vrijdag 30 juni 2017

Het dilemma van de juiste prijs.


Een zoektocht.
Wanneer is er sprake van een rechtvaardige, juiste of eerlijke prijs voor een product of dienst? Hoe bepaal je die dan, oftewel welke kosten neem je mee ? Wie bepaalt de prijs?  Het is een interessante uitdaging om hier een weg in te vinden.  
Tijdens mijn studie Technische Bedrijfskunde aan de Technische Hogeschool in Eindhoven gedurende de periode 1977-1984 kreeg ik meerdere vakken op het gebied van economie. De belangrijkste waren algemene economie en daarna voornamelijk bedrijfseconomie. Bij het vak algemene economie kreeg we allerlei macro-economische modellen voorgeschoteld  vanuit een meer liberale kapitalistische visie. In een ideale open marktsituatie met volledige mededinging zal de beste prijs ontstaan op het snijpunt van vraag- en aanbodcurve. Dat betekent veel aanbieders en veel vragers naar een product zoals brood of melk. In de praktijk weten we dat dit zeker niet het geval is. Door samenwerking en centralisatie proberen aanbieders een front te vormen en kunnen zo hun prijs opleggen.
Later in de studie kregen we in het vak bedrijfseconomie meer inzicht in de vaststelling van kostprijzen en verkoopprijzen in bedrijven. Een onderneming kijkt terug in het productieproces en legt vast hoeveel kapitaal is ingezet via grondstoffen, halffabricaten, energie, machines, productiemedewerkers (allemaal directe kosten) en overhead (indirecte kosten) om een bepaald aantal eindproducten te maken. Daaruit ontstaat de kostprijs waarna met een opslagpercentage  een verkoopprijs tot stand komt. Deze methode heet opslagmethode. Later leerden we ook de methode van integrale kostprijsberekening, nog later activity based costing (ABC).  Zonder in detail in te gaan op de verschillen en situaties waarin ze afhankelijk van het soort productieproces kunnen worden ingezet, hebben ze allemaal gemeen dat er gecalculeerd wordt op basis van realisatie, dus altijd terugkijkend in de tijd.
Toen ik begin jaren tachtig in aanraking kwam met de vrije school heb ik me aangesloten bij een studiegroep onder leiding van economieleraar Kim Lapré, die de economiecursus van Rudolf Steiner uit 1922 ging bestuderen. Kim is 12 oktober 2017 op 81-jarige leeftijd overleden.
Steiner ging toen in op de gangbare theorie van Adam Smith over prijsvorming zoals ik hierboven bij de algemene economie heb beschreven. Hij kiest er ook voor om vooral het accent te liggen op economische kringlopen en dat past gevoelsmatig ook beter bij de natuur met haar ecologische kringlopen. In de 6e voordracht komt Steiner met een verrassende  definitie: “De juiste prijs is die prijs waarbij iemand voor een product dat hij vervaardigd heeft, zoveel als tegenwaarde ontvangt dat hij in de som van zijn behoeften (én die van zijn gezin)  kan voorzien tot hij opnieuw eenzelfde product zal hebben vervaardigd”.
Laten we het voor de eenvoud houden bij een schoenmaker die een paar schoenen kan maken. De prijs die hij daarvoor moet vragen is dan het benodigde inkomen gedurende de tijd dat hij erover doet om weer een paar schoenen te maken. Het opvallende daarbij is dat hij dus vooruit (naar de nabije toekomst) moet kijken, maar dat de productiekosten feitelijk ontbreken. Tenzij je de behoefte van de schoenmaker daarbij zo ruim interpreteert dat je daarin ook de grondstoffen(leer, garen, lijm, zolen, machines en energie terugziet. Dat nog is het zeer complex, omdat je in een glazen bol kijkt.
Steiner realiseert zich dat ook want hij stelt (op blz. 92 onderaan):  Wanneer u namelijk louter het verleden bekijkt en ook statistisch alleen op het verleden  terugblikt, dan zult U kunnen bewijzen dat de geestelijke arbeid met betrekking tot het verleden en al datgene wat een directe voortzetting van het verleden eigenlijk onproductief is. Vanuit het verleden naar de toekomst is in materiele zin alleen de pure materiële arbeid, ook in het economische proces met haar vervolg, als productief te zien".  `Geheel anders is het wanneer u de toekomst bekijkt- en economisch handelen betekent nu eenmaal toewerken van het verleden naar de toekomst’.  
De opnieuw uitgebrachte cursus economie van R.Steiner
Daar komt bij dat de som van zijn behoeften ook moeilijk exact zijn vast te stellen. Wat hoort daar allemaal bij ; eten, kleren, huis, interieur, huisgerei , medicijnen, ontspanning, rookgerei, alcoholische dranken, reisjes, theaterbezoek? Een lastig optelsommetje.
