vrijdag 6 december 2013

Mondragon, een succesvolle werknemerscoöperatie.
















De geschiedenis van Mondragon.

Mondragon is in 1956 ontstaan in Baskenland. Vijf voormalige leerlingen van dezelfde school uit een klein dorpje Arrasate startten een technisch bedrijf in de vorm van een werknemerscoöperatie, genaamd Ulgor. Dit dorpsschooltje was bijzonder omdat het opgezet was door de lokale priester Don José Arizmeniarietta. Deze priester wilde de kinderen niet alleen kennis en spirituele bagage meegeven maar vooral ook technische vaardigheden en zo leek de school eerder op een lagere technische school dan een basisschool. Kennelijk heeft hij de leerlingen voldoende kunnen inspireren dat zij later de daad bij het woord voegden door een coöperatie op te richten.

Een jaar later gebeurde hetzelfde met een tweede fabriek en in 1959 werd de eerste lokale bank opgericht Caja Laboral Popular als werknemerscoöperatie. In ruim 50 jaar tijd is Mondragon uitgegroeid tot een conglomeraat van werknemercoöperaties met ruim 83.000 werknemers, die tevens ondernemer zijn. Wat begon als producent van elektrische, huishoudelijke apparaten zoals vaatwasmachines, ovens, koelkasten en kookfornuizen groeide uit tot een verzameling van hightech bedrijven. Ze leveren nu zelfs zeer geavanceerde machines om zonnepanelen te produceren en die wereldwijd geëxporteerd worden.

De jaaromzet bedraagt ruim € 15 miljard en heeft ondanks de zeer moeilijke economische en financiële crisis in Spanje zich nog steeds positief kunnen ontwikkelen.
In totaal zijn er nu zo’n 120 verschillende coöperaties onder de paraplu van Mondragon Cooperative Corporation (MCC). Daarvan zijn er 87 industriële coöperaties, 14 actief in Onderzoek & Ontwikkeling , 8 die actief zijn in het onderwijs en waaronder zelfs een universiteit, 5 dienstencoöperaties, 4 landbouwcoöperaties en de al eerder genoemde bank én een warenhuisketen, genaamd Eroski. Het hoofdkantoor telt maar een relatief klein aantal medewerkers, zo’n 60.

Economische democratie

Alle werknemers zijn nauw betrokken bij het eigen bedrijf en voelen zich ook ondernemer. Het hoogste besluitvormende orgaan is de algemene vergadering van werknemersleden. Iedereen heeft daar maar een stem ongeacht zijn functie. De afzonderlijke coöperaties hebben weer een vertegenwoordiging in de overkoepelende coöperatie waar het congres bestaat uit 650 (leden-) afgevaardigheden. Alle belangrijke besluiten worden door werknemers genomen zoals het jaarlijks benoemen van het management en het vaststellen van het algehele strategische jaarplan . Ze voelen zich ook ondernemer omdat ze als lid van de coöperatie pas kunnen toetreden nadat ze ook een financiële inleg hebben gedaan van zo’n € 15.000. Ze mogen daarbij het geld wel lenen of gespreid betalen over 5 of 10 jaar.
Deze kapitaalinleg is een soort van startkapitaal maar groeit uit tot een aardige pensioenpot aan het einde van het werkzame leven wanneer dit uitgegroeid is tot 100, 200 of zelfs € 300.000 .

Natuurlijk houdt ondernemer zijn ook in dat je een financiëel risico loopt bij tegenvallende economische prestaties en in moeilijke jaren werd er zelfs salaris of arbeidsuren ingeleverd. Toch is Mondragon een zeer sociaal bewogen organisatie met de beste sociale voorzieningen, zoals hogere ziekte-uitkeringen dan wettelijk zijn voorgeschreven in Spanje, vele scholingsmogelijkheden en nog interessanter is de algemene geldende loonafspraak.
Het verschil tussen het hoogste en laagste bruto-inkomen in een coöperatie mag maar een factor 4,5 zijn.


Inkomensbeleid
Dat is bijna revolutionair als je bedenkt dat net in Zwitserland een referendum heeft plaatsgehad waarbij de verschillen tussen lonen teruggebracht zou gaan worden tot een factor 12. Helaas is het voorstel verworpen.
De Nederlandse Nobelprijswinnaar voor de economie Jan Tinbergen heeft echter in 1970 al wetenschappelijk aangetoond dat binnen een bedrijf het ideaal ongeveer een factor 4 à 5 is en voor de samenleving als geheel een factor 7.
Dat klinkt nu misschien utopisch omdat concerndirecties salarissen opstrijken die soms wel 200 keer meer bedragen dan het salaris van de laagste medewerker. Hoe fnuikend dat is voor de samenleving als geheel hebben de Engelse onderzoekers Wilkinson & Pickett aangetoond in hun uitgebreide landenstudies naar inkomensongelijkheid.
In het boekje “The spirit level” tonen ze overtuigend aan dat een kleinere ongelijkheid een groot scala van onverwachte positieve maatschappelijke en sociale gevolgen heeft zoals minder kosten voor gezondheidszorg, minder criminaliteit , betere resultaten in het onderwijs etc. Hetzelfde is trouwens ook gebleken bij het invoeren van een onvoorwaardelijk basisinkomen.
Als de werknemers zich alleen als ondernemer zouden gaan gedragen zou je verwachten dat de jaarlijks gemaakte winst zou terugvloeien naar de leden, maar niets is minder waar.
Gezamenlijk heeft men besloten dat een aanzienlijk deel van de winst(15 tot 40%) gebruikt wordt voor herstructureringen. Zo’n 14 procent gaat naar drie fondsen . Het meeste (10%) gaat in een investeringsfonds en wat minder naar het onderwijs- en het solidariteitsfonds (elk 2%). Tien procent van de netto winst gaat naar het eigen fonds voor vorming/scholing.
Het grootste deel zo’n 45% gaat naar de reserves van de coöperatie. De rest en dat is minder dan 30 procent van de netto winst gaat naar de leden, maar worden niet uitgekeerd!!
Het VPRO-programma Tegenlicht heeft enkele jaren geleden ook een uitzending besteed aan Mondragon die nog steeds is terug te zien. Zo kan iedereen een eigen oordeel vellen.

