donderdag 18 december 2008

ABN Amro in de beklaagdenbank

Onderstaand artikel is gepubliceerd op de website Antrovista onder de rubriek mens & maatschappij vanaf 20 december 2008



Banken over de schreef !

Dankzij de oplettendheid van een actuaris, de heer Bastiani, loopt er vandaag een rechtzaak tegen de ABN Amro bank.
Inzet is het onrechtmatig innen van boeterente bij het rood staan. Deze rente van 18%is sowieso al erg hoog als je het vergelijkt met rentepercentages van andere aanbieders van kortlopende kredieten die meestal tussen de 8 en 10% ligt. In een oligopolistische markt heeft een consument echter weinig te kiezen. Het probleem is echter nog erger.
Dankzij de mogelijkheid van internetbankieren kunnen bedragen snel van de ene naar de andere rekening worden overgeschreven. Op je digitale bankafschrift kun je deze wijziging een of twee dagen later ook zien.
Als je echter op dezelfde dag dat je salaris is bijgeschreven een grote uitgave zou doen kan het toch zo zijn dat je een flinke boeterente krijgt opgelegd. Dit vanwege het feit dat het extra geld er nog niet “echt”staat en het vorige saldo onvoldoende was voor de grote uitgave. Volgens Bastiani zou het ook nog eens zo zijn dat die uitgave ook nog een dag eerder wordt afgeboekt dan de daadwerkelijke betaling. Dit is wat accountants antidateren noemen en dat is een vorm van boekhoudfraude.
De banken hebben er dus baat bij om afschrijvingen versneld te boeken en bijschrijvingen "even" uit te stellen. Door deze werkwijze creëert een bank grote sommen kasgeld, maar benadeelt wel direct de rekeninghouder.
Al eerder zijn banken door de rechtbank gesommeerd om overboekingen binnen een vastgestelde maximale tijdsduur te verwerken. In de digitale wereld kan dat allemaal nog veel sneller, maar banken hebben er voordeel bij als ze doen alsof deze handelingen nog via mensenhanden gaan en dus tijd kosten.
Bastiani heeft becijferd dat de ABN Amro er tientallen miljoenen euro’s aan verdient.
Deze werkwijze, die veel mensen niet eens opmerken, komt ook bij andere banken voor dus hopelijk heeft een veroordeling een precendentwerking.
Op een vraag van een verslaggever van Radio 1 gistermiddag over de kwaliteit van de verzamelde informatie, antwoordde Bastiani dat hij daar wel vertrouwen in had.
Een actuaris houdt zich namelijk beroepshalve bezig met het doorrekenen en evalueren van financiële risico’s. Traditioneel zijn actuarissen werkzaam in de verzekeringssector, banken of pensioenfondsen waar zij een verantwoordelijkheid dragen om toe te zien op de financiële eisen zoals solvabiliteit en rentabiliteit. Bastiani weet dus van wanten !
Beter één waakzame burger dan alle toezichthouders zoals de Autoriteit Financiële Markt en de Nederlandse bank bij elkaar.
Voor een individuele rekeninghouder gaat het misschien om relatief kleine bedragen maar het treft met name de armste groep omdat zij regelmatig “rood” staan. Alweer een voorbeeld van the poor pay more !

donderdag 11 december 2008

Lichtpuntjes

Er gloort hoop!

Zo tegen het einde van het jaar wanneer de donkere dagen van Kerst naderen en in deze economische malaise, is het goed om op zoek te gaan naar enkele lichtpuntjes.
In de media hoorde ik dat autofabrikant Honda zijn formule 1 activiteiten op korte termijn gaat beëindigen. Deze miljoenen verslindende sponsoring was niet meer acceptabel nu er door de huidige economische crisis duizenden medewerkers ontslagen moeten worden.
Als reactie daarop kwam het idee dat de formule 1 races, die niet alleen geld- maar ook brandstof-, banden- en gehoorverslindend zijn, omgevormd zouden moeten worden naar greenraces. Een kans en een uitdaging om nieuwe duurzame, energiezuinige en veilige technologieën voor auto’s te ontwikkelen en te testen.
Een tweede lichtpuntje is de onverwachte daling van de olieprijs en de daaraan gekoppelde gas- en elektriciteitsprijzen die er samen voor zorgen dat de koopkracht voor de Nederlandse burger in 2009 juist met 1% à 2% extra zal stijgen. Wie had zoiets nog verwacht?
Een derde lichtpuntje was het afscheid van Roel van Duijn uit de actieve politiek op bijna 65 jarige leeftijd tijdens een speciale bijeenkomst in politiek café De Balie.
Hij is geboren in een antroposofisch gezin in Den Haag, maar is vooral bekend als leider en medeoprichter van protestbeweging Provo en Kabouter. Tijdens een actieve periode van 40 jaar heeft hij verschillende politieke functies bekleedt in Amsterdam en de provincie Noord-Holland. Tussendoor heeft hij ook ruim zes jaar een biologische kaasboerderij gehad.
Wat ik me vooral van Roel herinner was een ingezonden stuk in het NRC in de jaren 80 waarin hij een pleidooi hield voor Sociale Driegeleding als gewenste maatschappijvisie.


Zijn belangrijkste inspirator was Peter Kropotkin, een Russische prins en filosoof die het fundament heeft gelegd voor een anarchistisch, socialistische beweging in Rusland ten tijde van de revolutie. Deze beweging werd echter vervolgd en hard aangepakt door Lenin. Roel van Duyn heeft in 1969 een boekje over hem geschreven en noemt hem een wijze kabouter.
Toen hij net als prinses Irene er blijk van gaf dat hij ook met bomen en aardgeesten kon communiceren werd hij door veel media niet meer serieus genomen.
In een radio interview van het programma Linkk afgelopen zondag, vertelde hij dat het zielenheil van mensen belangrijker was dan politieke en maatschappelijke thema’s. Daarom heeft hij nu een adviesbureau voor mensen met liefdesverdriet.
Geluk is namelijk de grootste zegen!

maandag 8 december 2008

Hypotheekcrisis

Onderstaand bericht is gepubliceerd op website Antrovista onder de rubriek mens en samenleving in december 2008


The Poor pay more.

Iedereen weet intussen wel dat de huidige financiële en economische crisis ontstaan zijn door een hypotheekcrisis. In de V.S. werden subprime hypotheken verkocht omdat president Bush graag wilde dat iedere Amerikaan een eigen huis kon bezitten. Aan mensen met een laag en zelfs zonder vast inkomen werden hypotheken verkocht met variabele rentepercentages die in het begin vrij laag waren maar al snel opliepen.
Dat deze werkwijze ook in Nederland voorkomt is duidelijk gebleken in de Zembla documentaire getiteld “wildwest bankieren” van 7 december j.l.
De grote hypotheekverstrekker Lehman Brothers, in de V.S. failliet gegaan, had ook een Nederlandse dochter die onder de naam ELQ risicovolle hypotheken verkocht. Voor mensen die vanwege een schuld bij bureau krediet registratie (BKR) bekend waren of geen vast inkomen hadden was ELQ de uitkomst, want bij een gewone hypotheekverstrekker konden deze mensen niet terecht. Via tussenpersonen werden de hypotheken aan de man gebracht met zeer aantrekkelijke provisiepercentages.
Een hypotheek van 2 ton incl levensverzekeringspolis levert aan provisie al gauw een bedrag van € 10.000 op, een riante vergoeding voor een aantal uurtjes werk!
In Nederland geldt een wettelijke “zorgplicht” voor tussenpersonen en die moet voorkomen dat klanten in de problemen kunnen komen. Voor een dergelijk bedrag zetten tussenpersonen hun ethische principes echter graag opzij. Veel bedrijven en financiële instellingen kennen namelijk maar een moraliteit en dat is geld verdienen, veel geld!
Door de oplopende rentepercentages kunnen de maandelijkse lasten tot ruim € 2.000 per maand oplopen bij een hypotheek van ruim 2 ton. Het kan niet anders of dit moet tot grote schuldproblemen leiden of zelfs huisuitzetting!
"The poor pay more" blijkt ook hier maar al te waar!
Ontluisterend was ook om te horen hoe de Autoriteit financiële markten (Afm) zich opstelt in deze kwesties. Een bestuurder van de Afm legt geduldig uit dat zij werken “op basis van klachten van consumenten of organisaties en dan een
risicoanalyse opstellen en op basis daarvan haar prioriteiten stelt
”.
Ze komen dus pas in actie op basis van informatie van klokkenluiders of gewetensbezwaarden! Voor het zelf actief informatie verzamelen en onderzoek uitvoeren ontbreekt kennelijk de mankracht.
Feit is dat de Afm de hypotheekverstrekker ELQ en ook haar tussenpersonen "geen strobreed in de weg" heeft gelegd. Zij konden hun gang gaan en zich over de rug van de meest kwetsbare groep flink verrijken.
ELQ zelf loopt intussen geen enkel risico want zij verhandelen de net afgesloten hypotheken zo snel mogelijk aan andere financiële instellingen alsof het een gloeiend stukje houtskool is!
Wanneer worden deze oneerlijke handelspraktijken nu eens eindelijk bestraft?

maandag 24 november 2008

Vliegtarieven


Onderstaand bericht is verschenen op de website Antrovista rubriek Mens en Maatschappij eind november 2008

Is vliegen te duur of te goedkoop?

De laatste weken is er weer regelmatig ophef over de in juli van dit jaar in Nederland ingevoerde vlieg- of ecotax. Zo stond afgelopen week in de krant dat Ryanair de luchthaven Maastricht/Aachen niet meer zal gebruiken. Hetzelfde geldt voor chartermaatschappij Transavia die een groot aantal vluchten niet meer vanaf Schiphol maar vanaf Belgische of Duitse luchthavens zal laten vertrekken. Geen wonder dat de Belgische overheid daarom kort geleden besloten heeft om de ecotax in België niet te gaan invoeren. Zij hebben wat extra economische groei hard nodig.
De eerste indruk is dat Nederland zichzelf hierdoor economisch op achterstand zet ten opzichte van de omringende landen, maar voor het milieu is het in ieder geval beter.
Een recent onderzoek van de Stichting Natuur en Milieu, in opdracht van de EU, heeft namelijk aangetoond dat de schadelijke stoffen zoals ammoniak, stikstofdioxide en fijn stof in de lucht de kwaliteitsnormen op grote schaal overschrijden. Nederland heeft de koppositie binnen Europa samen met België en Hongarije. Fijn stof (PM10) levert de meeste gezondheidsschade op: astma, longkanker, hart- en vaatziekten en luchtwegklachten .
De echte vraag is echter, zuiver economisch gekeken, of vliegtarieven te hoog of juist te laag zijn?
Op kerosine (de vliegtuigbrandstof) wordt namelijk geen accijns en in de luchtvaart als geheel geen BTW geheven en zo heeft vliegen een belangrijk prijsvoordeel ten opzichte van de scheepvaart of (vracht-)wagenvervoer. Zo verleidt je iedereen om het vliegtuig te nemen. Het vliegen is feitelijk te goedkoop in vergelijking met andere vervoersmogelijkheden. Trein-, bus- , taxi- en scheepvaart-verkeer hebben die financiële voordelen niet.
Interessant is ook een onderzoek naar de tarieven.
Laten we allereerst onze eigen trots en moedermaatschappij KLM nemen. Die hanteert een schimmig tarievenstelsel waar niemand wijs uit wordt, maar waarvan wel meteen duidelijk is dat de kortste afstanden zeker niet het goedkoopste zijn !
Als je vanuit Amsterdam naar New York retour wil vliegen dan betaalde je daar in mei 2008 bijna € 600 voor. Doe je dat vanuit London dan kost het maar € 341, vanuit Madrid € 340, vanuit Frankfurt € 507 en vanuit Rome € 517 . De laatste reizen gaan allemaal via Amsterdam. Waarom zijn burgers uit andere Europese landen goedkoper af terwijl ze een duidelijk langere afstand moeten afleggen? Deze prijzen zijn dus geen afspiegeling van de werkelijk gemaakte kosten maar hebben meer te maken met de mate van concurrentie en marktmisbruik.
KLM wil graag klanten werven in andere landen, die normaal de voorkeur aan hun moedermaatschappij zouden geven. Jammer voor de Nederlanders die op Schiphol ook al te maken hebben met bijna de hoogste vlieghavenkosten van heel Europa en hoge parkeerkosten. Verder is het zo dat de ticketprijzen bijna van dag tot dag verschillen als ware het beurskoersen.
Er is nog een lange weg te gaan naar een eerlijke en solidaire economie!!

maandag 10 november 2008

Een Eerlijke Economie

Onderstaand artikel is een uitwerking van een lezing t.g.v. het
25 jarig jubileum van ODIN ketenorganisatie in Biologisch Dynamische en Biologische Landbouw te Geldermalsen op 9 November 2008



Een Eerlijke Economie

In deze tijd van financiële mondiale perikelen klinkt de roep naar een eerlijk en duurzaam financieel stelstel steeds luider en daar hoort zeker ook de echte economie bij en daar zal ik mij vandaag tot beperken!

Een eerlijke economie begint bij een Eerlijk product en dat geldt zeker voor voedsel. Voedsel moet veilig en gezond zijn voor mens en milieu . Hoe belangrijk dat is en zeker nog niet vanzelfsprekend wil ik illustreren met een drietal recente onderzoeksresultaten:

A) Onderzoek van de Consumentenbond in het voorjaar van 2008 waaruit blijkt dat in de afgelopen 20 jaar de aanwezigheid van vitaminen en mineralen in vollegrondsgroente fors is teruggelopen, soms met meer dan 50% ! Een belangrijk mineraal is de zeer nuttige stof selenium die bijna niet meer te meten was. Feitelijk is de grond zo goed als dood door de moderne intensieve landbouwmethoden. Behalve de Consumentengids besteedde alleen de Telegraaf en de Volkskrant er aandacht aan !
Met gevarieerde voeding halen we dus niet meer voldoende vitaminen en mineralen uit ons voedsel. Toch blijft de overheid en met name de Gezondheidsraad dat nog steeds beweren. Is dit resultaat dan nieuw?? Nee, ook al in 1995 verscheen een rapport van de Stichting Orthomoleculaire Educatie die ook al beweerde dat evenwichtige voeding niet voldoende bouwstoffen oplevert. Dat is notabene al 13 jaar geleden!!

B) In September van dit jaar werden de resultaten van een onderzoek bij 4.000 zwangere vrouwen in Rotterdam bekend. Daaruit bleek dat in de urine meer afbraakproducten van pesticiden en bepaalde kunststoffen (weekmakers) werden aangetroffen. In Rotterdam waren deze percentages duidelijk hoger dan een vergelijkbare steekproef in de VS. Wat doen deze stoffen met het ongeboren kind en cognitieve ontwikkeling??
Een recent Deens onderzoek van prof. P.Grandjean heeft aangetoond dat veel van de in Europa toegelaten landbouwbestrijdingsmiddelen de zich ontwikkelende hersenen van foetussen beschadigen!
Vergelijkbare resultaten bleken ook al enige jaren geleden bij onderzoek naar stoffen in moedermelk .
Toch vond onze huidige landbouwminister Gerda Verburg het niet nodig om op Europees niveau deze pesticiden echt hard aan te pakken en te verbieden. In januari 2009 zal het Europees parlement stemmen over nieuwe regelgeving voor het gebruik van landbouwgifstoffen.
Via www.pesticidewatch.eu kun je je stem nog uitbrengen.

C) Uit een ander in september gepubliceerd Amerikaans onderzoek van de Universiteit van Texas in het Journal of Cancer blijkt dat hoge concentraties vitamine E tot een ruim 60% lagere kans op longkanker leiden! Longkanker is de meest dodelijke kanker met maar een 5% overlevingskans. Toch wordt dit geen voorpaginanieuws!
Hiermee is echter wel aangetoond hoe belangrijk vitaminen en mineralen als lichaamsbouwstoffen zijn en hoe ernstig het is als we via voeding deze stoffen in onvoldoende mate binnen krijgen. Daarnaast zouden de giftige en schadelijke landbouwbestrijdingsmiddelen direct verboden moeten worden.


Gezonde voeding is dus de basis van gezond leven en daarom verdient Biologische Dynamisch(BD) voedsel wat mij betreft Vier Sterren! Meer nog dan biologische en ekologische teeltwijzen heeft de BD nog extra zorg voor een gezonde aarde via de preparaten van bergkristal en koemest.
Een gezonde bodem is een voorwaarde voor een duurzame landbouw.
Interessant zijn ook de resultaten van onderzoek door het gebruik van koperen ploegen naar een ontwerp van Viktor Schauberger. Die schijnen de opbrengst en de bodemgesteldheid nog extra te verbeteren.


Een gezonde, eerlijke economie is behalve een gezond, duurzaam product ook een kwestie van eerlijke productie en handel waarbij efficiënt (met minimale verspilling) en effectief (voor juiste behoefte en doelgroep) geproduceerd en verhandeld wordt.
Ook eerlijke voorlichting hoort daarbij en geen misleidende reclame.
Het Louis Bolk instituut doet op dit gebied veel goed werk.
Daarnaast is het voor een eerlijke economie nodig dat de kosten transparant zijn en vooral dat er sprake is van eerlijke prijzen.
Onderdeel daarbij zijn rechtvaardige lonen voor alle in het economisch proces betrokken personen.
Odin Estafette is daar de laatste jaren steeds opener over, ook via de jaarlijkse nieuwsbrieven, en wil daar ook in een associatief overleg transparant over zijn.
Het initiatief voor dat overleg is vanuit de handelsketen gekomen en die hebben daarmee ook de regie in handen. Een verbeterpunt zou kunnen zijn dat bij een echt associatief overleg alle drie partijen, namelijk producenten, handelsbedrijven en consumenten tezamen overleggen en evenwicht brengen in alle relevante belangen.
Odin heeft ook de stap gezet via Stichting Sleipnir om het bedrijfseigendom uit de private sfeer te halen en te neutraliseren .
Daarmee blijft het bedrijf ook voor de toekomst behouden.
Een aantal BD landbouwbedrijven hebben hetzelfde gedaan via de Stichting BD Grondbeheer.

Graag wil ik Odin dan ook feliciteren met haar 25 jarig jubileum.
In die 25 jaar is er heel wat gebeurd en vooral ook maatschappelijk!
Denk aan een rapport in 1987 getiteld “Our Common future” van de Brundtlandcommissie, waarmee het thema duurzame ontwikkeling serieus op de politieke agenda is gezet. Ook het rapport van de SER in 2000 met de titel “Winst door Waarden” heeft Duurzaam Ondernemen in de politiek en in het bedrijfsleven een enorme impuls gegeven.

Ruim 25 jaar geleden was ik bezig met de afronding van mijn studie Technische Bedrijfskunde aan de Technische Universiteit te Eindhoven. Daar was toen ook al een kleine groep mensen bezig in de vakgroep aangepaste technologie. Zij ontwikkelden windmolens, waterpompen, oventjes en landbouwwerktuigen voor ontwikkelingslanden. Ook hielden ze zich bezig met ontwikkelingseconomie en kleinschalig ondernemen, geïnspireerd door Schumacher “Small is beautiful”.
Met enige medestudenten hebben wij toen ook een rondreizende tentoonstelling gemaakt over kleinschalig ondernemen, waar ook de windmolenfabrikant Lagerwey in besproken werd.
In die tijd heb ik ook meegeholpen met het opzetten van een bedrijfskunde wetenschapswinkel, omdat wij vonden dat wetenschappelijke kennis ook ten goede moest komen aan de samenleving en kapitaalarme groeperingen.
Later betrokken geraakt bij Stichting Memomunt in Amsterdam en met name enige jaren lid geweest van de kredietcommissie. Met een aantal medevrijwilligers probeerden we kleinschalige mens- en milieuvriendelijke bedrijven zakelijk te adviseren en financieel te ondersteunen met kleine kredieten. Dat gebeurde vaak ook via persoonlijke borgstellingen zoals ook de Triodosbank destijds deed.
De mens- en milieuvriendelijke bedrijven misten soms toch een gezonde financiële basis om te overleven en te groeien.
In die tijd ook veel natuurvoedingswinkels en handelsbedrijven bezocht en geadviseerd. Voor de meeste mensen een clubje “geitenwollensokkenmensen” die bezig waren met alternatieve, kleinschalige landbouw maar ze werden nauwelijks serieus genomen!
Na mijn afstuderen toegetreden tot het antroposofisch adviesbureau Commentor (dat toen al bestond uit vier personen waaronder Mouringh Boeke en Nico Franken). Meerdere opdrachten hebben we in BD bedrijven uitgevoerd en zelf met name voor Loverendale een aantal adviesopdrachten uitgevoerd.
Met groot plezier zag ik dan ook dat Loverendale nog steeds leverancier is van Odin!
Stichting Memo (althans de Nederlandse poot) en Adviesbureau Commentor bestaan niet meer, maar het gedachtengoed van mens- en milieuvriendelijk ondernemen heeft volgens mij wel een grote ontwikkeling en transformatie doorgemaakt.
Duurzaam of Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen(MVO) staat sinds een aantal jaren hoog op de politieke agenda. Het kan dus verkeren! Van marginale beweging tot mainstream nu en dat in circa 25 jaar!
Bij MVO draait het om de balans tussen Planet, People and Profit (of Prospherity) en dat is precies waar Stichting Memo en Memomunt ook voor stond en is het goed dat de “P” van profit erbij gekomen is.
Veel grotere bedrijven ontkomen er tegenwoordig niet aan om een MVO jaarverslag te publiceren en zo verantwoording af te leggen.
Met 4e jaars studenten Technische Bedrijfskunde van de Fontys Hogeschool analyseren en bespreken wij vele MVO jaarverslagen.
Toch heb ik gemerkt dat de maatschappijvisie van R.Steiner, namelijk de Sociale of Maatschappelijke Driegeleding pas echt inzicht geeft en een beoordelingskader geeft voor wat maatschappelijk verantwoord eigenlijk is. Volgens R.Steiner zou de economie zich moeten ontwikkelen vanuit de kernwaarde van broederschap of solidariteit. Deze opvattingen heb ik ook vastgelegd in een boekje Trias Politica Ethica.
In de afgelopen 25 jaar is er veel gebeurd. De komende 25 jaar zal er nog veel meer gebeuren. Er is vaak sprake van een exponentiële ontwikkeling.
Groei is nodig en de BD beweging zou juist voorop moeten lopen ten opzichte van biologisch voedsel en Max Havelaarprodukten. Afgelopen week nog stond in de kranten dat het assortiment van deze producten in supermarkten weer behoorlijk is gegroeid.
Toch liggen we in Nederland nog ver achter ten opzichte van andere landen als Oostenrijk(10,4%), Zwitserland(8,0%), Finland(7,2%), Zweden(6,5%) en Italië wat betreft het totale oppervlak gecertificeerde biologische land- en tuinbouw, die maar 2,5% bedraagt (bron OECD).
Wij allemaal, klanten, producenten en handelaren, onderzoekers en publicisten moeten BD promoten en meer onder de aandacht brengen.
We mogen niet dezelfde fout maken als Philips die met haar kwalitatief betere videosysteem toch de strijd heeft verloren van het inferieure VHS-systeem. BD is the Best!!
We moeten niet alleen klein associatief denken maar ook groot.
Sla de handen ineen om Nederland BD minded te maken. Alle consumenten hebben recht op gezond en veilig voedsel en moeten dat opeisen. De overheid moet op haar beurt gevaarlijke stoffen zoals chemicaliën en landbouwbestrijdingsmiddelen direct verbieden in het belang van de volksgezondheid.

