maandag 20 september 2010

Rechten zijn onvoorwaardelijk!

Onderstaand artikel is ook gepubliceerd op de SP-website van de afdeling Eindhoven in de rubriek Ingezonden vanaf 20 september 2010

Rechten en Plichten: een ingewikkelde puzzel !

Steeds vaker worden rechten en plichten in een adem genoemd alsof ze vanzelfsprekend bij elkaar horen als een Siamese tweeling. De vraag is echter of dat ook werkelijk zo is of dat het een politieke truc is.
Bij Rechten met een hoofdletter denken we allereerst aan rechten zoals die ook in de grondwet zijn vastgelegd, zoals het recht op gelijke behandeling (artikel 1) of het recht op vrijheid (artikel 23). Vrijheid van godsdienst, vereniging en meningsuiting zijn fundamentele rechten waar geen verplichtingen tegenover staan.
De enige beperking of voorwaarde is de aanduiding op wie de rechten van toepassing zijn, dus bv alle Nederlandse burgers. Daarnaast kun je zeggen dat in het verlengde van deze rechten het ook om plichten vanuit de overheid gaat. Zij zullen deze vrijheden moeten beschermen of de voorwaarden creëren waaronder burgers hun vrijheden kunnen praktiseren. Anders gezegd zou je kunnen zeggen dat het recht van de een (lees burger) verplichtingen oplevert voor de ander (overheid).
Dat betekent dus dat rechten onvoorwaardelijk zijn! Voor iedere burger gelden deze grondrechten zònder enige tegenprestatie of voorwaarde!
Enige nuancering zou misschien kunnen gelden voor het recht op vrije meningsuiting waarbij de wetgever wel een beperking heeft ingebouwd namelijk dat dit recht niet mag uitmonden in openlijk haatzaaien, racistische of openlijke discriminatie. Deze beperking op de vrije meningsuiting is begrijpelijk omdat de vrijheid van de een geen afbreuk mag doen aan het principe van gelijkheid of gelijkwaardigheid van de ander .
Geert Wilders moet zich binnenkort vanwege mogelijk haat zaaien om die reden verantwoorden voor de rechtbank.
Geldt die onvoorwaardelijkheid dan ook voor rechten met een kleine letter?
Denk hierbij aan het recht op een minimum bestaansniveau of bijstandsuitkering en het recht op onderwijs, op goede gezondheidszorg?
Hier zie je dat de wetgever geleidelijk aan wel steeds meer drempels opwerpt en voorwaarden stelt. Het recht op een uitkering is gekoppeld aan bijvoorbeeld een sollicitatieplicht, of een acceptatieplicht bij passend werk, of plicht tot eigen bijdrage.
Dit zou je kunnen beschouwen als een aantasting van onze rechten. Ze worden steeds meer voorwaardelijk gemaakt.
Natuurlijk kunnen rechten en plichten onafhankelijk, maar wel naast elkaar bestaan. De overheid mag ook van burgers iets vragen of eisen. Denk aan eisen voor betrokken, verantwoordelijke burgers.
Dat lijkt ook redelijk om eventueel misbruik te voorkomen of om ervoor te zorgen dat overheidsgeld rechtvaardig wordt toegekend of om de burger ook verantwoordelijk te maken.
We bevinden ons daarmee echter op een glijdende schaal, waarbij de wetgever helaas steeds verder gaat.
Zo heeft het demissionaire kabinet, in de persoon van minister Donner, in het dossier sociale zekerheid, dat feitelijk controversieel is verklaard door de Tweede Kamer, toch twee omstreden wetsvoorstellen ingediend. Het ene voorstel wil langdurig zieke werklozen verplichten om te zoeken naar ander, vergelijkbaar werk, voordat ze in de ziektewet kunnen komen.. Het andere voorstel zorgt ervoor dat de periode van de werkeloosheidsuitkering niet meer verlengd wordt met de duur van de ziekteperiode . Een schaamteloos voorstel en typisch CDA.

Zo heeft demissionair minister president Balkenende in september bij de opening van het academische jaar op de Vrije Universiteit een lezing gegeven met de titel “vrijheid in verantwoordelijkheid” en daarbij fel uitgehaald naar bankiers en topmanagers vanwege de zeer hoge salarissen en bonussen. Geheel moreel verwerpelijk, vond hij . Daarna riep hij deze managers op om tot inkeer te komen en zich te beteren. Hij vond echter niet dat de overheid als wetgever iets zou moeten doen om dit gedrag te bestraffen dan wel te voorkomen. Balkenende blijft, tegen beter weten in, geloven in zelfregulering en verwacht wonderen van een moreel appèl . Hoe naïef kun je zijn!

Geen opmerkingen: