maandag 25 april 2016

Een andere economie is mogelijk !



Onderstaand artikel is ook gepubliceerd op de website vrijeschoolbeweging.nl en de weblog Antroposofie in de pers en in het kerstnummer van Vrije Opvoedkunst 2016.


http://www.nearchus.nl/wp-content/uploads/2016/03/voorplat_economie.jpg

 

Ter gelegenheid van de nieuwe uitgave van de “Ökonomischer Kurs” van Rudolf Steiner  die nu verschenen is onder de titel ” Economie. De wereld als één economie” heeft uitgever en publicist John Hogervorst dit voorjaar een twintigtal bijeenkomsten georganiseerd door heel Nederland.
Op 19 april verzorgde hij in dat kader ook een lezing op het Novaliscollege in Eindhoven. In aanwezigheid van zo’n 40 a 50 belangstellenden heeft John een uiteenzetting gegeven van de visie van Rudolf Steiner op de economie, zoals die ook in de voordrachten en vragenbeantwoording in het boek naar voren komt. Steiner kiest voor een fenomenologische aanpak van economische verschijnselen  omdat de economie volledig het resultaat is van menselijk handelen. In de economie gaat het om de productie en verspreiding van goederen en diensten voor de hele mensheid. Hoe we dat doen en met welke grondstoffen en hulpmiddelen is ook mensenwerk.
John Hogervorst (midden) met gastheer Henk Verboom (rechts)

John maakt een terugblik om op een concrete en objectieve manier een product zoals een pot pindakaas te vervolgen vanaf je bord tijdens het ontbijt bij de consument tot en met de winning van grondstoffen (noten) in de natuur door boeren ergens ver weg op aarde. Alles overziende realiseer je je dan pas hoeveel mensen en middelen er wereldwijd bij betrokken zijn, om ervoor te zorgen dat dagelijks in onze behoeften wordt voorzien. Het is daadwerkelijk een wereldomvattend proces  en we kunnen in onze tijd daarom ook terecht spreken van een wereldeconomie. Op een andere manier zou je kunnen zeggen dat je tegenwoordig in de economie altijd voor een ander werkt.  Dat schept verbindingen en is dus een sociale bezigheid, we zijn daarin ook solidair met elkaar  Dat moet dus ook het uitgangspunt zijn in de economie. Hoe organiseren we het economische proces zodat we niemand op aarde tekort doen en zonder de natuur en de aarde te schaden? Het doel is dus een duurzame en solidaire economie te realiseren, voor de mensen nu én toekomstige generaties. De moderne visies zoals een circulaire economie of Cradle tot Cradle benadering streven hetzelfde na.  
Vrije schoolgemeenschap voor Vwo, Havo en Vmbo

Rudolf Steiner constateerde ook al in zijn tijd (rond 1920) dat het kapitalistische systeem al grote nadelen had. Hij zag al hoe in de natuur roofbouw gepleegd werd op landbouwgrond, bossen en mijnen ter verkrijging van grondstoffen en hoe mensen onder erbarmelijke arbeidsomstandigheden ingezet werden in fabrieken en bedrijven.  In de geest van zijn tijd pleitte hij ook voor een soort socialistische benadering van de economie waarbij de grond en kapitaalgoederen  niet in privébezit mochten zijn maar geneutraliseerd en in handen van de gemeenschap of samenleving. Hij was geen voorstander van staatseigendom zoals de marxisten en communisten. Het huidige eigendomsrecht is eigenlijk een heel oud (en achterhaald?) principe dat we te danken hebben aan de Romeinse tijd zo’n tweeduizend jaar geleden. Daar ontstond in het recht het eigenbelang en particulier eigendom. Dit rechtsprincipe is aan vernieuwing onderhevig en moet aangepast worden aan de huidige nieuwe tijd. Wel particulier bezit van prive-spullen, maar niet meer van collectieve goederen zoals landbouwgrond ,  bossen en weiden en kapitaalgoederen. Zo kenden we in Europa lange tijd de Commons als gemeenschappelijke weidegronden, waar de gemeenschap zorgde voor beheer en onderhoud. Wetenschapper Elinor Ostrom kreeg in 2009 als eerste vrouw de Nobelprijs voor de economie voor haar grondige studie van het beheer van deze Commons.    
Grote hal Novaliscollege met belangstellenden