donderdag 30 oktober 2008

De klant is allang geen koning meer!

Onderstaand artikel is gepubliceerd op de website Antrovista onder de rubriek Mens & Maatschappij vanaf november 2008

Een eerlijke Economie?!

Medio oktober las ik een persbericht in de krant dat KPN door telecomtoezichthouder Opta een boete heeft gekregen van € 1,5 miljoen voor het geven van selectieve kortingen aan zakelijke klanten. KPN gaf deze kortingen aan nieuwe klanten die bij de concurrent zaten. Door hier selectief in te zijn handelde KPN in strijd met de non-discriminatie verplichting zo stelde de Opta. De KPN is daar ook al eerder meerdere keren voor veroordeeld.
Korte tijd later kreeg ik een afschrift onder ogen van een kinderspaarrekening bij de ABN/AMRO. Een rekening die mijn vader geopend heeft bij de geboorte van ons eerste kind. Een extra appeltje voor de dorst tegen de tijd dat mijn kind zelfstandig in het leven staat. Helaas constateerde ik dat de rente nog maar 1% bedroeg.
Opeens herinnerde ik me een grote reclameposter bij het bankfiliaal waar nieuwe klanten gelokt worden met rentepercentages tot 5% en voor kinderspaarrekeningen tot boven de 4%. Kennelijk is hier hetzelfde aan de hand als bij de KPN.
Bestaande klanten worden duidelijk benadeeld ten opzichte van nieuwe klanten. Meteen moest ik denken aan het recent verschenen boek “Kloteklanten” van Egbert Jan van Bel uit 2007. Daarin wordt treffend verwoord dat klanten een noodzakelijk kwaad zijn, maar tegelijkertijd als heel lastig en vervelend worden beschouwd en waar vooral niet naar geluisterd wordt! Veel bedrijven hebben een hekel aan klanten en hebben ze alleen nodig om producten aan te slijten en daarna zoeken ze het maar uit. De klant is geen koning, maar een bron van inkomsten.
Toen ik per internet een klacht indiende kreeg ik snel een ontvangstmelding per email en later thuis ook nog een brief dat de klacht was ontvangen en dat ik binnenkort een reactie zou krijgen, maar wel per telefoon want het was natuurlijk vertrouwelijk. Volgens mij wil men liever niets zwart op wit te zetten uit angst voor mogelijke juridische gevolgen.
Korte tijd later kreeg ik inderdaad een telefoontje van een medewerker van de afdeling cliëntenservice. Uiteindelijk kwam deze persoon met de oplossing dat ik maar een nieuwe kinderspaarrekening moest openen en de oude opheffen en dan zou ik dus ook de nieuwe rente krijgen. Dat betekent voor mij extra administratie en zeker ook voor de bank extra administratief werk.
Dat is kennelijk de voorkeursbehandeling van eigen klanten !
Uit onderzoek in het bedrijfsleven is namelijk gebleken dat het verwerven van nieuwe klanten minimaal een factor 3 duurder is dan het behouden van bestaande klanten. Bedrijven zouden hun eigen klanten dus juist moeten koesteren!
Toen ik moeilijke vragen ging stellen werd het erg stil aan de andere kant van de lijn. Waarom krijgen de eigen klanten niet rechtstreeks deze informatie en de hogere rente waar zij ook recht op hebben? Waarom worden eigen klanten duidelijk benadeeld in plaats van gelijk behandelt in vergelijking met nieuwe klanten?
Waarom moet de klant extra actie ondernemen en in latere instantie de bank ook extra administratie verrichten? Dat het onrechtvaardig is zal iedereen beamen maar het gebeurt op grote schaal bij telefoon-, internet en bankbedrijven.
De centrale vraag is of dit gedrag van bedrijven ook strafbaar is? Voor de Opta wel, maar hoe zit het bij de Autoriteit Financiële Markten(Afm)?
Aangezien mijn verontwaardiging steeds groter werd heb ik inmiddels deze klacht voorgelegd aan de consumentenprogramma’s Radar en Kassa en ook de Afm.
Natuurlijk ben ik erg benieuwd welke reacties erop zullen volgen.
Kennelijk is er nog een hele weg te gaan voordat er sprake is van een eerlijke economie waar vertrouwen wederzijds is en een gelijke behandeling vanzelfsprekend !

donderdag 9 oktober 2008

Nma: Veroordeling kartelafspraken

Onderstaand artikel is verschenen in tijdschrift Driegonaal
jrg 29 no. 2 in juni 2007


Associatieve economie en het verhaal van de straatstenen

Een gezonde economie is gebaat bij onderlinge afspraken, die economisch gezien effectief zijn. In de praktijk zijn dat soort afspraken echter wettelijk gezien verboden.
Dat ondervonden een twintigtal producenten van betonnen straatstenen die in 2006 door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) een boete kregen opgelegd. Zij hadden onderlinge afspraken gemaakt over het verdelen van binnengekomen orders. Volgens de wet op de mededinging is dat strafbaar omdat het de vrije concurrentie belemmert en de markt(afnemers) zou benadelen.

Natuurlijk is het goed dat er een onafhankelijke autoriteit is, die toeziet op een gezonde werking van het economische verkeer. Monopolievorming en onderlinge prijsafspraken die nadelig zijn voor de consument dienen verboden en bestraft te worden.
Toch kunnen we de vraag opwerpen of in het geval van de betonnen straatstenen er sprake is van opzet en het de bedoeling was om de markt te verstoren of te benadelen, of dat er misschien sprake was van een gezonde economische intuïtie om zelfstandige bedrijven zinvol te laten samenwerken.
Een betonnen straatsteen is, technologisch gezien, een eenvoudig te produceren standaardproduct waarop geen concurrentievoordeel te behalen valt door je te onderscheiden in kwaliteit (kleur, afmeting of samenstelling) of service. De overheid, en met name provincies en gemeenten, is de grootste afnemer van deze stenen, die gebruikt worden voor de bestrating van straten en voetpaden, en hanteert daarbij standaardeisen.
De ‘straatstenenmarkt’ is dus een pure prijsmarkt waar bedrijven ertoe veroordeeld zijn om elkaar te beconcurreren op prijs. Door deze concurrentie zal de marge slinken en de verkoopprijs nauwelijks boven de kostprijs liggen. Zakt men onder de kostprijs dan leidt dat op de langere termijn tot faillissementen.
In het door de NMa bestrafte overleg inventariseerden de producenten de onafhankelijk van elkaar ontvangen orders en verdeelden deze onder elkaar.
Dankzij deze hoeveelheidsafspraken kon de productiecapaciteit van de verschillende bedrijven optimaal worden ingezet: bedrijven hoefden geen productie stil te leggen of personeel te ontslaan omdat ze te weinig orders hadden en de andere bedrijven hoefden geen extra investeringen te plegen of extra personeel aan te nemen omdat zij juist te veel orders hadden. Dergelijke onderlinge afspraken kunnen juist gezond op de economie werken omdat ze verspilling van menskracht, machines en grondstoffen helpen voorkomen. Een vorm van associatieve economie dus.