Auteur Sharryn Kasmir heeft na een onderzoek een boek geschreven “The Myth of Mondragon”, waarin hij niet alleen op de voordelen wijst maar ook kritiek levert. Mondragon of welke werknemerscoöperatie dan ook is zeker geen paradijs. Er moet hard gewerkt worden maar de resultaten worden wel eerlijk en rechtvaardig verdeeld. Het is voor de kleine gemeenschap in Baskenland een belangrijke steunpilaar geweest (en nog).

Een werknemerscoöperaties in deze vorm combineert het beste van twee werelden met enerzijds veel werk- en salariszekerheid maar ook gekoppeld aan ondernemerszin en innovatief vermogen. Het lijkt in veel opzichten op de bedrijfsexperimenten van Ricardo Semler in Brazilië die ook steeds verder ging in democratisering van zijn Semco-bedrijven, maar zonder dat ze juridisch gezien een coöperatie zijn (nog niet).

Een coöperatie is een veel te sterk verwaarloosde bedrijfsvorm die ons wel in het verleden geholpen heeft om de ergste crises te overwinnen en van onderop en samen economisch actief te worden in vrijwel alle mogelijke sectoren. In Nederland en Duitsland en vooral ook in Engeland bestonden al vanaf midden 19e eeuw coöperaties.
In 2012 is deze rechtsvorm opnieuw in de belangstelling gekomen door het VN-jaar van de coöperatie, maar ook omdat cijfers duidelijk maakten dat wereldwijd en zeker in de landbouw- en visserijsector coöperaties veruit de grootste werkgevers zijn.

Het is tijd voor een “revival” en gelukkig is die al volop bezig met o.a. energiecoöperaties, zorgcoöperaties en bedrijfscoöperaties. In heel Nederland is er echter maar een hoogleraar Coöperatierecht, maar gelukkig is er toch nog veel expertise.
Een mooi voorbeeld van een nederlands bedrijf dat zich heeft laten inspireren door het voorbeeld van Mondragon is het schoonmakersbedrijf Schoon-gewoon. Een kleinschalige werknemerscoöperatie waar werknemers het beleid meebepalen en meedelen in de financiële resultaten.  Zie ook www.schoongewoon.nl
Voor de Tegenlicht uitzending over Mondragon zie:
http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2011-2012/Mondragon.html

Lees ook het onderstaande boek van Dirk Barrez, waar Mondragon uitgebreid in besproken wordt.


        

maandag 4 november 2013

Rabobank van voetstuk gevallen.
























(gevel hoofdkantoor Utrecht)




Vrijdag 1 november was een groep van zo’n 150 Rabobank ledenraadsleden uit heel het land uitgenodigd voor een reactie op de gebeurtenissen van de afgelopen week en een rondleiding in het hoofdkantoor. De foto’s in dit artikel zijn daarbij gemaakt.






















(Ontvangst en inleiding D.Huijzer, directeur Duurzaamheid en Coöperatie)

Na de koffie werden we in het Auditorium voorgesteld aan directeur Dirk Duijzer met als portefeuille duurzaamheid & coöperatie. Duijzer gaf vervolgens een presentatie waarbij hij allereerst de geschiedenis van de Rabobank kort in herinnering bracht. Ontstaan uit een initiatief van de Duitse burgemeester Raiffeisen ergens medio 1800 om armoede en hongersnood onder de boerenbevolking aan te pakken via een soort van kredietunie.
De ingelegde spaarcenten werden gebruikt voor kredieten aan de boeren. Daaruit zijn later de Raiffeisen en Boerenleenbanken ontstaan (in Nederland rond 1900) die in 1972 fuseerden tot de huidige Rabobank op coöperatieve basis.























(Entreehal met regenboog ballon)







Daarna werd de sprong gemaakt naar de actualiteit omdat diezelfde week bekend werd dat de Rabobank een boete heeft gekregen van € 774 miljoen vanwege haar rol in de Liborfraude. De Libor (mondiaal) en de Euribor(Europees) zijn dagelijks vastgestelde rentevoeten die als internationaal uitgangspunt gelden voor allerlei financiële producten . Deze boete is een flinke tegenslag maar zal niet de nekslag betekenen voor de Rabobank. Afgelopen jaar maakte de Rabobank nog € 2 miljard winst. Toch verdwijnt het overgrote deel naar de Verenigde Staten & Groot Brittannië en krijgt het Openbaar Ministerie in Nederland maar € 70 miljoen en DNB nul Euro. Met dat bedrag heeft de Rabobank verdere strafvervolging in Nederland afgekocht en betreft het een schikking.
Een groep van bijna 30 handelaren, die voor de Rabobank in London werkzaam zijn, heeft vanaf 2005 meerdere jaren gefraudeerd door andere dan de feitelijke rentepercentages door te geven.


Dat het heeft kunnen gebeuren is al ernstig maar even belangrijk is wanneer de directie of de toezichthouders het ontdekt hebben. Duijzer vertelde dat de Raad van Bestuur in 2010 de toezichthouder(DNB) heeft geïnformeerd en dat er daarna een drie jaar durend onderzoek heeft plaatsgehad waarvan de resultaten nu bekend zijn en die geleid hebben tot deze boete. Al in 2008 schreef namelijk de Bank for International Settlements (BIS) een rapport over de risico’s van manipulatie van de Liborrente. Men was dus gewaarschuwd. Daarnaast kwam in 2009 het boek De Prooi uit van Jeroen Smit waarin beschreven staat dat binnen de ABN/AMRO bank de Raad van Bestuur ook geen grip had op de handelaren in de dealingrooms bij het zakelijk bankieren. Natuurlijk had ook hier een lampje moeten gaan branden. In de reclame-uitingen van de Rabobank was echter van dit alles niets te merken, integendeel. De eerdere financiële en economische crisis had alle andere systeembanken ernstig geraakt, maar de Rabobank kon fier overeind blijven. SNS en ABN/AMRO kwamen tijdelijk in overheidshanden en de ING moest een miljarden infuus krijgen. De Rabobank kon echter zelfstandig en zonder steun verder. De “andere” bank bleef nog lang haar Triple A status behouden van de ratingbureau’s die alleen aan de meest solide en betrouwbare financiële instellingen wordt toegekend.





















(prijzenkast)

De Raad van Bestuur heeft meteen na de bekendmaking van de boete een officiële mededeling doen uitgaan, waarbij bekend is gemaakt dat RvB-voorzitter Piet Moerland per direct zal aftreden. Voorlopig zal de huidige voorzitter van de Raad van Commissarissen Marinus Minderhoud deze taak waarnemen totdat er een opvolger gevonden is. Daarnaast zijn er ook allerlei disciplinaire maatregelen genomen tegen de frauderende handelaren in kwestie variërend van ontslag, overplaatsing of demotie. Daarbij zijn ook de bonussen van deze mensen teruggevorderd . In de hele bank zullen komend jaar ook geen bonussen meer worden toegekend voor het management en overige personeel, maar helaas met uitzondering van de beurshandelaren. Dit laatste is echter een vreemd signaal, want juist deze groep ging in de fout. Het grote publiek weet echter niet dat door alle grote internationale banken in dezelfde vijver van handelaren wordt gevist. De Rabobank zou dan niemand meer kunnen aantrekken, die bereid is zonder flinke bonusregeling aan de slag te gaan.






















(spaarpotjes)

Het is een enorme teleurstelling voor de hele Rabobank gemeenschap met wereldwijd bijna 60.000 medewerkers, zo’n kleine 140 lokale banken en in Nederland wel 5 miljoen klanten. De Rabobank zal weer een dienstverlenende maatschappelijke nutsfunctie moeten gaan vervullen en het vertrouwen van klanten en publiek weer moeten terugwinnen. De coöperatievorm was vroeger een duidelijke meerwaarde omdat de bank dichter bij de klanten stond die ook deels lid waren van de bank.
Vanuit het ledenpubliek kwamen kritische maar ook constructieve opmerkingen. Allereerst heerste er een grote verontwaardiging. Zijn wij daarom jarenlang ambassadeur geweest van de Rabobank om dit nu te moeten vernemen en om nu het boetekleed te moeten aantrekken ? Zijn we voor de gek gehouden? Dat geldt voor medewerkers maar ook voor klanten die lid zijn. Het is niet genoeg om alleen excuses aan te bieden of de topman te laten vertrekken die toch al binnenkort zou stoppen. De direct verantwoordelijke managers moeten aangepakt worden. Duijzer beloofde de aanwezige ledenraadsvertegenwoordigers dat leden van het management en de directie op korte termijn de lokale Rabobanken (personeel en ledenraad) zullen komen bezoeken om persoonlijke excuses aan te bieden en te horen wat voor ideeën er leven.

De Rabobank moet in de toekomst proberen de rol van de leden niet alleen lokaal beter te organiseren , maar vooral op kring- en centraal niveau moeten gaan regelen. Lokaal willen ledenraden meer zeggenschap en betrokkenheid bij het benoemen van leden van Raden van Commissarissen en dus niet alleen via het huidige coöptatieprincipe. Ledenraden willen ook meer zeggenschap in het gevoerde beleid en te voeren strategische beleid. Dus niet alleen decharge verlenen op basis van de jaarrekening, maar proactief meepraten over toekomstige diensten, producten en markten.























(Geluidsdichte cocon en vergaderruimte van duurzame materialen)

Na de rondleiding volgende er nog een speeddatesessie in kleine kring waarbij de leden van verschillende lokale banken hun ervaringen en best practices konden uitwisselen. De bijeenkomst werd afgerond met een gezond en voedzaam lopend buffet. "Vertrouwen komt te voet en gaat te paard" is een gezegde dat juist voor financiële instellingen een wijze les zou moeten zijn. Het vertrouwen moet de komende tijd weer opgebouwd gaan worden.
Eind januari 2014 kwam het onderzoeks(tv-)programma Zembla met een uitzending over de Rabobank en de gemanipuleerde Liborrente. Vrijwel tegelijkertijd kwam naar buiten dat advocaat Gerard Spong door Rabobank certificaathouders is ingeschakeld om te onderzoeken of de verantwoordelijke Rabomensen niet voor de rechter gebracht kunnen worden. Spong heeft daarop een dik dossier opgesteld waarin Rabomensen niet alleen fraude en valsheid in geschrifte wordt verweten maar zelfs lidmaatschap van een criminele organisatie. De redenering daarbij is dat het bij de Liborrente-kwestie gaat om het jarenlang en iedere werkdag opnieuw doorgeven van verkeerde gemanipuleerde rentepercentages. Dat is dus georganiseerd gebeurd door meerdere mensen. De vraag is dan natuurlijk ook of de hoogste bazen zoals Sipko Schat en Bram Moerland hier niet van wisten of hadden moeten weten. Beiden zijn nu vertrokken, maar zijn ze verantwoordelijk en hebben ze strafbare feiten gepleegd? Dat kan alleen strafrechtelijk onderzocht worden en dan moet een rechter daarover kunnen oordelen. Spong zelf heeft al aangegeven dat hij ervan uitgaat dat deze juridische kwestie mogelijk nog jaren kan gaan duren.






























(Groene, gezonde stiltewerkruimte)







maandag 7 oktober 2013

Staatsbank of Zakenbank?



Wat is de ideale Bank?

Als oorzaak voor de huidige mondiale, economische crisis wordt vaak het financiële bankensysteem genoemd. Onder andere doordat zij ondeugdelijke financiële producten heeft ontwikkeld die nauwelijks de economie of de samenleving dienen en eerder in gevaar brengen.
Daarnaast heeft het gehanteerde exorbitante beloningssysteem met bijzonder hoge prestatie-bonussen fraude, speculatie en een eenzijdige korte termijn gerichtheid in de hand gewerkt.
De algehele liberaliseringsgolf heeft het controlerende overheids- en toezichthouderssysteem van checks & balances grotendeels buiten werking gezet. Banken konden bijna ongelimiteerd geld uitlenen met nauwelijks eigen vermogen buffers. Ze konden ook jarenlang zeer goedkoop geld lenen van centrale banken of creëerden geld uit het niets. De hele samenleving zit opgezadeld met torenhoge schulden zowel burgers (hypotheek en creditcardschulden) , bedrijven (vreemd vermogen) en overheid (toenemende begrotingstekorten). Het is slechts een kwestie van tijd voordat er weer een bubble explodeert op de aandelenbeurs,valutamarkt of hypotheekmarkt. Het gevolg is meestal dat de bankenwinsten worden geprivatiseerd en dat de financiële tegenslagen worden afgewenteld op de bevolking c.q. de belastingbetaler. Joris Luyendijk heeft als antropoloog twee jaar lang gesprekken gevoerd met bankiers, traders en HRM-specialisten uit de Londense financiële wereld. Hij schreef wekelijks een column in de NRC en waarschuwt nu dat er nog steeds te weinig structurele hervormingen zijn doorgevoerd in het financiële bankensysteem om een toekomstige instorting te voorkomen.

Schulden
Wetenschapper prof Steve Keen beweert in zijn nieuwe boek “Debunking Economics”, dat we een algeheel Jubeljaar zouden moeten doorvoeren, waarbij alle schulden worden kwijtgescholden. Deze benaming komt al voor in de bijbel maar was een vaker voorkomend gebruik in oude culturen om een schone lei te maken. Eens in de zoveel jaar worden alle schulden weggepoetst en kan iedereen fris en onbelast opnieuw beginnen .Oorspronkelijk ging het bij een Jubeljaar alleen om het beheer en eigendom van het land. Het jubeljaar werd eens in de vijftig jaar gevierd. Alle bezittingen keerden dan terug naar de oorspronkelijke eigenaars. Land mocht namelijk niet voor altijd verkocht worden. Het idee hierachter was dat op deze manier een blijvende verarming werd voorkomen. Ook kon men zo op deze manier herdenken dat al het land uiteindelijk aan God toebehoorde. Misschien hoeft het niet zo rigoreus en alleen in ernstige gevallen. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij particuliere schuldhulpverlening, waar na drie jaar onder financiële curatele te hebben gestaan de restschuld wordt kwijtgescholden. Het komt ook voor bij weinig kapitaalkrachtige ontwikkelingslanden met een torenhoge schuldenlast waarbij een deel van de overheidsschuld wordt kwijtgescholden. In het recente verleden is dat enkele keren voorgekomen.
In de VS lopen hypotheekbanken ook een risico als de huizenprijzen kelderen en er bij de verkoop van een huis een restschuld overblijft. In Nederland houdt de bank wel steeds een claim en blijft de verkoper met een (rest-)schuld zitten. Om de Nederlandse woningmarkt weer vlot te trekken zou ook daarin iets moeten veranderen.

Rente
Anderen wijten de financiële crisis aan het heffen van rente op leningen. In oude culturen en nog steeds in de islamitische cultuur rust er een taboe op het heffen van (woeker-) rente. Zo hebben Islamitische banken nieuwe hypotheekproducten bedacht zonder een vorm van rente.
Eigenlijk is het ook vreemd dat de overheid die handelt in het publiek of algemeen belang zelf ook rente moet betalen over geleend geld, omdat banken private instellingen zijn. Vanuit dat gezichtspunt zou het logischer zijn als de overheid geldschepping in eigen hand houdt. Zo staat het ook in de Amerikaanse grondwet. Oud-bankier en econoom Ad Broere bepleit ook deze aanpak van rente- en schuldvrij geld in omloop brengen door een onder democratische controle staande publieke instelling.

Particuliere of Overheidsbank?
Als je alleen uit deze beide kunt kiezen heeft de laatste uiteraard de voorkeur. Bankieren en met name geldschepping en geldcirculatie is een belangrijke maatschappelijke nutsfunctie. Het bestuur en beheer van het geld moet ten dienste staan van de (reële) economie en samenleving.
Geen woekerpraktijken maar wel transparante prijzen en kosten moeten gegarandeerd worden. Het nadeel van overheids- of nog sterker staatsbanken is dat er een kans bestaat dat het toezicht en bestuur van deze instellingen onder politieke druk komen te staan of betrokken worden in een (korte termijn ) politieke agenda. Dat moet voorkomen worden en dus moet de nutsbank onafhankelijk zijn zoals de Centrale Bank dat ook pretendeert te zijn.
In het toneelstuk: "- De verleiders - door de Bank genomen " dat in november 2014 door Nederland trekt wordt inderdaad als oplosing voor alle ellende een Staatsbank geintroduceerd, die het monopolie op de scheldschepping heeft en ook de rente zal "afschaffen".


