donderdag 25 januari 2018

Do or Don’t “Donut Economy” ?



De Britse econome Kate Raworth heeft veel media-aandacht gekregen. Vooral door de Tegenlicht-uitzending over haar nieuwe boek Donut Economy.Woensdag 14 februari komt er ook een Tegenlicht MeetUp-040 bijeenkomst in Eindhoven rondom dit thema.
Het Eindhovens Dagblad (11 januari 2018) heeft uitgebreid aandacht besteedt aan deze vernieuwende visie. Bij de verschijning van de Nederlandse vertaling heeft ze op verschillende plaatsen voor volle zalen lezingen en discussiebijeenkomsten gehouden. Zie ook https://www.ed.nl/economie/de-economie-is-als-een-donut~a4b7fe90/

De eerste indruk is verfrissend en inspirerend omdat zij laat zien dat de economie eigenlijk aan twee kanten begrensd moet worden. Enerzijds moet de economie  iedereen, wereldwijd voorzien van de noodzakelijke basisbehoeften zoals eten, huisvesting en  kleding. Dat is een fundamenteel en universeel mensenrecht.  Anderzijds mag de totale mondiale economie geen bedreiging vormen of  schade toebrengen aan de planeet, het milieu en de biodiversiteit. We moeten ons gedragen als rentmeester van de planeet aarde en daarbij denken aan enerzijds een groeiende wereldbevolking en daarnaast aan toekomstige generaties. Uiteraard zal ieder weldenkend mens het hier mee eens zijn.  

De fundamentele vraag is echter of dit de kenmerken zijn van een gezonde economie of van een vitale, duurzame samenleving? Met andere woorden kan de economie hier zelf voor zorgen of is het juist de overheid en de mondiale overlegorganen die deze grenzen politiek en juridisch moeten vaststellen/bewaken en de vrijheid van de economie dus moeten inperken. Raworth geeft voorbeelden van aanvullende, complementaire valuta die in steden, regio’s en soms grotere gebieden gebruikt worden als aanjager van een lokale economie. Prima en zinnig, maar feitelijk is dat een financieel instrument dat de economie kan stimuleren of afremmen. Dus meer een zaak van politieke economie of politieke filosofie dan van de economie als zodanig. 
Het gekozen beeld van de donut is een sterk aansprekend beeld omdat deze vorm, de torus,  een fundamenteel energieprincipe is dat we terugzien in het atoom, bij de mens, de aarde en zelfs ons sterrenstelsel. Het is het meest fundamentele stromings- of energieprincipe. Als dit een kenmerk is van de natuur met al haar energetische, ecologische en biologische kringlopen dan is het zeker ook goed voor de economie moet Raworth gedacht hebben. Een gesloten kringloop is ook de basisfilosofie is van Braungart en McDonough in het boek “Cradle to Cradle”.  

De in de Nederlandse editie van Donut Economy beschreven “zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw" zijn echter zeer divers en zeker geen effectief pad naar een ideale donuteconomie. Feitelijk zijn het losstaande thema’s, die ze bespreekt. Zo heet een hoofdstuk “Alle mensen zijn economen”. Interessant maar helaas leidt deze constatering niet tot een snelle verandering en is het zeker geen garantie voor een regeneratieve en distributieve economie.  
Een ander hoofdstuk luidt: "Wees agnost als het om groei gaat". De wereld en de beschikbare grondstoffen, waterhoeveelheden en vruchtbare grond zijn eindig en dus kan ook de groei van de economie niet oneindig zijn. Terecht en dat sluit ook aan bij de visie van de Club van Rome, waar Raworth lid van is. De dieperliggende vraag is echter of dit ook voor bedrijven geldt, die actief zijn in de economie. Mogen zij ook niet groeien? Ook niet als zij hun processen en producten volledig duurzaam hebben gemaakt en een toonbeeld zijn van een circulaire economie? De strikte aversie tegen groei is wat overdreven. In "Cradle to Cradle" lezen we juist dat overvloedigheid, groei en bloei gezonde kenmerken zijn, met als voorbeeld de kersenbloesem.
Woorden als kapitalisme, socialisme of communisme komen niet voor in het boek. Karl Marx wordt vier en neoliberalisme wel veertien keer genoemd.
Inkomens- en Vermogens(verdeling)vraagstukken zijn natuurlijk heel belangrijk zoals Piketty en Wilkinson & Pickett hebben aangetoond. Raworth noemt ze wel. Belastingen en premies zijn echter fiscale, politieke en juridische vraagstukken en gaan verder dan de economie zelf. 
Volgens eminence grise Jan Terlouw is juist het kapitaal het hoofdprobleem in onze tijd. Als 1% meer vermogen heeft dan de helft van de wereldbevolking tezamen dan is dat wel een probleem, want wat doen ze met dat geld? Terlouw gaf ook aan dat in de meeste markten sprake is van een oligopolie, waarbij een heel klein aantal bedrijven grotendeels de marktmacht in handen hebben en de consument vrijwel berooid achterlaten. Niks vrije markt of volledige mededinging en dus ook geen optimaal evenwicht van vraag en aanbod. Raworth's benadering is echter geen directe aanval op het neoliberalisme en marktdenken. In haar conclusies mogen particulieren, ondernemers, bedrijven en de overheid allemaal bijdragen aan de donut economie.
  Echte economische onderwerpen als een rechtvaardige prijs, samenwerking of concurrentie worden nauwelijks besproken. Ga verder experimenteren met eigendomsvraagstukken & bedrijfsstatuten en verander zo "het DNA van het bedrijfsleven" is dan het motto van Raworth. Dat is een vrij open oproep, maar geeft ons geen duidelijke richting op de korte termijn.
Hoe relevant en zinnig het boek Donuteconomie is om mensen te interesseren voor de economie, het lijkt toch te ontbreken aan enige urgentie en concrete stappen naar de zo vurig gewenste donuteconomie.