Geen economisch maar een juridisch verschil.
Veel bedrijven in andere sectoren doen hetzelfde, denk maar aan Van der Leegte (VDL), een conglomeraat van bedrijven in de metaalsector, en Damen Shipyards als verzameling van kleinere bedrijven in de scheepsbouw.
Het enige verschil is dat zij een juridisch geheel vormen (BV of NV). Dat maakt een onderlinge (interne) verdeling van binnengekomen orders wél geoorloofd.
De geldende economische wetgeving ‘dwingt’ bedrijven dus als het ware om elkaar kapot te concurreren of te fuseren door elkaar over te nemen, waardoor een oligopolie of zelfs een monopolie kan ontstaan dat de markt wél kan overheersen.
Het meest bekende voorbeeld daarvan was Joep van de Nieuwenhuizen, die eind jaren negentig geprezen werd als vindingrijke, Brabantse bedrijvendokter die kleinere metaalbedrijven overnam en inlijfde in de Begemangroep. Na jaren van acquisities werd hij zo groot dat hij reuzen als het defensieconcern RDM kon overnemen.
Daarna raakte hij echter steeds vaker in opspraak vanwege financiële malversaties. Zo loopt er nog een juridische procedure tegen hem wegens verdenking van het betalen van steekpenningen aan het regime Pinochet in Chili rond de verkoop van Leopardtanks.

Concurrentie en rentmeesterschap

Hoezo gezonde “vrije concurrentie”? Vrije concurrentie op het gebied van ideeën en technologische innovaties om economische processen nog efficiënter en doelmatiger te laten verlopen is een goede zaak. Goed ondernemerschap is juist een vorm van goed rentmeesterschap om alle productiefactoren (kapitaal, machines, arbeid, informatie en grondstoffen) zo in te zetten dat er een goed economisch resultaat geleverd wordt met minimale verspilling en optimaal rendement.
In de jaren zeventig van de vorige eeuw schreef de Engelse econoom E.F. Schumacher een boekje “Small is beautiful” dat werd omarmd door de anti-kapitalistische kleinschaligheidsbeweging. Schumacher wordt echter veelal verkeerd begrepen. Hij nam de menselijke maat als uitgangspunt en gaf aan dat de technologie juist kleinschalige menselijke productieverhoudingen moest creëren en geen mammoeten van conglomeraten, zoals de moderne multinationals.
Maar veel belangrijker nog was zijn overtuiging dat iedere economische activiteit zijn eigen “optimale schaal” had. Voor energieopwekking of waterwinning is dat een andere schaal dan voor broodbakken of de productie van papier.
Zoals het axioma luidt: in de economie gaat het om ‘schaarse’ goederen. Daar goed mee omgaan is de hoofdopgave van ieder economisch systeem en dat houdt in dat verspilling in alle opzichten dient te worden voorkomen.
Volledige vrije mededinging leidt vaak tot verspilling en zelden tot de gewenste innovaties.
Een associatieve economie met onderlinge afspraken voldoet daaraan wel.
De door Rudolf Steiner bepleite solidariteit in het economische verkeer verdient een echte kans boven de nu gehanteerde vrijheid in het economische verkeer, die meer een gedwongen vrijheid is die tot grote economische schade leidt. Solidariteit in de economie betekent de belangen van alle partijen (producenten, handelaren en consumenten) respecteren en onderling in balans brengen. Daarbij is overleg en afstemming over kwaliteit, hoeveelheden, plaats en prijs noodzakelijk en zinvol!

dinsdag 23 september 2008

The Poor pay More!

“Hoe solidair is onze economie"?

Aan het begin van de vorige eeuw heeft R.Steiner een maatschappijvisie uitgewerkt die hij Sociale Driegeleding noemde.
Broederschap zou daarbij het belangrijkste leidende principe of waarde voor de economie moeten zijn, ook wel solidariteit genoemd.
Dat is eigenlijk heel vanzelfsprekend als je bedenkt dat het in de economie om schaarse goederen gaat waar we heel efficiënt (lees zuinig) en effectief (voor de juiste toepassing of behoefte) mee om moeten gaan. In de bijbel vinden we daar de uitdrukking goed rentmeesterschap voor.
Effectief kun je hierbij ook opvatten in de betekenis dat de hele mensheid behoeften heeft en aanspraak moet kunnen maken op een deel van de productiemiddelen, grondstoffen en geproduceerde producten. Dus niet alleen het rijke westen maar ook alle mensen in ontwikkelingslanden. Dan pas is er sprake van echte broederschap.
De vraag is echter of onze huidige neoliberale, marktgerichte economie daaraan bijdraagt. Als we de berichten in de media van het afgelopen jaar samenvatten dan was er eerst sprake van een hypotheekcrisis, daarna een kredietcrisis en nu crisis in de hele financiële en economische wereld. Juist de financiële markt was de meest liberale markt, zonder veel overheidsbemoeienis en zeker ook falend toezicht.
Solidariteit heeft echter ook nog een andere betekenis en dat zien we terug in het huidige belastingstelsel waarbij de sterkere schouders meer dragen dan de zwakkere schouders. Hoe hoger het inkomen hoe hoger het belastingspercentage.
De hypotheekrenteaftrekregeling was bijvoorbeeld bedoeld om lagere inkomens aan een eigen huis te helpen en dat heeft decennia goed gewerkt. Alexander Pechtold van D’66 bracht bij de laatste algemene beschouwingen in de 2e kamer het voorstel naar voren om de hypotheekrenteaftrek te beperken tot € 500.000. Mensen die zich duurdere huizen kunnen permitteren hebben deze overheidssubsidie zeker niet nodig.
Een juiste stap dus om het belastingstelsel nog meer solidair te maken.
Zo gaan er tegenwoordig ook stemmen op om de premies voor de basisverzekering
voor ziektekosten inkomensafhankelijk te maken en daarmee zou de solidariteit nog verder in ere worden hersteld. Die solidariteit bestond er ook al in een andere vorm. Iedereen betaalt namelijk premie en uit de totale pot worden de ziektekosten betaald van mensen die gebruik van de gezondheidszorg (moeten) maken.
De premies voor een aantal sociale verzekeringen treffen de lagere inkomens ook zwaarder dan de hogere inkomens. De premies voor de werknemersverzekeringen WAO, WW en ZVW (zorgverzekeringswet) worden geheven tot een bepaald maximum premieloon
(€ 46.204,83/jaar in 2008). Hogere inkomens betalen dus relatief veel minder.
Helaas dus een omgekeerde solidariteit, die bovendien onrechtvaardig is. Het is alsof lagere inkomensgroepen meer gebruik maken van deze sociale verzekeringen en daarom meer moeten betalen.