Toch blijft de vraag of er dan geen alternatief is?
Inderdaad is er nog een tussenvorm en dat is een coöperatieve bank die bekend geworden is onder de benaming Raiffeisen- en Boerenleenbanken en tegenwoordig Rabobank. Deze organisatie- en juridische vorm geeft leden (en dus ook burgers) maximale zeggenschap over het beleid en functioneren van de financiële instelling.

Afgelopen jaar heeft men in België een nieuwe financiële instelling opgericht, coöperatie NewB. Bij NewB hebben zich in enkele maanden tijd meer dan 43 duizend particulieren aangesloten. Zij betaalden ieder (minstens) 20 euro voor het lidmaatschap van de coöperatie. NewB beschikt inmiddels over een startkapitaal van ruim 1,2 miljoen euro. Om als bank te kunnen beginnen, is echter meer geld nodig, plus een bankvergunning. Daar werkt NewB nog aan.

Burgers uit Apeldoorn en omgeving willen ook een coöperatieve bank oprichten omdat zij gedesillusioneerd zijn door het huidige bankwezen. De Financiële Coöperatie begint sinds kort met de ledenwerving onder burgers die de bank 'nieuwe stijl' willen steunen.




In Nederland is ook nog een ander vergelijkbaar coöperatief initiatief ontstaan Blije B. Het is een burgerinitiatief van professionals dat wil gaan werken met een waardevaste munt, de URA en als ze meer dan 10.000 leden hebben willen ze ook een internetbankvergunning aanvragen. Dan moet het ingelegde kapitaal € 1,2 miljoen zijn.
De nieuwe munt URA ontleent haar waarde aan URen en Arbeid, want die zijn waardevast. Deze eenheid is zelfs veel betrouwbaarder dan goud, omdat daarmee gespeculeerd kan worden en de hoeveelheid kan wijzigen afhankelijk van nieuwe vondsten.
Het streven is een coöperatieve, volreserve gemeenschapsbank(U.A.) dat alleen het ingelegde spaargeld uitleent en streeft naar een 100% dekking. De initiatiefnemers willen ook niet met rentetarieven gaan werken, maar met een natuurlijk rendement.
Het in de toekomst uit te keren rendement aan certificaathouders heet FEEST, omdat het niet alleen een Financiële tegemoetkoming is maar ook Ecologisch , Emotioneel, Sociaal verantwoord is en ook bijdraagt aan duurzame Transitie.


Coöperaties zo blijkt wel hebben de toekomst en zijn bezig met een onstuitbare opmars, niet alleen in financiële wereld en het bedrijfsleven, maar ook in het onderwijs en de gezondheidszorg.

maandag 16 september 2013

Braziliaans socialisme


Democratisering van het bedrijfsleven

In de zomer van 2013 heeft SP-fractieleider Emile Roemer een bezoek gebracht aan de toenmalige Braziliaanse socialistische president Lula.
Lula werd geboren in een arm, kinderrijk boerengezin in 1945. Op zijn twaalfde begon hij al met werken als schoenpoetser en straatverkoper. Vanaf zijn 14e jaar werkte hij in de koperindustrie en later in een fabriek voor auto-onderdelen. Door het fabriekswerk raakte hij ook betrokken bij vakbondsactiviteiten en leidde zelf ook stakingen.
Lula (eigenlijk Luiz Inacio) da Silva, zoals zijn volledige naam luidt, is in 1980 medeoprichter geweest van de Arbeiderspartij (Partido dos Trabalhadores) een soort zusterpartij van de SP. Ook stond hij aan de wieg van de oprichting in 1983 van de centrale vakbondsorganisatie Central Unica dos Trabalhadores (CUT).

In 1986 behaalde Lula een zetel in het nationaal congres van Brazilië . Vanaf 1989 stelde hij zich verkiesbaar als presidentskandidaat. Na drie verloren verkiezingen in 1989,1994 en 1998 lukte het daarna wel. Uiteindelijk werd hij eind oktober 2002 democratisch gekozen tot president van Brazilië en is dat 7 jaar geweest tot eind december 2010. 
Inmiddels is hij opgevolgd door de vrouwelijke president Dilma Roussef. Deze president is echter gedwongen geworden om af te treden en later is oud-president Lula veroordeeld door een rechtbank vanwege het aannemen van steekpenningen, waarvoor echter weinig bewijs bestaat. 
De huidige regering wil Lula definitief uitschakelen omdat hij aangaf in 2018 weer te willen meedoen met de presidentsverkiezingen. Hij is nog steeds uitzonderlijk populair en de huidige president Temer niet dus vormt Lula een bedreiging die uit de weg moet worden geruimd. Uiteindelijk heeft hij 580 dagen in de gevangenis gezeten waarna hij werd vrijgelaten omdat het Hooggerechtshof had geoordeeld dat een federale rechter de rechtzaak tegen Lula had moeten behandelen en niet een lokale rechter. Het eerdere vonnis van 8 jaar gevangenis en naderhand in hoger beroep 12 jaar werd verworpen. Hij is er sterker in 2019 uit gekomen en heeft veel persoonlijk verlies moeten verwerken met het verlies van twee echtgenotes en de mentale klap van een doodgeboren zoon. Zijn huidige vrouw Rosângela da Silva heeft hij notabene in de cel leren kennen.   
       