Anders dan in de huidige economie waar het uitgangspunt de concurrentie is, pleitte Steiner juist voor samenwerking en overleg tussen alle economische partijen. Concurrentie kan ertoe leiden dat het recht van de grootste en sterkste gaat overheersen. Je kunt minder draagkrachtige bedrijven het faillissement in duwen of door de mogelijkheid van een financiële overname kun je je opponenten overnemen en zo onschadelijk maken. Uiteindelijk zien we in veel branches en sectoren een beperkt aantal ondernemingen die door hun omvang en macht de markten/consumenten domineren. In wat Steiner een associatieve economie noemde moet er gelegenheid zijn om in verschillende overlegorganen de belangen en kennis van producenten, handelaren en consumenten samen te brengen, af te wegen en besluiten te nemen over kwaliteit , hoeveelheden en prijzen van producten. John geeft als voorbeeld het huidige Japan waar als zo’n 25 procent van de producten gemaakt wordt in opdracht van consumentenkringen. Dat is dus vraag- en juist niet aanbod-gestuurd. Onze westerse economie is juist sterk aanbod-gestuurd en wordt door middel van enorme reclame- en marketinginspanningen  geprobeerd consumenten te verleiden deze producten aan te schaffen. Bij een mismatch tussen vraag en aanbod leidt dat echter tot grote verspillingen.  In de economie gaat het om schaarse goederen en dus is zorgvuldigheid  (lees efficiency en effectiviteit) noodzakelijk.  Bij vraag-gestuurde productie is dat veel vanzelfsprekender.

Overleg en uitwisseling in grote diverse groepen mensen blijkt wel degelijk interessante resultaten op te leveren. In het boek The Wisdom of Crowds wordt aangetoond dat een heterogene groep tot betere oordelen en schattingen komt dan een homogene groep deskundigen. De Amerikaanse economisch journalist en onderzoeker James Surowiecki heeft daar vele voorbeelden van beschreven. 
 Voor wie zou kunnen denken dat een overlegeconomie ouderwets en achterhaald  is, gezien het falen van alle historische communistische voorbeelden, kan toch verwezen worden naar twee moderne wetenschappers Michael Albert en Robin Hahnel, die in hun theorie van Parecon (samentrekking van participatieve economie) ook uitgaan van economische overlegkringen.  
In de Nederlandse biologische dynamische Landbouw en dankzij de inspanningen van o.a. Odin/Estafette worden ook voedingsmiddelen geleverd via zogenaamde groente-abonnementen. Daarbij kunnen consumenten vooraf aangeven wat hun behoefte aan etenswaar zal zijn. Een toezegging vooraf om bepaalde producten in de nabije toekomst af te gaan nemen.  

Een ander belangrijk punt is de totstandkoming van prijzen en de zoektocht naar de juiste en transparante prijs. In de definitie van Steiner( 29 juli 1922): "Een prijs is de juiste prijs wanneer iemand voor een product dat hij vervaardigd heeft, zoveel als tegenwaarde ontvangt dat hij al zijn behoeften (en die van zijn naasten) kan bevredigen totdat hij opnieuw een product zal hebben vervaardigd". 
Dus niet terugkijkend hoelang het heeft geduurd en kijkend naar alle productiekosten, maar juist vooruit kijkend en naar alle behoeften van iemand en zijn familie gedurende een bepaalde tijd.
Deze definitie is echter niet erg praktisch als we bedenken hoeveel mensen en middelen bij ieder product betrokken zijn. Je kunt echter geen scherpe grenzen trekken en dus worden het oneindige rekensommetjes. De juiste prijs is daarmee feitelijk een onmogelijke opgave. Openheid en transparantie met betrekking tot prijzen is echter wel haalbaar en wenselijk. Daar moeten en kunnen we mee beginnen zodat alle economische partijen voortdurend streven naar verdere efficiency (minimale verspilling) en effectiviteit (schaalvergroting en innovatie) zonder afbreuk te doen aan mens en natuur.  

Na een korte koffiepauze was er gelegenheid om vragen te stellen . Het aanwezige publiek maakte daar dankbaar gebruik van met vragen als:
“Is de mensheid als het gaat om bewustzijnsontwikkeling al toe aan een associatieve economie”?

“Hoe berekent John als uitgever (Nearchus) zelf de juiste prijs van een nieuw uitgegeven boek”?
“Wat vind je van het nieuwe boek van Joris Luyendijk en het boek "Kapitaal in de 21e eeuw" van Thomas Piketty”?  

 “Is er in de visie van Steiner ook een belangrijke plaats voor regionale en lokale producten”?
Dankzij John werd het een boeiende avond, die de mensen hopelijk weer wat houvast heeft gegeven.