Niet alleen in de politiek maar juist ook in de economie zou solidariteit het uitgangspunt moeten zijn. Armere mensen zouden lagere prijzen moeten betalen dan de rijkeren of op zijn minst gelijke prijzen. Zijn daar ook voorbeelden van?
In de bankwereld niet, want wie meer spaargeld opzij kan leggen krijgt een hoger rentepercentage dan de kleine spaarder.
In de energiemarkt ook niet, zo bleek uit de nieuwe folder van mijn energie-leverancier. Juist de kleinverbruiker betaalt een hoger tarief dan de grootverbruiker. Dat heet dan zakelijk tarief, maar sommigen noemen het ook verkapte economische overheidssteun.
Op de hypotheekmarkt, zo heeft de recente geschiedenis in de VS laten zien, geldt dat kleine (risicovolle) hypotheken zijn afgesloten voor de laagste inkomensgroepen maar wel met hogere tarieven. Voor de nu in ontwikkelingslanden verstrekte micro-kredieten geldt ook een veel hoger rentepercentage dan op doorsnee zakelijke kredieten. Zelfs de Triodosbank hanteert voor microkredieten rentepercentages van 25%of meer en dat is zelfs veel meer dan de rente op het consumptieve krediet, of een persoonlijke lening die iedere Nederlander boven de 18 kan krijgen (nu maximaal 18% rente). Dat soort gemakkelijk te verkrijgen leningen brengt ook al heel wat burgers in schuldproblemen en vandaar dat het huidige kabinet de criteria wil aanscherpen en de registratie (Bureau Krediet Registratie) verbeteren.
Het kan niet anders of je moet constateren dat de armen méér in plaats van minder betalen! Dat is asociaal en al zeker niet solidair.
Hypotheekbanken legitimeren dat door te stellen dat behalve de administratieve last de kleinere hypotheken ook meer risico’s met zich mee brengen. De laagste inkomensgroepen met een zwakke maatschappelijke positie zouden eerder werkeloos kunnen worden, of ziek worden, of eerder scheiden waardoor de rentelasten niet meer opgebracht kunnen worden en het huis per opbod verkocht moet worden. Dat mag statistisch gezien wel waar zijn maar een villa is echter veel minder courant (verhandelbaar) dan een gewoon rijtjeshuis en dus zijn de risico’s beperkt.
De opgedane ervaring met microkredieten heeft inmiddels ook aangetoond dat de kleine leners (en zeker de vrouwelijke deelnemers) zeer kredietwaardig en het meest betrouwbaar zijn. In meer dan 90% van de gevallen wordt de lening plus rente geheel terugbetaald. Dat is een veel hoger percentage dan bij alle andere zakelijke kredieten. De kleine ondernemers zouden dus juist een lagere rente moeten betalen. De lagere inkomensgroepen zouden op zijn minst gelijk behandeld moeten worden.
Dat zou pas eerlijk, rechtvaardig en solidair zijn!

maandag 15 september 2008

Consumeren of Consuminderen ?

Dit artikel is verschenen op de website Antrovista september 2008 en
in e-nieuwsbrief Driegonaal Michaël 2008


Het stimuleren van een Zuinigheidsbonus

In ieder economieboek dat middelbare schoolkinderen onder ogen krijgen staat dat het in de economie gaat om schaarse goederen. Het is ook om die reden dat we met deze goederen efficiënt(=zuinig) en effectief (voor de juiste toepassing of het juiste doel) om moeten gaan.
Bedrijven die actief zijn in de economie vergeten dat liever uit eigenbelang. Ze verkopen liever meer dan minder en stimuleren kopers om juist meer te kopen en geven daar ook korting op. De prijs voor honderd artikelen is hoger dan wanneer je er duizend koopt en dat noemt men hoeveelheidskorting. Begrijpelijk is dat wel vanuit het perspectief van de producent die 1000 artikelen ook goedkoper kan maken dan slechts 100 artikelen. Zijn vaste kosten zijn verdeeld over meer producten ook lager.
Voor het milieu of de samenleving als geheel is dat echter een slechte zaak want we verbruiken daardoor meer grondstoffen en eindige energie.
Vanuit het geheel gekeken zou je dus juist een zuinigheidsbonus in plaats van een overconsumptiebonus moeten krijgen. Dat stimuleert mensen om te consuminderen!

Toen ik hierover een tijdje aan het mijmeren was kreeg ik een advertentie onder ogen van een energieleverancier die kennelijk wel oog heeft voor de grote belangen en niet louter uit is op eigen bedrijfsvoordeel.
Het bedrijf OXXIO, van oorsprong Engels en inmiddels ook weer in handen van een Engelse belegger, is enige jaren in handen geweest van het bedrijf Tendris te Naarden met mede oprichter Koornstra. Deze Haagse ex-vrije schoolleerling heeft eerst met een medeleerling een mediabedrijf opgezet en had het geluk de bedenker te zijn van het succesvolle televisieprogramma “De Stoel”. Met het geld dat zij na verkoop van het mediabedrijf hadden verdiend zijn ze een eigen investerings- en ontwikkelingsmaatschappij begonnen, om zoals ze het zelf zeiden de grote problemen van de wereld aan te pakken.
Eerst ontwikkelden ze een technisch apparaatje dat in iedere gewone auto geplaatst kan worden om het benzineverbruik te verminderen. Het werkte maar van TNO kregen ze om onduidelijke redenen geen wetenschappelijk onderbouwd rapport. Zij werken liever voor de grote klanten werd hun vertrouwelijk verteld. Daarna ontwikkelden ze de eerste groene creditkaart die kooptransacties met CO2-uitstoot compenseert. Inmiddels hebben zij ook meerdere typen zeer energiezuinige en duurzame ledlampen ontwikkeld voor huishoudelijk gebruik, voor tuinbouwkassen (stimuleert de plantengroei nog meer dan TL- of lampverlichting) en zelfs als straatverlichting (minder licht maar wel met een beter zicht in het donker).
Via intensieve telefooncampagnes hebben ze OXXIO als goedkoop alternatief op de Nederlandse markt gebracht. Zij deden dat op een manier die door consumenten-programma’s als Kassa en Radar wel als aggressieve verkooptechniek werd bestempeld.
Het aantal abonnementen vloog desondanks omhoog.
De nieuwste campagne van OXXIO is echter zeer verrassend. Zij adverteren en werven sinds april van dit jaar nieuwe klanten met het aanbod dat als klanten erin slagen om in drie jaar tijd hun energieverbruik met 10 % te verminderen, zij een extra bonus krijgen van € 300 !
Letterlijk zeggen zij:”Met deze bespaarbonus wil Oxxio consumenten aanzetten nu eens echt minder energie te verbruiken. Wij willen dat onze klanten minder bij ons afnemen. En het is ons menens. De tijd van alleen maar praten over klimaatverandering is volgens ons nu dus echt voorbij. Met behulp van deze actie kan iedereen over een periode van drie jaar 10% minder energie verbruiken dan op dit moment. Natuurlijk helpen we iedereen daarbij, onder meer via onze 'slimme meter'. Met 10% lager verbruik zijn de kosten natuurlijk al lager, maar daar doen we dus nog een schepje bovenop. Een commerciële leverancier die minder wil gaan verkopen aan zijn klanten lijkt wellicht wat vreemd, maar we zien het als een investering in onze klanten. Een investering in het aantrekken van nieuwe klanten en in het aanpakken van het klimaatprobleem. Als eerste energieleverancier willen we serieus werk maken van energie besparen. We willen zoveel mogelijk klanten die zo weinig mogelijk energie verbruiken, want de groenste energie is energie die je niet gebruikt!”
Dit initiatief zou de alternatieve nobelprijs voor de economie of zo verdienen en ook op vele andere manieren navolging moeten krijgen. Stimuleer de zuinigheid!

maandag 9 juni 2008

Boek in voorbereiding

Een boek over de Solidaire Economie is in voorbereiding.
Het is een vervolg op het boek Trias Politica Ethica maar dan helemaal toegespitst op de economie.
Onderstaand alvast een deel uit het boek:


Solidaire Economie,
een spirituele visie op Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
.