In 2013 waren er hevige stakingen en protesten omdat burgers vonden dat er veel geld uitgegeven werd aan het WK-voetbal in 2014 en voor de Olympische Zomerspelen in 2016, maar dat er nauwelijks geld besteedt wordt aan publieke voorzieningen zoals onderwijs en gezondheidszorg.
Een nieuwe in 2013 door de senaat aangenomen wet heeft bepaald dat de inkomsten uit de oliesector rechtstreeks naar het onderwijs en de gezondheidszorg gaan. In het jaar 2020 zou dat kunnen gaan om een bedrag van ruim 20 miljard Euro.

Het gesprek tussen Lula en Roemer ging vooral over de invloed van linkse partijen op het wereldtoneel. In Zuid-Amerika staat het er veel florissanter voor dan in Europa, waar nauwelijks linkse partijen aan de macht zijn. In Zuid-Amerika zijn dat er wel veel: zoals voormalig president Hugo Chavez van Venezuela, Evo Morales van Bolivia , Christina Fernandez (de Kirchner) van Argentinië, en de oud-presidenten Ricardo Escobar en Mevr. Bachelet van Chili.

Volgens Lula moeten de linkse partijen in Europa zich vernieuwen en met nieuwe ideeën komen en niet alleen de verworvenheden van de afgelopen 50 jaar proberen te verdedigen.
Roemer heeft een lagere school bezocht in Sao Paulo , een museum, een stadsverniewingsproject , om inspiratie op te doen. Een gemiste kans is dat Roemer geen bezoek heeft gebracht aan een van de bedrijven van Ricardo Semler om meer kennis op te doen van de echte vernieuwing als het gaat om democratisering van de economie. Zie hieronder.

Update 2023
Als een phoenix uit de as is Lula da Silva eind 2022 toch weer gekozen tot president van het 214 miljoen tellende land Brazilië en heeft Bolsonaro met een gering verschil verslagen. Dat heeft later begin januari 2023 tot rellen en vernielingen geleid in de regeringsstad Brasilia van het gerechtsgebouw en de regeringsgebouwen.  De democratie heeft gezegevierd. Het is een verdeeld land met grote groepen Brazilianen die nog steeds achter Bolsonaro staan en Lula de Silva nog steeds zien als veroordeelde crimineel. Lula heeft het vermogen echter om het land te verenigen en kan vele soorten compromissen sluiten..

Democratisering van het bedrijfsleven.


De titel zou kunnen suggereren dat de Braziliaanse Ondernemer Ricardo Semler wenst dat iedereen de hele werkweek vrij heeft, maar dat is een verkeerde interpretatie.
Semler geeft de algemene maatschappelijke kernwaarden van vrijheid , verantwoordelijkheid en democratie concreet vorm in zijn bedrijven. Decennia geleden werd zijn visie bekend na publicatie van het boek Semco Stijl waarin hij de uitgangspunten formuleerde van het Braziliaanse bedrijf Semco.
In 2003 is een ander boek van zijn hand verschenen getiteld “Het weekend van zeven dagen” dat in eerste instantie weinig serieus lijkt, want wie wil er nu zeven dagen weekend?
Na lezing van het boek begrijp je dat de boodschap wat genuanceerder ligt. Hij stuurt geen mensen de hele week naar huis om van het weekend te genieten. Wel probeert hij al decennia lang omgevingscondities en randvoorwaarden te creëren in bedrijven waardoor mensen maximaal vrij zijn en daardoor ook verantwoordelijk en creatief kunnen zijn.

Bedrijfsdemocratie
Daarnaast hecht hij er veel belang aan dat er een vorm van interne bedrijfsdemocratie ontstaat die alle medewerkers stemrecht geeft en de mogelijkheid tot inspraak en medezeggenschap. Veel ruimere bevoegdheden dan wij in Nederland gewend zijn vanuit de Wet op de Ondernemingsraad. Zo laat hij werknemers beslissingen over strategische beleidsplannen, investeringsplannen, het benoemen van leidinggevenden & nieuwe collega’s en het vaststellen van salarissen. Semler gaat zelfs zover dat hij medewerkers over alle bedrijfszaken wil laten meebeslissen. Over de locatie en inrichting van een nieuwe fabriek en werkplek tot en met nieuwe producten en bedrijfsactiviteiten. Zoals burgers in een democratie ook willen meebeslissen (indirect) over zaken die iedereen aangaan, zo zou het zeker ook in een onderneming moeten kunnen.

Vrijheid.
Als het gaat om het begrip vrijheid is Ricardo ook zeer extreem. Waarom zou je volwassen werknemers verstikken in vele strenge regels betreffende werkkleding, werktijden en zelf kwaliteitseisen? Wat je daarmee bereikt is dat mensen zich als een soort slaven of robots gaan gedragen en daardoor zeker niet meer verantwoordelijk en creatief zullen zijn.
Semler probeert al deze drempels in zijn bedrijven weg te nemen, hetgeen wel eens op onbegrip stuit bij afnemers. Internationale kwaliteitsnormen als ISO hanteren de Semco- bedrijven niet tenzij de klanten dat expliciet eisen. Semler maakt ze dan duidelijk dat deze eisen eigenlijk vanzelfsprekend zijn en nageleefd worden, maar niet op een bureaucratische manier die ook nog eens veel geld kost. Semco hanteert garantietermijnen van 5 jaar terwijl 3 jaar vanuit ISO geëist wordt. ISO normen betekenen dus een verslechtering van de levervoorwaarden en maakt producten duurder is de redenering.







































Mission Statement
Semler maakt ook duidelijk dat Semco geen mission statement heeft of een ander strategisch beleidsdocument omdat die meer beperkend werken dan sturend of richtinggevend. Er is wel een document voor nieuwe werknemers met de veelzeggende naam “Handleiding overleven”. Voor werknemers die overstappen naar Semco vanuit traditionele, hiërarchische en gereguleerde bedrijven is dit hulpmiddel bedoeld om een cultuurshock te voorkomen.
De Semco-bedrijven hebben geen ondernemingsplan, geen organigram, geen lange termijn begroting omdat voorspellingen of extrapolaties op de langere termijn alleen maar belemmerend zouden werken op de creativiteit. Wel zijn er korte termijn 6 maanden plannen, die ook uitgevoerd worden en waar investeringsbegrotingen voor gemaakt worden.
Doelstellingen als kwaliteit, winst en groei zijn zo vanzelfsprekend dat het geen toegevoegde waarde heeft om die vast te leggen en ook niet inspirerend werken voor medewerkers.
Kernwaarden moeten van onderop komen, vindt Semler en diep verankerd liggen in de gemeenschappelijke cultuur, want dan pas is het duurzaam.

HRM
In de begintijd had Semco nog wel een Personeelsafdeling maar inmiddels niet meer. Alle HRM taken zijn gedelegeerd naar medewerkers, business units en/of afdelingen zelf , zoals de werving en selectie, beoordeling & beloning en loopbaanbeleid.
Er zijn geen functie- of taakomschrijvingen en zelfs geen arbeidscontracten.
Er zijn ook geen receptionistes, secretaresses of postbezorgers. Die taken zijn verdeeld over het overige personeel.
Verder zijn er geen ICT- of KAM-afdelingen, terwijl moderne technologieën, milieu en duurzaamheid wel hoog in het vaandel staan bij Semco. Dus ook geen computerreglement of controles op (privé-)computergebruik. Mensen moeten zelf de balans tussen werk en privé zoeken en dat kan niemand anders voor hun doen, omdat ieder individu uniek is.
Semco doet wel aan klant- en medewerkerstevredenheidsmetingen en 180 graden- beoordelingen. Ondergeschikten beoordelen hun leidinggevenden en benoemen deze ook. Groepen medewerkers bepalen zelf wie als nieuwe medewerkers wordt aangesteld. Subculturen en kuddegedrag zoals Semler dat noemt zijn er natuurlijk wel en zijn evolutionair bepaald. Eveneens is het zo dat leidinggevenden vooralsnog ook nog niet overbodig zijn geworden in gedemocratiseerde bedrijven. Ze moeten zich wel voortdurend blijven bewijzen.

Reis door de Ruimte
Zo heet een Werving&Selectie -programma binnen Semco dat nieuwe medewerkers wordt aangeboden dat een jaar kan duren en waarbij nieuwe mensen op verschillende afdelingen of units zich oriënteren en nuttig maken op hun geheel eigen manier en aan het einde daarvan pas een keuze maken waar ze willen werken en wat voor werk ze graag willen gaan doen.

Verantwoordelijkheid
Zonder regels kunnen medewerkers ook geen overtredingen begaan en bestraft worden.
Semler gebruikt concrete voorbeelden van eerdere overtredingen m.b.t. declaratiegedrag van salesmanagers toen er nog wel formulieren en richtlijnen bestonden. Deze verregaande controle en betutteling moest afgeschaft worden. Is er dan geen misbruik kun je je dan afvragen?? Natuurlijk waren er wel eens afwijkende gedragingen en overtredingen van richtlijnen maar Semler heeft ingezet op verantwoordelijkheid van mensen door iedereen financiële cursussen aan te bieden en met iedereen alle financiële informatie te delen (wekelijks, maandelijks en jaarlijks) zodat men op de hoogte is van het financiële reilen en zeilen van het bedrijf. Hoe hoger de bedrijfskosten (door eventueel misbruik of diefstal) dan blijft de ruimte voor salarisverhogingen ook beperkt en dat is een gezonde prikkel. Als het eigenbelang samenvalt met bedrijfsbelang bescherm je als vanzelf de onderneming.

Besluitvorming: oftewel nietsdoen!
Op allerlei niveaus zijn er regelmatig vergaderingen en bijeenkomsten. Een zo’n vergadering heet “Vrienden van de prins”, waar de vijf hoofdirecteuren en hun managers bijeen komen. Daarnaast is er ook wekelijks een “Vergadering van de kleine man” waar alle medewerkers van een afdeling of unit naar toe mogen. Semler beschrijft allerlei recente voorbeelden van bijeenkomsten waar de meningen nogal sterk uiteen liepen en er vervolgens geen beslissing viel. “De kunst van het nietsdoen” noemt Semler dat. Zonder dit met zoveel woorden te zeggen lijkt het een vorm van een democratisch meerderheidsbesluit maar wel met een gekwalificeerde (tweederde of driekwart-) meerderheid en ziet hij niets in besluitvorming op basis van consensus . Dat blijft als lezer toch nog enigszins onduidelijk want uiteraard worden er beslissingen genomen en soms ook tegen de zin van Semler in.

Flexwerken en Zelforganisatie
Voor wie inmiddels denkt dat Semco een raar bedrijf van een andere planeet is dan toch een paar ontwikkelingen die we ook elders in het bedrijfsleven signaleren.
Flexwerken heeft Semco meer dan elk ander bedrijf doorgevoerd en dan gaat het niet alleen om werktijden maar ook werkplekken.
De extreem doorgevoerde democratische bedrijfsvoering is ook op te vatten als zelforganisatie. Geef alle medewerkers en vooral de professionals op de werkvloer die betrokken zijn bij het primaire proces alle vrijheid en verantwoordelijkheid om zich te organiseren en zelfstandig te werken. Geen betutteling of sturing van bovenaf.

dinsdag 3 september 2013

Solidaire economie als wenkend alternatief

Onderstaand artikel is als ingezonden stuk gepubliceerd in Eindhovens Dagblad woensdag 4 september

Reactie op artikel: "Heilig geloof in falende markt".

In het Eindhovens Dagblad van woensdag 28 augustus stond een samenvatting van de afscheidsrede van hoogleraar economie prof. Nic Douben van de TU/e. Daarin beschrijft hij uitgebreid dat het ongebreidelde vrije markt denken eigenlijk altijd teveel geïdealiseerd is en dat het kapitalisme ook vele nadelen heeft voor milieu en samenleving. Denk daarbij aan uitputting van fossiele energie en grondstoffen, vervuiling en schade aan natuur, maar ook overconsumptie en toenemende inkomensongelijkheid .


Douben staat met zijn mening natuurlijk niet alleen en kan zich zelfs gesteund voelen door het natuurkundige genie Albert Einstein, die al in 1949 een essay schreef “Why Socialism”. Hij was uiteraard geen (politiek) econoom, maar hij was er wel diep van doordrongen dat het kapitlisme de mensheid veel schade berokkende. Het bedrijfskapitaal in privébezit leidde volgens Einstein tot machtsconcentratie en uitbuiting van de factor arbeid . Einstein geloofde in een vorm van socialisme die we samen nog moeten ontwikkelen, zonder te vervallen in een centraal geleide (communistische) economie. Productie niet om de winst, maar om in de menselijke behoeften te voorzien. Het eigendom van kapitaalgoederen, bedrijven en grond moeten echter niet in handen van privépersonen liggen. Het behoort de hele samenleving toe en dus ook niet in handen van de overheid komen.
Douben heeft dus gelijk, maar jammer is wel dat hij eigenlijk geen wenkend alternatief beschrijft. 
  Francis Fukuyama schreef het boek “The end of history and the last man”, na de val van het communisme en wilde bewijzen dat er maar één bruikbaar economisch systeem is en dat is het kapitalistische systeem.

Dit is echter een zwart/wit vergelijking die enige nuancering verdient, want het kapitalisme kent vele verschijningsvormen. Zo maakte onderzoeker D.Kalff al in 2004 in zijn boek “Onafhankelijkheid voor Europa” duidelijk, dat je een onderscheid moeten maken tussen het Anglo-Amerikaanse kapitalisme en het Rijnland-kapitalisme . Over langere tijd gekeken toont Kalff overtuigend aan dat het Rijnland kapitalisme meer economische en maatschappelijke voordelen biedt dan het extreem liberale Anglo-amerikaanse kapitalisme.

Bij het Europese type van (Rijnland-)kapitalisme heb je een sterke overheid en vakbonden. Die bonden bepalen ook hoe de arbeidsomstandigheden en voorwaarden vormgegeven moet worden. De overheid treedt daarnaast regulerend op via belastingen en wetgeving om de uitwassen van een mono- of oligopolistisch systeem aan te pakken. De wet op de economische mededinging legt ook de voorwaarden voor eerlijke concurrentie vast. Sleutelwoord daarin is het begrip eerlijke concurrentie om machtsmisbruik van economische partijen te voorkomen.
Bedrijven moeten concurreren op prijs, kwaliteit en service, om zo de consument voor zich te winnen. Dit maakt ook innovatie mogelijk vanuit het proces van creatieve destructie volgens econoom Schumpeter. Dan kunnen nieuwe en betere producten de kans krijgen om op de markt te komen. Met een staatsgeleide economie en monopolisering lukt dat niet.

Anderzijds gaat het in de economie om schaarse goederen en moeten er in de economie effectief en efficiënt goederen geproduceerd en gedistribueerd worden om alle mogelijke verspillingen tegen te gaan. Verspilling van kostbare grondstoffen en energie kan ontstaan door teveel onnodige producten, de verkeerde, slechte of gevaarlijke producten en eventueel op de verkeerde plaatsen worden aangeboden.
Juist hier schiet de kapitalistische economie schromelijk tekort. Landbouwoverschotten worden vernietigd en doorgedraaid. Grote voorraden geschikte producten worden incourant. Veel producten zijn niet duurzaam en verantwoord geproduceerd en zijn mogelijk schadelijk. Om een goed werkend economisch systeem te realiseren blijkt juist veel afstemming, overleg en samenwerking nodig te zijn. Dus wel concurrentie op het vlak van innovatie maar op het vlak van productie en distributie is samenwerking noodzakelijk. Rudolf Steiner bedacht daarvoor in de beginjaren van de 20e eeuw de term associatie als een overlegorgaan tussen de economische betrokken producenten, handelaren en consumenten/afnemers. Samen moeten zij afspraken maken over prijzen, hoeveelheden en afzetplaatsen die ertoe leiden dat er geen kostbare hulpbronnen zoals geld, energie en menskracht verspild wordt.


De Braziliaanse ondernemer Ricardo Semler heeft in zijn boeken Semco-Stijl en Weekend van zeven dagen aangetoond dat een zeer verregaande vorm van democratisering(en dus inspraak) in zijn bedrijf vele verrassende positieve resultaten oplevert. Medewerkers zijn in grote mate betrokken bij alle besluiten aangaande het bedrijf zowel strategisch, financieel , organisatorisch en op het gebied van HRM. Mogelijk is dit een nieuwe derde weg van kapitalisme.
Via associaties en gedemocratiseerde bedrijven kan fair-produce, fair-trade en fair-pricing concreet vorm krijgen. De economische belangen van alle direct betrokken stakeholders kunnen zo in evenwicht worden gebracht. De wet op de economische mededinging kan dit laatste echter dwarsbomen, omdat zij dit opvat als prijs- , hoeveelheids- of marktverdelingsafspraken. Dus niet de dogmatiek van politici of economen zijn de echte obstakels , maar het ontbreken van een heldere visie op een socialistische, gedemocratiseerde vorm van overlegkapitalisme of kortom een solidaire economie.