vrijdag 6 december 2013

Mondragon, een succesvolle werknemerscoöperatie.
















De geschiedenis van Mondragon.

Mondragon is in 1956 ontstaan in Baskenland. Vijf voormalige leerlingen van dezelfde school uit een klein dorpje Arrasate startten een technisch bedrijf in de vorm van een werknemerscoöperatie, genaamd Ulgor. Dit dorpsschooltje was bijzonder omdat het opgezet was door de lokale priester Don José Arizmeniarietta. Deze priester wilde de kinderen niet alleen kennis en spirituele bagage meegeven maar vooral ook technische vaardigheden en zo leek de school eerder op een lagere technische school dan een basisschool. Kennelijk heeft hij de leerlingen voldoende kunnen inspireren dat zij later de daad bij het woord voegden door een coöperatie op te richten.

Een jaar later gebeurde hetzelfde met een tweede fabriek en in 1959 werd de eerste lokale bank opgericht Caja Laboral Popular als werknemerscoöperatie. In ruim 50 jaar tijd is Mondragon uitgegroeid tot een conglomeraat van werknemercoöperaties met ruim 83.000 werknemers, die tevens ondernemer zijn. Wat begon als producent van elektrische, huishoudelijke apparaten zoals vaatwasmachines, ovens, koelkasten en kookfornuizen groeide uit tot een verzameling van hightech bedrijven. Ze leveren nu zelfs zeer geavanceerde machines om zonnepanelen te produceren en die wereldwijd geëxporteerd worden.

De jaaromzet bedraagt ruim € 15 miljard en heeft ondanks de zeer moeilijke economische en financiële crisis in Spanje zich nog steeds positief kunnen ontwikkelen.
In totaal zijn er nu zo’n 120 verschillende coöperaties onder de paraplu van Mondragon Cooperative Corporation (MCC). Daarvan zijn er 87 industriële coöperaties, 14 actief in Onderzoek & Ontwikkeling , 8 die actief zijn in het onderwijs en waaronder zelfs een universiteit, 5 dienstencoöperaties, 4 landbouwcoöperaties en de al eerder genoemde bank én een warenhuisketen, genaamd Eroski. Het hoofdkantoor telt maar een relatief klein aantal medewerkers, zo’n 60.

Economische democratie

Alle werknemers zijn nauw betrokken bij het eigen bedrijf en voelen zich ook ondernemer. Het hoogste besluitvormende orgaan is de algemene vergadering van werknemersleden. Iedereen heeft daar maar een stem ongeacht zijn functie. De afzonderlijke coöperaties hebben weer een vertegenwoordiging in de overkoepelende coöperatie waar het congres bestaat uit 650 (leden-) afgevaardigheden. Alle belangrijke besluiten worden door werknemers genomen zoals het jaarlijks benoemen van het management en het vaststellen van het algehele strategische jaarplan . Ze voelen zich ook ondernemer omdat ze als lid van de coöperatie pas kunnen toetreden nadat ze ook een financiële inleg hebben gedaan van zo’n € 15.000. Ze mogen daarbij het geld wel lenen of gespreid betalen over 5 of 10 jaar.
Deze kapitaalinleg is een soort van startkapitaal maar groeit uit tot een aardige pensioenpot aan het einde van het werkzame leven wanneer dit uitgegroeid is tot 100, 200 of zelfs € 300.000 .

Natuurlijk houdt ondernemer zijn ook in dat je een financiëel risico loopt bij tegenvallende economische prestaties en in moeilijke jaren werd er zelfs salaris of arbeidsuren ingeleverd. Toch is Mondragon een zeer sociaal bewogen organisatie met de beste sociale voorzieningen, zoals hogere ziekte-uitkeringen dan wettelijk zijn voorgeschreven in Spanje, vele scholingsmogelijkheden en nog interessanter is de algemene geldende loonafspraak.
Het verschil tussen het hoogste en laagste bruto-inkomen in een coöperatie mag maar een factor 4,5 zijn.