De wereld zal zich niet voorbij zijn huidige crisistoestand
kunnen ontwikkelen als we van denkwijzen blijven uitgaan
die de crisis juist hebben veroorzaakt
Albert Einstein
Voorwoord
Na het verschijnen van het boek Trias Politica Ethica in het voorjaar van 2006 kreeg ik vele positieve reacties uit een brede kring van kennissen. Opvallend daarbij was dat de meeste mensen zich heel goed konden voorstellen wat maatschappelijke driegeleding feitelijk impliceert. Vrijheid in het sociaal maatschappelijk gebied, de “civil society”, daarnaast gelijkheid in het rechtsgebied. Beide zijn heel logisch en vanzelfsprekend.
De meeste moeite bleek men echter te hebben met het begrip solidariteit of broederschap voor het economische leven. Diepgeworteld zit bij veel mensen het misplaatste idee dat het in het bedrijfsleven vooral gaat om vrijheid, in de betekenis van vrij ondernemerschap, vrije concurrentie en vrije marktwerking. Dat is de aanleiding geweest om dit boek geheel te wijden aan het bedrijfsleven en het economische verkeer. Er zal een poging worden gedaan om huidige gehanteerde economische theorieën te bespreken en te weerleggen. Daarbij wil ik ook vooral praktisch zijn met voorbeelden. Ook binnen de universitaire economie begint er een bewustzijn door te breken dat de bekende economische theorieën tekortkomingen kennen en aangevuld dienen te worden. Een stroming die hier vooral veel aandacht aan besteed is de gedragseconomie, die feitelijk wil uitgaan van het concrete gedrag van economische partijen in plaats van louter theoretische modellen.
Mijn interesse voor economische verschijnselen werd allereerst gevoed door een studie technische bedrijfskunde te Eindhoven, waar ik vooral aan het einde van mijn studie gekozen heb voor vakken op het gebied van de ontwikkelingseconomie, als voorbereiding op een afstudeeropdracht in een ontwikkelingsland. Die vakken werden rond 1982 in Tilburg gegeven werden door prof. Jansen en dr. Vingerhoets. De ontwikkelingsvisie van prof. Jan Tinbergen en Amartya Sen, de latere Nobelprijswinnaar voor de economie, waren het meest populair.
Sen, zelf uit India afkomstig kende de armoede van nabij, maar concludeerde dat dit niet het gevolg was van gebrek aan voedsel (door milieurampen) maar door gebrek aan middelen om het voedsel te kopen. Tegelijkertijd probeerde ik er praktisch mee aan de slag te gaan via vrijwilligerswerk in de kredietcommissie van Stichting Memomunt te Amsterdam en ook via een project als de oprichting van een bedrijfskunde wetenschapswinkel aan de TU/e die maatschappelijke organisaties en kleine bedrijven wilde laten profiteren van wetenschappelijke bedrijfskunde kennis. Daarnaast hebben wij een reizende tentoonstelling gemaakt die milieuvriendelijk en kleinschalig ondernemen wilde stimuleren, mede geïnspireerd door R.F. Schumacher “Small is beautiful”.
Jaren later kwam daar de visie van R.Steiner bij op het gebied van sociale driegeleding waarbij hij pleitte voor solidariteit in de economie . Ook introduceerde hij een nieuwe samenwerkingsvisie, te weten associaties. Een deel van deze ontwikkelingen zijn momenteel terug te vinden in trends als Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen of Duurzaam Ondernemen. Dat vormt de leidraad voor mijn werk als Hogeschooldocent bij Fontys te Eindhoven, opleiding Technische Bedrijfskunde.
Een solidaire economie beschouw ik als de meest vergaande en omvattende uitwerking van wat algemeen als Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen wordt genoemd. Men hanteert daarbij vele verschillende definities en nog meer praktische uitwerkingen. De meeste hebben betrekking op zorgvuldig en minimaal gebruik van energie en grondstoffen, het beperken van milieuschade, het voorkomen van kinderarbeid en het tegengaan van corruptie. Meestal hanteert men de slogan “People, Planet and Profit” om ook de volgorde van belangrijkheid aan te geven. Het winstaspect is dus het minst belangrijk en komt ná mensen en milieu!
Bij solidaire economie gaat het wat mij betreft ook om het eigendom van bedrijven, een rechtvaardige inkomensverdeling en nieuwe samenwerkingsvormen zoals associaties (waar consumenten een belangrijke rol spelen in overleg met producenten en handelaren).
Dat noem ik een spirituele visie en heeft te maken met het feit dat ik mijn bronnen ook heb gezocht in spirituele stromingen zoals de antroposofie, het christendom en de islam.

De eerlijkheid gebiedt mij om te zeggen dat het begrip solidaire economie al veel langer bestaat en uitgedragen wordt door vele maatschappelijke, civil society bewegingen: zoals Hefboom en Stichting Memo in België, Vereniging Solidair in Utrecht, Bureau Ver(?) antwoord in Tilburg, X min Y Solidariteitsfonds te Amsterdam, Omslag (Werkplaats voor duurzame ontwikkeling) in Eindhoven, Vereniging de Vakgroep te Utrecht. Ook in wetenschappelijke kring is er aandacht voor dit onderwerp door Lou Keune, universitair hoofddocent aan de Universiteit van Tilburg en enkele vakgroepen van Universiteiten in België.
Wie op Internet een zoektocht begint kan voor vele verassingen komen te staan want het is een brede maatschappelijke beweging die uitloopt tot de kring van anders-globalisten .
Ook internationaal is er veel belangstelling. Zo was er eind november 2006 een groot tweedaags congres aan de Technische Universiteit van Berlijn rondom het fenomeen Solidarische Ökonomie met vele sprekers en 1400 bezoekers!
Ook in Nederland vond begin januari 2008 een groots opgezette conferentie plaats aan de Universiteit van Tilburg. Het kernthema luidde: “Een comfortabele waarheid: groei naar een duurzame en solidaire economie”. Ruim driehonderd mensen bespraken de schaduwzijden van economische groei. Het is voor het eerst dat in Nederland en Vlaanderen een dergelijk omvangrijke bijeenkomst aan dit onderwerp gewijd is. De conferentie begon met een indringend betoog van de Amerikaanse politiekeconoom Susan George. George is medeoprichtster van Attac, de beweging voor een eerlijkere globalisering en ook fellow van het in 1974 opgerichte Amsterdamse Trans National Institute. Het TNI is een internationaal netwerk van activistische wetenschappers en publicisten die zich bezig houden met mondiale vraagstukken. Allereerst benadrukte zij het belang van het vervangen van de belangrijkste economische welvaartsindicator Bruto Binnenlands Product.(BBP). Economische groei gemeten via het BBP betekent dat meer oorlogen, meer ziekten, meer criminaliteit juist zorgen voor extra groei.
De klassieke neoliberale economen “tellen alleen de uitgaven bij elkaar op” maar hebben geen zicht op de werkelijke kosten en opbrengsten voor mens, samenleving, natuur en milieu. Sommige kosten van economische activiteiten kunnen enorm zijn. Denk aan het gebruik van pesticiden in de landbouw waardoor de bijen uitsterven en de bestuiving misschien handmatig zou moeten??
“Hoe kunnen we de aarde redden van dat roofzuchtige kapitalisme, dat maar op een ding gericht is, namelijk winst maken en zich altijd alles wil toe-eigenen”? “Het kapitalisme is geen normaal of gezond systeem dat rekening houdt met de toekomst. We hebben wetten nodig en politieke krachten om ons te beschermen. Er zijn brede allianties uit de samenleving nodig om de politiek en overheid in de gewenste richting te sturen”, aldus enkele citaten.
De economie is geen hoger doel op zich waar de natuur en cultuur naar willekeur voor gebruikt kan worden. Nee, de economie moet binnen de natuur en cultuur “passen”. Van een aanbodeconomie moeten we naar een vraageconomie binnen ecologische en cultureel maatschappelijke grenzen.
George sprak over de sterke behoefte aan een “nieuw groot verhaal”, een nieuwe samenlevingsvisie waar iedereen een rol in kan hebben, vergelijkbaar met de verlichting of de Griekse democratie. Dat verhaal moet uit Europa komen! Maatschappelijke Driegeleding met daarbinnen het principe van een solidaire economie is volgens mij zo’n verhaal.
Zij riep op tot urgente vorming van een soort wederopbouwplan om de mondiale economische verhoudingen duurzaam en rechtvaardig te maken 'nu het nog nét kan'.
Vervolgens bespraken vooraanstaande economen, o.a. prof. Heertje, de problemen van de huidige economie en de manier waarop die gemeten wordt. Ze benadrukten de noodzaak om te werken aan een conversie van de economie. Een gezonde dosis zelfkritiek hadden de economen wel door erop te wijzen dat wetenschappers hun kritische visie moeten bundelen door te wijzen op de fundamentele foute redeneringen van de neoliberale economie.
Arnold Heertje pleitte ook voor een verruimd welvaartsbegrip. De economie gaat over de omgang met schaarse middelen en daar horen ook milieu, cultuur en luchtkwaliteit bij. Niet alles is te monetariseren, volgens Heertje, want er zijn ook niet meetbare (imponderabele) factoren die toch meegewogen moeten worden in economische besluitvorming.
Helaas bleven voorstellen tot concrete oplossingen veelal uit. Toch was het zeer opvallend dat alle forumleden, met inbegrip van de vertegenwoordigers van de vakbeweging, een hoge prioriteit gaven aan de noodzaak van een effectief milieubeleid vanuit een doorleefde urgentie en met oog voor solidariteit tussen arm en rijk. De aanwezige politici onderstreepten die urgentie door te verklaren dat het toegroeien van de economie naar een grotere mate van duurzaamheid en solidariteit boven het behoud of de groei van het bestaand nationaal inkomen moest prevaleren. Helaas lag de nadruk teveel op het meten van de economische groei en het zoeken naar betere indicatoren. De politiek heeft uiteindelijk wel toegezegd een aantal onderzoeken naar die betere indicator te zullen laten uitvoeren. Helaas heeft men de boodschap van Susan George maar gedeeltelijk begrepen, waar het de urgentie betreft!
Later is er een samenvattend document verschenen getiteld “Verklaring van Tilburg: een comfortabele waarheid” met de oproep om via ondertekening daarvan de urgentie duidelijk te maken aan politiek en samenleving. In deze verklaring worden als concrete eerste stappen zes speerpunten geformuleerd:
- een sociaal-cultureel speerpunt: de groeiende materiële consumptie per hoofd van de bevolking dient omgebogen te worden.
- een structureel speerpunt: beperkingen van de personele en bedrijfsinkomens zijn onontbeerlijk. Mondiale herverdeling, duurzame consumptie en productiepatronen.
- een institutioneel speerpunt: de noodzaak om een overlegorgaan of breed maatschappelijk beraad in het leven te roepen.
- een inkomensmatigend speerpunt: via overleg dan wel regulering komen tot een maximering van het netto inkomen.
- een fiscaal speerpunt: duurzaamheid stimuleren en het omgekeerde belasten.
- een productnormerend speerpunt: via de overheid vaststellen van duidelijke productnormen.

Boek Trias Politica Ethica



Vakblad SCOPE : Tijdschrift voor Bedrijfskundig Ingenieurs
Uitgave September 2006

BOEKRECENSIE:
Titel: TRIAS POLITICA ETHICA
Subtitel: Een politiek-ethische bijdrage aan de waardendiscussie,
Schrijver: Ruud Thelosen.
ISBN-nummer: ISBN 90-73310-42-3

Dit boek gaat over actuele maatschappelijke vraagstukken. Aan de orde komen “de wurggreep” van de economie op de cultuur, economische invloeden in onderwijs en wetenschap, economische belangen binnen de politiek, dilemma’s in de gezondheidszorg, media & de publieke ruimte en inkomenspolitiek: de angel uit de maatschappelijke discussie. De laatste 2 hoofdstukken zijn: Bedrijven als privé-eigendom: een ernstige vergissing en Associaties: een nieuwe samenwerkingsvorm in het bedrijfsleven.

Onze collega, bedrijfskundig ingenieur Ruud Thelosen, docent aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven, behandelt de vraagstukken vanuit het anthroposofische gezichtpunt van de sociale driegeleding. Hierbij wordt een onderverdeling gemaakt in 3 belangrijke levensgebieden: het sociaal maatschappelijke gebied (het sociale leven, inclusief kunst, cultuur, onderwijs en wetenschap), het rechtsgebied (inclusief de overheid en de politiek) en het economische- of bedrijfsleven. Bij ieder van de 3 gebieden hoort een ethisch principe, respectievelijk vrijheid, gelijkheid en solidariteit. De specifieke opgave voor het rechtsleven (overheid en politiek dus) ligt in de bevordering van gelijkheid, van de autonomie van de 3 geledingen ten opzichte van elkaar. Inspiratie is Trias Politica van Montesquieu, die uit gaat van een strikte scheiding tussen wetgevende macht, uitvoerende macht en rechterlijke macht. Zo formuleert de auteur een korte en krachtige politieke ethiek, zijns inziens een maatschappij visie, die het tanende vertrouwen in de overheid kan keren.

Knap hoe hij vervolgens belangrijke, actuele, complexe, ethische vraagstukken helder en consistent behandelt, een geslaagde bedrijfskundige analyse vanuit een expliciete referentie.

Het geheel mondt uit in heldere principiële, radicale stellingnames: “bedrijven als privé-eigendom: een ernstige vergissing”, en “associaties: een nieuwe samenwerkingsvorm in het bedrijfsleven”. Hij haakt aan bij de discussie over het Rijnlandse en het Angelsaksische model: “Noch de aandeelhouders, noch personeelvertegenwoordigers, noch enige andere groep belanghebbenden kunnen a-priori enige aanspraak maken op eigendom” en “Het bedrijfsleven heeft dus niet alleen een strikt financiële doelstelling maar ook een maatschappelijke doelstelling”.

Al met al een zeldzaam boekje. Knap ook om zoveel zaken doorzichtig te maken in minder dan 100 pagina’s. Het lijkt mij een geval van: in de beperking toont zich de meester, een aanrader voor de maatschappelijke verantwoorde bedrijfskundige