Deze methode heeft wel als voordeel dat ze wel extra veilig is , omdat materiaalkosten zoals het leer, of energiekosten plotseling kunnen stijgen en dat kun je dan meenemen in de prijs.  Anderzijds moet hij vooraf aangeven, hoe lang hij over het maken van een nieuw paar schoenen zal doen, want er speelt ook nog zoiets als een kostenervaringskromme. Dit economisch principe stelt dat iemand die een bepaalde klus steeds vaker doet ervaring opbouwt en zo steeds sneller en beter een product zal maken. Een efficiëntievoordeel dus, waardoor de schoenmaker dus steeds een lagere prijs/vergoeding zou moeten gaan vragen.   Toch blijft deze prijsdefinitie ook vanuit andere gezichtspunten heel lastig. Wat wordt de prijs als de schoenmaker in het weekend geen schoen maakt of een week ziek wordt? Neemt dan de verkoopprijs opeens exponentieel toe?
In beide visies worden arbeidskosten, een week- of maandloon en ondernemersinkomen  meegenomen als productiefactoren en ook meegerekend in de prijzen. Wat de juiste prijsbepaling nog extra complicerend maakt is dat de kapitaalkosten deels bestaan uit kosten van de grond en eventueel het gebouw zoals huur- of hypotheekkosten van het bedrijfsgebouw. Deze productiemiddelen zouden volgens Steiner niet in eigendom en dus niet gekocht moeten kunnen worden, omdat ze sterk prijsopdrijvend werken.  Deze bedrijfsmiddelen zouden tegen een soort gebruiksrecht of pacht te beschikking moeten worden gesteld. Dan werkt het niet prijsopdrijvend.  
Op andere plaatsen heeft Steiner duidelijk aangegeven dat de mens geen productiefactor is en daarom dat het loon of inkomen vastgesteld moet worden in het rechtsgebied en niet in het economisch verkeer of gebied. De waarde of het loon van een arbeider moet niet de uitkomst zijn van vraag en aanbod alsof het een economisch product is. In de prijsvisie van Steiner wordt wel een soort van behoeften-inkomen centraal gemaakt en juist afhankelijk gemaakt van het economisch proces. Dat lijkt erg strijdig met elkaar. 
Verder heeft Steiner ook aangegeven dat als de prijs te laag is (dus niet de juiste prijs) iedereen armer wordt en als de prijs te hoog wordt dan moeten associaties groter gemaakt worden. Elders in de cursus en ook op andere plaatsen heeft Steiner juist een ander waardevol principe uitgewerkt waarbij niet de volledige concurrentie of mededinging het uitgangspunt zou moeten zijn, maar juist de samenwerking. En dan niet alleen die tussen producenten onderling want daardoor zou monopolie- of oligopolievorming kunnen ontstaan en dus tot prijsafspraken kunnen leiden.      Steiner bedoelde juist overlegorganen, associaties, tussen producenten, handelaren en consumenten. Daar moeten in open uitwisseling en onderhandeling afspraken gemaakt worden over hoeveelheden, kwaliteit en prijs van een product voor een bepaald gebied en voor een bepaalde periode. Consumenten moeten aangeven wat zij ervoor over hebben en producenten en handelaren moeten nagaan of zij het voor die prijs kunnen maken en leveren. De prijs is dan weer het optimum tussen vraag en aanbod. Associaties zijn er voor bepaalde regio’s die een zekere omvang hebben maar dat moet in de praktijk zelf blijken. Dat kan dus ook als gevolg hebben dat prijzen per regio kunnen verschillen.
We zouden graag ook transparantie willen als het gaat om prijzen en prijsopbouw. Om van het vervelende rekenwerk af te zijn, al dan niet op basis van historische dan wel toekomstige kosten, kunnen we het prijsdilemma dus maar beter overlaten aan associaties. Daar worden   de prijzen voor een bepaalde periode in de praktijk vastgesteld als evenwichtspunt tussen de vraag van consumenten of de markt en het aanbod door producenten en handelaren.
Een actueel vraagstuk is momenteel de transparantie rondom de prijzen van een product. Biologische boeren klagen er bijvoorbeeld over dat hun producten wel eerlijke prijzen hebben omdat zij het ,milieu, de natuur en de maatschappij geen schade berokkenen. Gangbare boeren gebruiken extra chemicaliën, pesticiden en kunstmest die de bodem uitputten en ook het grondwater en milieu aantasten. Uit verschillende metingen blijkt ook dat de voedingsstoffen die erin zitten veel lagere concentraties hebben. De monoculturen en grootschaligheid in de gangbare landbouw verkleint ook de biodiversiteit en draagt minder bij aan de voedingsgezondheid. Samenvattend betekent dat de gangbare producten eigenlijk veel te lààg geprijsd zijn, omdat de externe en maatschappelijke kosten niét worden meegerekend. Daarom hebben de biologische boeren recent gepleit voor het afschaffen van de BTW op hun producten. Dat zou de vergelijking enigszins eerlijker maken.


Zie ook artikel: https://bedrijfskunde-economie.blogspot.com/2018/01/ondernemer-engelsman-van-eosta-meest.html
Het bedrijf Eosta, heeft onder leiding van directeur en oprichter Folkert Engelsman dit jaar een nieuwe calculatiemethode ingevoerd onder de internationale term "True Cost Accounting", waarin alle kosten incl. milieukosten en CO2 uitstoot zijn meegenomen. Dit jaarrapport  is aangeboden aan Prins Charles en ook aan directeur Peter Bakker van het World Business Council for Sustainability (VN-orgaan). Dit leidde er mede toe dat pionier Folkert Engelsman in 2017 uitgeroepen is tot meeste duurzame ondernemer van 2017 (Trouw).  Dit zijn allemaal stappen richting een eerlijke, transparante prijs waarbij duurzame producten nog extra voordelen hebben.       

zondag 2 april 2017

Wat ging er mis in Venezuela.

Hugo Chávez, de voormalige president van Venezuela (foto: nl.wikipedia.org)

 De Linkse hervormingen van Chávez in Venezuela.
In een recente aflevering van de serie "Reizen Waes" bezoekt de Vlaamse televisiemaker Tom Waes het land Venezuela, dat berucht is vanwege zijn hoofdstad Caracas, waar het meeste aantal moorden ter wereld worden gepleegd. Veilig in een terreinwagen en onder begeleiding van een gids en bodyguard rijden ze in 2017 door de straten van wat oogt als een moderne, rijke stad met veel hoge gebouwen. Opeens echter zien we enorm lange rijen mensen wachtend, urenlang voordat zij in een winkel wat eerste levensbehoeften kunnen kopen. Aan een man die net uit de winkel komt vragen ze wat hij gekocht heeft. “Een pak koffie” zegt hij , “maar ja zonder suiker en melk heb je er ook niks aan en juist die spullen hadden ze niet”. Hij had ook zeep gekocht maar daarbij was ook het probleem dat er vaak geen water was. Daarvoor heeft hij vele uren in de rij moeten staan. De situatie wordt nog schrijnender als we zien hoe westerse valuta omgeruild worden voor de lokale bolivar. Een bedrag van € 1000 betekent in praktijk twee sporttassen vol papiergeld. Dat heet hyperinflatie zoals Duitsland dat ook kende in de jaren dertig van de vorige eeuw. De prijzen voor de dagelijkse benodigdheden veranderen van dag tot dag.  De indruk ontstaat dat dit land op het punt staat te "imploderen' en dat de burgers het land uitvluchtten of gedwongen zijn in enorme armoede te leven. Dat is ook het beeld dat de nieuwsmedia de wereld in sturen en dat dit allemaal het gevolg is van slecht bestuur en overheidsfalen! Klopt dit verhaal wel?? 

Waar ging het mis met dit prachtige, welvarende land, waarvan gezegd wordt dat er zich voor de kust de grootste olievoorraden van Zuid-Amerika  bevinden? Benzine is  daarom nu ook spotgoedkoop, al zijn er relatief weinig auto’s in de miljoenenstad Caracas.


De Oppervlakte van het land bedraagt ruim 912.000 km2 en dat is ruim 20 keer zo groot als Nederland. De bevolking telt ongeveer 31 miljoen burgers en dat is minder dan 2 keer zoveel als dat er Nederlanders zijn.
In 1821 werd het land na enkele jaren van burgeroorlog onder leiding van “vrijheidsstrijder en revolutionair”  Simón Bolivar definitief onafhankelijk van Spanje na honderden jaren van overheersing. De lokale valuta is naar deze man genoemd en ook de hoogste berg (uitloper van het Andesgebergte) van 5007 meter hoog heet Pico Bolivar. Het land heeft een grote diversiteit aan landschappen met bergen,  regenwouden en grote vlakten van de Orinoco delta, maar ook de hoogste waterval ter wereld,  de Angelwaterval van bijna 1000 m hoog.  Het land kent ook het grootste binnenmeer van Zuid-Amerika, het meer van Miracaibo .
 In 1830 werd het een onafhankelijke republiek. De 19e en 20e eeuw werden gekenmerkt door perioden van politieke instabiliteit, dictatoriaal bewind en revolutionaire onrust.  Tot aan begin 20e eeuw was het land gericht op landbouw.
 In 1914 vond de Koninklijke Olie (later Shell) olie , nabij het meer van Maracaibo  en in 1920 een enorm olieveld La Rosa. Vanaf die tijd konden 100.000 vaten aan olie per dag naar boven gehaald worden. De productie steeg explosief van 1,4 miljoen vaten in 1921 tot 137 miljoen vaten  in 1929. 
In 1960 werd op initiatief van Venezuela de OPEC opgericht als organisatie van olieproducerende landen. Aan het begin van de 21e eeuw was het land de 5e grootste exporteur van olie in de wereld. Het zorgt voor bijna 85% van de exportopbrengsten.
    
In 1992 vond een mislukte staatsgreep plaats, die georganiseerd was door Hugo Chávez, iemand van Indiaanse afkomst. Daarna werd hij gevangen genomen en verbleef enige jaren in de gevangenis. Na zijn vrijlating stelde hij zich kandidaat voor het presidentschap en werd tot ieders verrassing ook in 1998 gekozen. Zijn nieuw gevormde verenigde socialistische partij nationaliseerde in stappen en over een periode van meerdere jaren de oliemaatschappij tot staatsbedrijf Petróleos de Venezuela met 51% van de aandelen in handen van de overheid. Dat was nodig om ervoor te zorgen dat de olie-opbrengsten ten goede kwamen aan de bevolking. Dit was tegen het zere been van de westerse oliemaatschappijen en in 2002 vond wederom een mislukte staatsgreep (met steun vanuit de VS) plaats, maar nu tegen Chávez.  Daarnaast wilde Chávez ook de Centrale Bank van Venezuela nationaliseren.
wapen van Venezuela