Inkomensbeleid
Dat is bijna revolutionair als je bedenkt dat net in Zwitserland een referendum heeft plaatsgehad waarbij de verschillen tussen lonen teruggebracht zou gaan worden tot een factor 12. Helaas is het voorstel verworpen.
De Nederlandse Nobelprijswinnaar voor de economie Jan Tinbergen heeft echter in 1970 al wetenschappelijk aangetoond dat binnen een bedrijf het ideaal ongeveer een factor 4 à 5 is en voor de samenleving als geheel een factor 7.
Dat klinkt nu misschien utopisch omdat concerndirecties salarissen opstrijken die soms wel 200 keer meer bedragen dan het salaris van de laagste medewerker. Hoe fnuikend dat is voor de samenleving als geheel hebben de Engelse onderzoekers Wilkinson & Pickett aangetoond in hun uitgebreide landenstudies naar inkomensongelijkheid.
In het boekje “The spirit level” tonen ze overtuigend aan dat een kleinere ongelijkheid een groot scala van onverwachte positieve maatschappelijke en sociale gevolgen heeft zoals minder kosten voor gezondheidszorg, minder criminaliteit , betere resultaten in het onderwijs etc. Hetzelfde is trouwens ook gebleken bij het invoeren van een onvoorwaardelijk basisinkomen.
Als de werknemers zich alleen als ondernemer zouden gaan gedragen zou je verwachten dat de jaarlijks gemaakte winst zou terugvloeien naar de leden, maar niets is minder waar.
Gezamenlijk heeft men besloten dat een aanzienlijk deel van de winst(15 tot 40%) gebruikt wordt voor herstructureringen. Zo’n 14 procent gaat naar drie fondsen . Het meeste (10%) gaat in een investeringsfonds en wat minder naar het onderwijs- en het solidariteitsfonds (elk 2%). Tien procent van de netto winst gaat naar het eigen fonds voor vorming/scholing.
Het grootste deel zo’n 45% gaat naar de reserves van de coöperatie. De rest en dat is minder dan 30 procent van de netto winst gaat naar de leden, maar worden niet uitgekeerd!!
Het VPRO-programma Tegenlicht heeft enkele jaren geleden ook een uitzending besteed aan Mondragon die nog steeds is terug te zien. Zo kan iedereen een eigen oordeel vellen.

Auteur Sharryn Kasmir heeft na een onderzoek een boek geschreven “The Myth of Mondragon”, waarin hij niet alleen op de voordelen wijst maar ook kritiek levert. Mondragon of welke werknemerscoöperatie dan ook is zeker geen paradijs. Er moet hard gewerkt worden maar de resultaten worden wel eerlijk en rechtvaardig verdeeld. Het is voor de kleine gemeenschap in Baskenland een belangrijke steunpilaar geweest (en nog).

Een werknemerscoöperaties in deze vorm combineert het beste van twee werelden met enerzijds veel werk- en salariszekerheid maar ook gekoppeld aan ondernemerszin en innovatief vermogen. Het lijkt in veel opzichten op de bedrijfsexperimenten van Ricardo Semler in Brazilië die ook steeds verder ging in democratisering van zijn Semco-bedrijven, maar zonder dat ze juridisch gezien een coöperatie zijn (nog niet).

Een coöperatie is een veel te sterk verwaarloosde bedrijfsvorm die ons wel in het verleden geholpen heeft om de ergste crises te overwinnen en van onderop en samen economisch actief te worden in vrijwel alle mogelijke sectoren. In Nederland en Duitsland en vooral ook in Engeland bestonden al vanaf midden 19e eeuw coöperaties.
In 2012 is deze rechtsvorm opnieuw in de belangstelling gekomen door het VN-jaar van de coöperatie, maar ook omdat cijfers duidelijk maakten dat wereldwijd en zeker in de landbouw- en visserijsector coöperaties veruit de grootste werkgevers zijn.

Het is tijd voor een “revival” en gelukkig is die al volop bezig met o.a. energiecoöperaties, zorgcoöperaties en bedrijfscoöperaties. In heel Nederland is er echter maar een hoogleraar Coöperatierecht, maar gelukkig is er toch nog veel expertise.
Een mooi voorbeeld van een nederlands bedrijf dat zich heeft laten inspireren door het voorbeeld van Mondragon is het schoonmakersbedrijf Schoon-gewoon. Een kleinschalige werknemerscoöperatie waar werknemers het beleid meebepalen en meedelen in de financiële resultaten.  Zie ook www.schoongewoon.nl
Voor de Tegenlicht uitzending over Mondragon zie:
http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2011-2012/Mondragon.html

Lees ook het onderstaande boek van Dirk Barrez, waar Mondragon uitgebreid in besproken wordt.


        

Geen opmerkingen: