dinsdag 13 april 2010

Thorbeckelezing van Jan Marijnissen

Onderstaand artikel is geplaatst op de SP website, afdeling Eindhoven, in de rubriek nieuws vanaf 13 april 2010

Jan Marijnissen houdt Thorbeckelezing 2010

Vandaag houdt SP partijleider Jan Marijnissen de 9e Thorbeckelezing in de oude vergaderzaal van de Tweede Kamer in Den Haag.
De titel luidt:”Dimmen of gasgeven : Hoe de parlementaire democratie overeind te houden in moeilijke tijden?”
Marijnissen treedt daarmee in de voetsporen van andere bekende politici en professoren. In 1998 heeft Frits Bolkenstein de reeks geopend . De meest bekende lezing was die van Hans van Mierlo “Democratie en politieke vernieuwing” in 2000. Bij zijn recente overlijden werd dit verhaal nog geroemd als het geestelijke fundament van D’66.
Jan Marijnissen is de directe opvolger van Hans Wiegel, die in 2008 de laatste Thorbeckelezing hield met de titel: “Hoe de boel bij elkaar te houden in turbulente tijden”? De titels vertonen grote overeenkomsten, maar de inhoud zal waarschijnlijk sterk van elkaar verschillen.
De meer bekende lezingen waren van Gerd Leers in 2005 met “Leiderschap in bange dagen” en Piet Hein Donner in 2007 met als titel:” Politieke vernieuwingen helpen ons niet vooruit”.
De lezingen zijn zo opgezet dat er behalve een hoofdspreker ook een 2e lezing, een zogenaamd co-referaat, wordt gehouden. Dat zal vandaag gedaan worden door filosoof en publicist Bart Jan Spruyt, waarna een debat wordt gehouden.
Verder wordt er op deze dag ook de Thorbeckeprijs voor welsprekendheid aan een politicus uitgereikt.
Juist in deze verkiezingstijd een mooie gelegenheid voor de SP om haar eigen visie over bestuurlijke dilemma’s naar voren te brengen.

In het algemeen wordt bij bestuurlijke vernieuwing veelal gedacht aan een gekozen minister-president of burgemeester en ook meer invloed van de burger op de politieke besluitvorming via een verplicht of raadgevend referendum.
Verder is er dan de discussie over de zin/functie van de Eerste Kamer of het inkrimpen van het aantal zetels in de Tweede Kamer. Recent is daar ook nog de discussie bijgekomen over het aantal ministeries en de samenvoeging van provincies en waterschappen. Zo is ook de SP voorstander van opheffing van waterschappen en deze onderbrengen bij provincies omdat het goedkoper en democratischer is. Het socialistische programma pleit ook voor minder ministeries waardoor een betere samenwerking en samenhang in beleid mogelijk wordt.

In het SP verkiezingsprogramma 2010-2015 is hoofdstuk 3 ”U moet het zeggen” het gedeelte dat gaat over democratie en bestuur. Daarin pleit de SP voor meer zeggenschap aan de burger o.a. via landelijke, regionale en gemeentelijke referenda. Zo was de SP ook voorstander om de Europese grondwet voor te leggen aan een volksraadpleging, wat echter niet gebeurd is uit angst voor een afwijzing zoals de eerste keer.
Het AOW voorstel en privatiseringsvoorstellen in de zorg, openbaar vervoer, energiebedrijven en woningcorporaties zouden in een referendum ook zeker gesneuveld zijn.
De SP pleit vooral voor een grondwettelijk recht van petitie, zodat burgers meer grip krijgen op het parlement. Indien voldoende burgers een bepaald onderwerp belangrijk genoeg vinden moeten de volksvertegenwoordigers er ook iets mee doen.
Jan Marijnissen zal mogelijk deze punten maar vooral ook een hele persoonlijke visie naar voren brengen.

SP en Verkiezingen

Onderstaand artikel is geplaatst op de SP-website, afdeling Eindhoven, bij de rubriek "ingezonden" vanaf 1 april 2010

Verkiezingsprogramma 2010-2015

Begin april heeft de SP haar concept verkiezingsprogramma aan de pers gepresenteerd. De reacties waren deels voorspelbaar, maar soms ook teleurstellend. Een aantal media en kranten noemden het programma klassiek.
Als dat over je meubilair wordt gezegd dan bedoelt men meestal ouderwets maar ook gedegen of robuust (van zwaar eikenhout gemaakt) en dus "lange tijd meegaat".
In die betekenis is de kwalificatie nog positief te noemen. Roemer liet ook voor de pers weten deze kwalificatie op te vatten als een compliment: "Men weet waar men bij de SP op kan rekenen".
Soms bedoelt men klassiek ook in de betekenis van conservatief. Dan wordt het voorbeeld aangehaald dat de SP (samen met de PVV) tegen verhoging van de AOW leeftijd is, tegen versobering van de sociale wetgeving en ook tegen versoepeling van de ontslagregelingen.
Ook hier past echter de positieve betekenis van conservatief namelijk "behoud van het goede" en niet dat de SP tegen alle veranderingen zou zijn. Integendeel, het nieuwe programma bevat tal van vernieuwings- en verbeteringsvoorstellen maar wel sociaal en rechtvaardig.
Het algemene motto was "een beter Nederland voor minder"!

De grootste, rechtse krant van Nederland, de Telegraaf, heeft het programma goed begrepen want zij kwamen met de kop "Succes wordt door SP fors afgestraft". Deze spreekbuis van de financieel welgestelden wil het publiek nog steeds doen geloven dat de rijken dat alleen te danken hebben aan hun succes en ondernemingszin.
Zij worden nu "gestraft" door een nieuw voorgestelde topbelasting van 65% en een verhoging van het bestaande toptarief van 52 naar 55%. Verder wordt de winst- of vennootschapsbelasting bij bedrijven verhoogd van 23 naar 30% en de renteaftrek beperkt tot 30% van het bedrijfsresultaat. De SP kiest er ook voor om de hypotheekrenteaftrek alleen nog maar te garanderen tot een hypotheeksom van maximaal €350.000,-. Daarboven vervalt de renteaftrek geleidelijk over een periode van 10 jaar.
Dat is echter geen straffen zoals de Telegraaf suggereert, maar een kwestie van de lasten eerlijk verdelen. Met een mooi woord ook wel solidariteit genoemd.
Het is trouwens ook zo dat rijkdom niet alleen een kwestie is van (economisch) succes. Het kan ook gaan om geërfd vermogen of "gegraai aan de top" vanwege het feit dat regelgeving nog steeds ontbreekt. Het CDA en de VVD hebben dat steeds tegengehouden.

In het nieuwe tv-programma "Oog in oog" van Sven Kockelman, afgelopen zondag, was Emile Roemer de eerste gast. Hij werd flink aan de tand gevoeld en moest op een enkel punt een antwoord schuldig blijven. Zo werd Roemer gevraagd naar een toelichting op een nieuw programmapunt, namelijk het streven naar wetgeving voor een inkomensplafond in het bedrijfsleven. Dat is inderdaad een nieuw voorstel dat veel verder gaat dat alleen de discussie over het aan banden leggen van de topinkomens in de publieke en semipublieke sector via de zogenaamde Balkenendenorm. De echte vraag is natuurlijk of de overheid op deze manier wel kan ingrijpen in het bedrijfsleven. Velen denken dat de overheid dat niet kan, maar vergeten daarbij dat de overheid dat al eerder heeft gedaan door een wettelijk minimuminkomen of loon, gerelateerd aan leeftijd, vast te stellen en dat jaarlijks ook te indexeren.

De stap naar een wet voor een maximumloon en ondernemersinkomen wordt juist door een meerderheid van de Nederlandse bevolking als zeer wenselijk beschouwd en zou daarom ook in de Tweede kamer een meerderheid moeten kunnen krijgen. Als het verschil tussen een dergelijk maximum en minimuminkomen dan ook nog hooguit een factor 10 of 12 zou bedragen, dan zouden we de enige Nederlandse econoom Jan Tinbergen, die de Nobelprijs heeft gekregen, eren. Tinbergen pleitte zelfs voor een factor 7.
Het is jammer dat Emile Roemer het belang van dit punt niet kon toelichten.
Juist de huidige inkomensongelijkheid is een doorn in de ogen van veel mensen en leidt tot frustratie en ongenoegen tegenover de politiek die er niets aan doet of vooralsnog wil doen.
Voor een werkelijk sociale en solidaire samenleving is deze stap echter noodzakelijk en minstens zo belangrijk als verbeteringen in het democratische stelsel en herstructurering van de overheid.