Kort na zijn aantreden als president schreef hij een landelijk referendum uit om een grondwettelijke vergadering samen te stellen uit vertegenwoordigers van heel Venezuela inclusief inheemse stammen. Dat referendum haalde een ruime meerderheid en zo ontstond een nieuwe grondwet
Hij lanceerde ook het ambitieuze Plan Bolivar 2000 als programma voor sociale voorzieningen en om de armoede te verlichten. Meer dan 70.000 militairen moesten de bevolking gaan helpen met repareren van ziekenhuizen en wegen en moesten gratis medische zorg bieden. Een andere missie van Chávez was het uitbannen van analfabetisme.  Voedsel moest tegen lage prijzen bij wet vanaf 2003 aangeboden worden in speciale opgerichte staatswinkels. Zo wilde hij zwarte markt, speculatie en inflatie tegengaan. Hij richtte daarvoor het verdelingsnetwerk Mercal op. Uiteindelijke doel was om onderwijs en gezondheidszorg voor iedereen gratis en toegankelijk te maken en armoede te bestrijden. Daarvoor heeft Chávez ongeveer $ 440 miljard in het land geïnvesteerd. 
Door wetgeving heeft Cháves geholpen bij het opzetten van wel 100.000 bedrijven op coöperatieve grondslag met kredieten en technische opleidingen. Hij heeft ook geprobeerd het grootgrondbezit van land in Venezuela aan te pakken.  Venezuela heeft een tropisch klimaat en dat betekent dat je jaarlijks twee en soms drie keer kunt oogsten. Het kweken van tropisch fruit en een overdaad aan groenten is op veel plaatsen mogelijk.  
Door de enorme sociale programma’s kreeg de economie het soms moeilijk. In 2014 bereikte het BNP het bedrag van $ 206 miljard  en dat was 1/3 lager dan de $ 298 miljard uit 2012.  Mede door de sterk afnemende olieprijs daalde de opbrengsten van de olie-exporten. In 2014 bedroegen de exportopbrengsten  $ 80,7 miljard waarvan $ 77,8 miljard afkomstig waren van de olie. In 2014 was er nog een overschot op de handelsbalans van $ 30 miljard. 
Toch groeide de economie ook, want de sojaproductie steeg met 885% in 10 jaar tijd tot 54.400 ton. De rijstproductie steeg met 84% in diezelfde periode tot 1,3 miljoen ton. De melkproductie steeg met 47% . En de calorie-inname van het hele volk steeg met 130% over 13 jaar. Het land en zijn bevolking en economie tegelijkertijd ontwikkelen kan dus wel en Chávez heeft het bewezen.
Gedurende de jaren 2009 – 2015 schommelde de werkeloosheid tussen de 7,2 en     8,5%  hetgeen niet echt slecht is. De staatsschuld bedroeg ongeveer 50% van het BNP en is ook niet schrikbarend.  Het overheidstekort liep wel op tot 18,6%, maar het ergste probleem is de oplopende inflatie tot wel 122 % in 2015.  
Daar ligt een enorm groot gevaar en dat wordt misschien ook nog eens extern veroorzaakt door grote internationale banken die bewust valuta van kleinere landen aanvallen en in waarde laten kelderen.    
Chaves maakte afspraken met Cuba waardoor olie tegen een gunstig tarief gegeven werd in ruil voor 20.000 artsen en leraren (later 40.000), die in Venezuela kwamen werken.  
Samen met andere linkse leiders van Zuid-amerikaanse leiders zoals Lula da Silva uit Brazilië, Evo Morales uit Bolivia , Rafael Correa uit Ecuador en Fernando Lugo uit Paraguay vormde hij de Bolivariaanse Alliantie en richtte de regionale Bank van het Zuiden op, om minder afhankelijk te zijn van de door het Westen gedomineerde Wereldbank en het IMF.  9 December 2007 is de officiële oprichting van deze Banco del Sur met 7 deelnemende Zuid-Amerikaanse landen. Het bijzondere van deze bank is dat de deelnemende landen een gelijk stemrecht hebben, ongeacht hun financiële inbreng of grootte. Kredieten zijn bedoeld om de regio te versterken en economische integratie te realiseren van "de Unie van Zuid-Amerikaanse Naties"(in totaal 12 landen waaronder ook Suriname). Men wilde later zelfs een gemeenschappelijke munt gaan voeren en noodfondsen aanleggen voor natuurrampen.  Het startkapitaal was echter zeer beperkt met $ 7 miljard.
Chávez predikte het Socialisme van de 21e eeuw, zoals hij het zelf noemde en liet zich beïnvloeden door de geschriften van Marx, Lenin, Bolivar maar ook Noam Chomsky en (als katholiek) ook door de historische revolutionair Jezus Christus.
Chávez trad wekelijks op bij een radiozender en ook bij de door hemzelf opgerichte staatstelevisie. Zo kon hij in direct contact treden met de bevolking. Ook gebruikte hij Twitter, dat in 2015 zelfs nog ruim 4 miljoen volgers telde. Hij zorgde ook voor beschikbaarheid van computers en internet en richtte daarvoor infocenters op, waar men gratis gebruik van kon maken. In maart 2010 waren er al 668 van dergelijke centra.
In het westen maakte hij zich niet populair door westerse leiders , zoals Bush, Blair en Merkel uit te schelden.  Tijdens zijn beruchte toespraak voor de VN liepen veel toehoorders demonstratief weg. 
Voor  Zuid-Amerika heeft Chávez echter veel betekent.  Zo plaatste het Engelse tijdschrift The New Statesman in 2006 Chávez op de 11e plaats van “Helden van onze tijd”. Time plaatste hem in 2005 en 2006 op de lijst van 100 meest invloedrijke personen. Hij kreeg ook vijf eredoctoraten.   
Het volk bleef Cháves steeds steunen totdat hij overleed in 2013 op 58-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker.   Zijn opvolger Nicolás Maduro, was al jaren steun van Chávez bij de beweging die hem het presidentschap bracht. Hij was al voorzitter van het parlement in 2005 en minister van buitenlandse zaken van 2006-2013. Vanaf 2012 was hij ook vice-president onder Chavez en later dus zijn opvolger. 
De sterk stijgende prijzen, het tekort van basisgoederen maakt dat de steun voor Madura helemaal afbrokkelt . Na de parlementsverkiezingen in 2015 heeft de oppositie de 2/3 meerderheid gekregen en is de macht van de socialistische president sterk verzwakt.  Wat in 13 jaar door Chaves is opgebouwd, lijkt volledig in elkaar te storten en dat is een menselijk en enorm sociaal drama.  
Corruptie en sabotage brengen het land aan de afgrond. Begin 2018 kwam Venezuela opnieuw in het nieuws omdat president Madura de export naar de ABC-eilanden had verboden. Toevallig zijn dat "onze" eilanden Aruba, Bonaire en Curaçao. De argumentatie was dat veel waardevolle goederen op die manier uit Venezuela werden gesmokkeld. Vanuit het westen en ook Nederland kwam er veel kritiek op dit besluit. Een paar dagen later kwam er in het Eindhovens Dagblad een groot artikel waarin dit verhaal feitelijk toch werd bevestigd. Het was namelijk gebleken dat er op grote schaal illegaal goud wordt gedolven in de binnenlanden en illegaal wordt geëxporteerd. Zelfs voor een bedrag van een half miljard per jaar.  In de importstatistieken van de ABC-landen vinden we dat inderdaad niet terug.  

De dieper liggende vraag is echter hoe deze onrust is ontstaan en wat de rol van de VS hierin is geweest en nog steeds is. De VS hebben de buitenlandse tegoeden van Venezuela geblokkeerd en de regering kan door een blokkade niet zomaar op de internationale geldmarkt. De import wordt daardoor erg moeilijk en daar is het land wel van afhankelijk. Zijn het geheime undercover acties van de CIA om het land te destabiliseren en het later weer onder de "invloedssfeer van de VS te brengen". Kan de VS dit bewezen socialistische succes in Zuid-Amerika niet tolereren ?
Dit is een voor sommigen vreemd scenario, maar het is wel een historisch voorbeeld als je kijkt wat er 60 jaar geleden in Iran is gebeurd. Lees hier het hele verhaal.
     
Vlag van Venezuela
 
 Zoekend op internet kwam ik terecht bij een website www. handsoffvenezuela.org, waar in meerdere talen verschillende artikelen staan over de ontwikkeling van het land. Het laatste, in het Nederlands, geschreven artikel heeft de titel "Waarom is Venezuela in crisis" en met die vraag begon ik ook.  https://www.handsoffvenezuela.org/nederlands/

Verder is het ook van belang dat we kijken naar de berichtgeving in de westerse media. Daarin wordt soms "fake news" verspreid . Zie ook
https://www.ninefornews.nl/westerse-media-venezuela-leugen/

Update 2020 
De socialist Maduro is nog steeds president , maar in een verscheurd land dat veel te maken heeft met buitenlandse inmenging zoals de VS. De voormalige parlementsvoorzitter en later de nieuwe presidentskandidaat heeft zijn stempel nog niet kunnen zetten ondanks steun vanuit VS en Europa. 
Zie https://www.nu.nl/buitenland/6069587/amerikanen-krijgen-20-jaar-cel-voor-amateuristische-couppoging-venezuela.html

Update 2021
Toevallig kwam ik een video tegen die vertelt over een democratische opstanding, door de macht niet bij een centrale regering te leggen maar bij gemeenten. Een parlement van gemeenten, een soort bottom up democratie of juist een meer drirecte vorm van democratie. https://www.kla.tv/19238

Update begin december 2023
Opeens komt Venezuela weer in het wereldnieuws met een aangekondigd referendum om de bevolking zich te laten uitspreken over een gebied Esequiba in het huidige buurland Guyana waar Venezuela meent recht op te moeten maken. De regering van Venezuela onder leiding van president Maduro dreigen daarbij met militaire middelen. Dat gebied schijnt heel rijk te zijn aan olie, goud en andere waardevolle mineralen. De uitslag van het raadplegende referendum was dat 95% van de bevolking van Venezuela voor annexatie van dit gebied Esequiba is.  

woensdag 22 maart 2017

Centrum-linkse coalitie heeft voorkeur

Onderstaand artikel is ook gepubliceerd als ingezonden opiniestuk in het ED van zaterdag 25 maart 2017 (katern Regio blz. 23).
 
 
 
 
Coalitieregering zwaar afgestraft.
De bevolking heeft met een opkomst van bijna 82%, tijdens de Tweede Kamerverkiezingen duidelijke taal gesproken. Ondanks de mooie praatjes over een sterkere economie, gezondere overheidsfinanciën, afnemende werkeloosheid dankzij het strenge regeringsbeleid van saneringen en bezuinigen de afgelopen jaren, beleven  burgers dat heel anders. Afnemende ouderenzorg, toenemende zorgkosten, betaald hoger onderwijs, bezuinigingen op cultuur, toenemende flexbanen en baanonzekerheid is wat de kiezers echt hebben kunnen ervaren. Geen wonder dat de PvdA daarvoor de grootste klap moest incasseren van 38 naar 9 zetels , een historisch record.  Maar ook de VVD liep schade op met een verlies van 8 zetels tot het huidige aantal van 33 zetels. Toch blijft de VVD een redelijk stabiele achterban houden met loyale steun van de categorie best betaalde burgers en ondernemers.
De kiezer wil echter verandering. Dat blijkt wel uit de flinke groei voor de oppositiepartijen D66, CDA, GL maar ook de groei bij kleinere partijen zoals Partij voor de Dieren, Christen Unie,  50 Plus  en zelfs de zetels voor de nieuwe partijen Denk en Forum voor Democratie.
Voor buitenlandse media geven deze uitslagen nog een ander beeld. Het tot staan brengen van de populistische eenmanspartij van Wilders. Na jaren van groei bleef het aantal zetels nu steken op 20 en is dus zeker niet de grootste partij in Nederland.  Rutte heeft Wilders , die uit de VVD afkomstig is, altijd extreem links genoemd, maar het stemgedrag de laatste jaren laat een heel ander beeld zien De PVV is eerder extreem rechts op sociaal economische thema's en hoort zeker niet in een linkse regering.   
 
Helaas lijkt de boodschap nog niet echt doorgedrongen in Den Haag en wil men op de oude voet doorgaan. Natuurlijk heeft de VVD de meeste zetels en mag nu als eerste proberen via een verkenner verschillende coalities te onderzoeken. Daarbij gaat men allereerst uit van het kleinste aantal benodigde partijen om getouwtrek later te voorkomen.


Opties
De eerste mogelijkheid is dan met VVD, CDA, D66 en CU  en samen 76 zetels. De andere optie is VVD, CDA, D66 en GL, samen 85 zetels. Met de tweede optie worden nu verdere verkenningen gedaan, al moeten we vooral niet vergeten dat de onderlinge verschillen tussen deze vier partijen zeer groot zijn. D66 en vooral ook het CDA hebben in de verkiezingsdebatten grote afstand genomen van de coalitie van VVD en PvdA. Zeker GL, als sterk in opkomst zijnde milieu- en sociale partij, wil echt het roer omgooien en hele andere keuzes maken. Op zeer veel punten staan ze haaks tegenover elkaar, zoals de VVD en PvdA na de vorige verkiezingen.  Deze verschillen overbruggen vereist een zeer ingewikkelde spagaat, die op drie fronten moet slagen. Het is een nog veel moeilijkere opdracht, dan bij de vorige regering. We moeten het gewoon ook niet willen en er is ook een beter alternatief. Het aantal partijen in een coalitie hoeft geen obstakel te zijn als het gaat om partijen, die inhoudelijk belangrijke sociale economische en milieu gerelateerde doelstellingen en visies delen.

Het roer moet om.
De kiezer heeft gesproken en moet serieus genomen worden want anders dreigt later weer een afstraffing voor de nieuwe regeringspartijen. Een centrum linkse coalitie , zonder VVD en PVV, met meerdere partijen die inhoudelijk nauw verwant zijn aan elkaar heeft een veel grotere slaagkans en mag rekenen op een groter draagvlak vanuit de burgers. We moeten weer investeren in de economie, vaste banen, het onderwijs, de zorg, in verhoging minimum lonen, bijstandsuitkeringen en pensioenen. De meest genoemde optie is dan met zes partijen waarbij naast GL, SP, PvdA, CU ook D66 en CDA meedoen. Wat aantal zetels betreft, namelijk 85, een sterke coalitie, maar inhoudelijk lastig, zeker met het CDA erbij. Het CDA wil geen linkse koers, wil geen belastingverhogingen en geen verkleining van inkomensverschillen. Toen deze variant in de Tweede Kamer aan de orde kwam reageerde CDA- voorman Buma hier zeer neerbuigend over, verwijzend naar Roodkapje en de zeven geitjes.  
Een vergelijkbare variant zonder het CDA zou ook kunnen. Laat de twee grootste partijen op links daarvoor het voortouw nemen en met D66, PvdA, CU, PvdD, 50+, DENK en SGP heb je ook een nipte meerderheid van 76 zetels en ook een stevige meerderheid in de Eerste Kamer van 40 zetels.
Het enige echte probleem is dan wel de uitspraak van PvdA-leider Asscher dat zijn partij nu niet moet meedoen in een coalitie. Een zeer onverstandige conclusie, die de PvdA zeker nog veel langer aan de zijlijn laat staan. Bij deelname aan een linkse regering kan de PvdA snel zetels terugwinnen van de teleurgestelde achterban. 
Een regeringsakkoord zou echter niet alle onderwerpen moeten afdekken en zich moeten beperken tot de belangrijkste sociaal economische onderwerpen en kaders voor overheidsfinanciering. Dat is wat deze partijen namelijk ècht bindt.  Gedegen wetenschappelijk onderzoek van Wilkinson en Picket heeft aangetoond dat verkleining van de inkomensverschillen grote maatschappelijke voordelen oplevert  voor onderwijs, gezondheidszorg, criminaliteit etc. Zie  http://solidaire-economie.blogspot.nl/2010/12/inkomensongelijkheid-en-welzijn.html
 D66 als grootste mag dan de premier leveren. Pechtold heeft daar ook de meeste regeringservaring voor en mag het ministerie van algemene zaken bezetten. GL, SP en PvdA nemen in ieder geval Sociale Zaken, Financiën, Volksgezondheid  en Economie & landbouw voor hun rekening. De resterende zetelverdeling  voor in totaal 19 bewindslieden op basis van de huidige rolverdeling is een leuke uitdaging voor de onderhandelingen, maar heeft zeker een grote kans op succes. Vooral de kleinere partijen krijgen een buitenkans om mee te regeren door middel van een minister of staatssecretaris op een van de elf ministeries en zo een stempel te drukken op een van de overheidsterreinen. 
 
Update eind 2017.
Na een lange verkennings- en formatieperiode is er een regering gekomen van VVD, D66, CDA en CU die samen maar 1 zetel meer dan de helft heeft in de Eerste en Tweede Kamer. De VVD heeft als grootste partij de touwtjes goed in handen gehouden en wil graag verder regeren zoals Mark Rutte ook meermaals heeft aangegeven. Waarschijnlijk krijgen D66 maar ook CDA en Christen Unie hier nog veel spijt van, zoals nu ook de PvdA na de historische verkiezingsnederlaag zich dat ook   realiseert.   

update november 2023.

Kennelijk heb ik een  voorspellende gaven gehad want bij de Tweede Kamerverkiezingen van november 2023 kwam de grote omslag en werden de coalitiepartijen flink afgestraft . De VVD ging van 34 naar 24 zetels . Het CDA heeft nog maar 5 zetels over (minus 10 zetels) , de ChristenUnie maar 3 zetels (verlies 2 zetels) en D66 ook nog maar 9 en dat is een verlies van 15 zetels!?!?. Dat is een flinke afstraffing van de voormalige coalitiepartijen.