe medewerkers wordt aangeboden dat een jaar kan duren en waarbij nieuwe mensen op verschillende afdelingen of units zich oriënteren en nuttig maken op hun geheel eigen manier en aan het einde daarvan pas een keuze maken waar ze willen werken en wat voor werk ze graag willen gaan doen.

Verantwoordelijkheid
Zonder regels kunnen medewerkers ook geen overtredingen begaan en bestraft worden.
Semler gebruikt concrete voorbeelden van eerdere overtredingen m.b.t. declaratiegedrag van salesmanagers toen er nog wel formulieren en richtlijnen bestonden. Deze verregaande controle en betutteling moest afgeschaft worden. Is er dan geen misbruik kun je je dan afvragen?? Natuurlijk waren er wel eens afwijkende gedragingen en overtredingen van richtlijnen maar Semler heeft ingezet op verantwoordelijkheid van mensen door iedereen financiële cursussen aan te bieden en met iedereen alle financiële informatie te delen (wekelijks, maandelijks en jaarlijks) zodat men op de hoogte is van het financiële reilen en zeilen van het bedrijf. Hoe hoger de bedrijfskosten (door eventueel misbruik of diefstal) dan blijft de ruimte voor salarisverhogingen ook beperkt en dat is een gezonde prikkel. Als het eigenbelang samenvalt met bedrijfsbelang bescherm je als vanzelf de onderneming.

Besluitvorming: oftewel nietsdoen!
Op allerlei niveaus zijn er regelmatig vergaderingen en bijeenkomsten. Een zo’n vergadering heet “Vrienden van de prins”, waar de vijf hoofdirecteuren en hun managers bijeen komen. Daarnaast is er ook wekelijks een “Vergadering van de kleine man” waar alle medewerkers van een afdeling of unit naar toe mogen. Semler beschrijft allerlei recente voorbeelden van bijeenkomsten waar de meningen nogal sterk uiteen liepen en er vervolgens geen beslissing viel. “De kunst van het nietsdoen” noemt Semler dat. Zonder dit met zoveel woorden te zeggen lijkt het een vorm van een democratisch meerderheidsbesluit maar wel met een gekwalificeerde (tweederde of driekwart-) meerderheid en ziet hij niets in besluitvorming op basis van consensus . Dat blijft als lezer toch nog enigszins onduidelijk want uiteraard worden er beslissingen genomen en soms ook tegen de zin van Semler in.

Flexwerken en Zelforganisatie
Voor wie inmiddels denkt dat Semco een raar bedrijf van een andere planeet is dan toch een paar ontwikkelingen die we ook elders in het bedrijfsleven signaleren.
Flexwerken heeft Semco meer dan elk ander bedrijf doorgevoerd en dan gaat het niet alleen om werktijden maar ook werkplekken.
De extreem doorgevoerde democratische bedrijfsvoering is ook op te vatten als zelforganisatie. Geef alle medewerkers en vooral de professionals op de werkvloer die betrokken zijn bij het primaire proces alle vrijheid en verantwoordelijkheid om zich te organiseren en zelfstandig te werken. Geen betutteling of sturing van bovenaf.

dinsdag 3 september 2013

Solidaire economie als wenkend alternatief

Onderstaand artikel is als ingezonden stuk gepubliceerd in Eindhovens Dagblad woensdag 4 september

Reactie op artikel: "Heilig geloof in falende markt".

In het Eindhovens Dagblad van woensdag 28 augustus stond een samenvatting van de afscheidsrede van hoogleraar economie prof. Nic Douben van de TU/e. Daarin beschrijft hij uitgebreid dat het ongebreidelde vrije markt denken eigenlijk altijd teveel geïdealiseerd is en dat het kapitalisme ook vele nadelen heeft voor milieu en samenleving. Denk daarbij aan uitputting van fossiele energie en grondstoffen, vervuiling en schade aan natuur, maar ook overconsumptie en toenemende inkomensongelijkheid .


Douben staat met zijn mening natuurlijk niet alleen en kan zich zelfs gesteund voelen door het natuurkundige genie Albert Einstein, die al in 1949 een essay schreef “Why Socialism”. Hij was uiteraard geen (politiek) econoom, maar hij was er wel diep van doordrongen dat het kapitlisme de mensheid veel schade berokkende. Het bedrijfskapitaal in privébezit leidde volgens Einstein tot machtsconcentratie en uitbuiting van de factor arbeid . Einstein geloofde in een vorm van socialisme die we samen nog moeten ontwikkelen, zonder te vervallen in een centraal geleide (communistische) economie. Productie niet om de winst, maar om in de menselijke behoeften te voorzien. Het eigendom van kapitaalgoederen, bedrijven en grond moeten echter niet in handen van privépersonen liggen. Het behoort de hele samenleving toe en dus ook niet in handen van de overheid komen.
Douben heeft dus gelijk, maar jammer is wel dat hij eigenlijk geen wenkend alternatief beschrijft. 
  Francis Fukuyama schreef het boek “The end of history and the last man”, na de val van het communisme en wilde bewijzen dat er maar één bruikbaar economisch systeem is en dat is het kapitalistische systeem.

Dit is echter een zwart/wit vergelijking die enige nuancering verdient, want het kapitalisme kent vele verschijningsvormen. Zo maakte onderzoeker D.Kalff al in 2004 in zijn boek “Onafhankelijkheid voor Europa” duidelijk, dat je een onderscheid moeten maken tussen het Anglo-Amerikaanse kapitalisme en het Rijnland-kapitalisme . Over langere tijd gekeken toont Kalff overtuigend aan dat het Rijnland kapitalisme meer economische en maatschappelijke voordelen biedt dan het extreem liberale Anglo-amerikaanse kapitalisme.

Bij het Europese type van (Rijnland-)kapitalisme heb je een sterke overheid en vakbonden. Die bonden bepalen ook hoe de arbeidsomstandigheden en voorwaarden vormgegeven moet worden. De overheid treedt daarnaast regulerend op via belastingen en wetgeving om de uitwassen van een mono- of oligopolistisch systeem aan te pakken. De wet op de economische mededinging legt ook de voorwaarden voor eerlijke concurrentie vast. Sleutelwoord daarin is het begrip eerlijke concurrentie om machtsmisbruik van economische partijen te voorkomen.
Bedrijven moeten concurreren op prijs, kwaliteit en service, om zo de consument voor zich te winnen. Dit maakt ook innovatie mogelijk vanuit het proces van creatieve destructie volgens econoom Schumpeter. Dan kunnen nieuwe en betere producten de kans krijgen om op de markt te komen. Met een staatsgeleide economie en monopolisering lukt dat niet.

Anderzijds gaat het in de economie om schaarse goederen en moeten er in de economie effectief en efficiënt goederen geproduceerd en gedistribueerd worden om alle mogelijke verspillingen tegen te gaan. Verspilling van kostbare grondstoffen en energie kan ontstaan door teveel onnodige producten, de verkeerde, slechte of gevaarlijke producten en eventueel op de verkeerde plaatsen worden aangeboden.
Juist hier schiet de kapitalistische economie schromelijk tekort. Landbouwoverschotten worden vernietigd en doorgedraaid. Grote voorraden geschikte producten worden incourant. Veel producten zijn niet duurzaam en verantwoord geproduceerd en zijn mogelijk schadelijk. Om een goed werkend economisch systeem te realiseren blijkt juist veel afstemming, overleg en samenwerking nodig te zijn. Dus wel concurrentie op het vlak van innovatie maar op het vlak van productie en distributie is samenwerking noodzakelijk. Rudolf Steiner bedacht daarvoor in de beginjaren van de 20e eeuw de term associatie als een overlegorgaan tussen de economische betrokken producenten, handelaren en consumenten/afnemers. Samen moeten zij afspraken maken over prijzen, hoeveelheden en afzetplaatsen die ertoe leiden dat er geen kostbare hulpbronnen zoals geld, energie en menskracht verspild wordt.


De Braziliaanse ondernemer Ricardo Semler heeft in zijn boeken Semco-Stijl en Weekend van zeven dagen aangetoond dat een zeer verregaande vorm van democratisering(en dus inspraak) in zijn bedrijf vele verrassende positieve resultaten oplevert. Medewerkers zijn in grote mate betrokken bij alle besluiten aangaande het bedrijf zowel strategisch, financieel , organisatorisch en op het gebied van HRM. Mogelijk is dit een nieuwe derde weg van kapitalisme.
Via associaties en gedemocratiseerde bedrijven kan fair-produce, fair-trade en fair-pricing concreet vorm krijgen. De economische belangen van alle direct betrokken stakeholders kunnen zo in evenwicht worden gebracht. De wet op de economische mededinging kan dit laatste echter dwarsbomen, omdat zij dit opvat als prijs- , hoeveelheids- of marktverdelingsafspraken. Dus niet de dogmatiek van politici of economen zijn de echte obstakels , maar het ontbreken van een heldere visie op een socialistische, gedemocratiseerde vorm van overlegkapitalisme of kortom een solidaire economie.