woensdag 20 april 2011
De rol van Europa
Europa en de financiële Markten
- een boekbespreking-
“Europa in de praktijk” is een reeks van 10 publicaties van Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) en Comité Ander Europa die in 2011 en deels in 2012 zullen verschijnen.
SOMO bestaat al sinds 1973 en richt zich op duurzame ontwikkeling – op sociaal, ecologisch en economisch gebied- . Eind jaren 70 had SOMO ook een eigen afdeling in Eindhoven. Zo heb ik tijdens mijn studententijd zelf stage gelopen bij SOMO en onderzoek gedaan naar Philips. Nu is SOMO gevestigd in Amsterdam (zie ook www.somo.nl)
Comité Ander Europa is pas ontstaan in 2005 na het referendum over Europa.
Beide zijn maatschappelijke onafhankelijke organisaties die enerzijds het belang van een sociaal Europa benadrukken maar anderzijds heel kritisch zijn over het huidige ondemocratische en neoliberale beleid.
Zo worden in de publicatie “Europa en de financiële markten” de oorzaken van de huidige financiële en economische crisis besproken en de rol die Europa daarin heeft gespeeld. Het is een dun boekje van 37 bladzijden dat zo eenvoudig mogelijk voor een groot lezerspubliek is geschreven om de ontstane situatie uit te leggen.
De huidige crisis is in eerste instantie ontstaan door de hypotheekcrisis in de VS die vervolgens banken en hypotheekverstrekkers in grote problemen bracht. Toen Lehman Brothers omviel omdat de overheid in de VS deze bank niet wilde steunen sloeg de crisis over naar Europa en andere delen van de wereld. In veel Westeuropese landen bleken de banken ook veel van deze slechte hypotheken op de balans te hebben staan, die daardoor ook in de problemen kwamen en gesteund moesten worden door de overheid.
Zo ontstond de bankencrisis en als gevolg daarvan ook een landencrisis omdat veel overheden door het geven van de steun aan banken en verzekeraars zelf ook grote schulden moest maken. Zo moesten landen als Griekenland en Ierland ook met enorme bedragen gesteund worden door het Europese Noodfonds. Eenzelfde lot wacht Portugal.
De optelsom van deze ontwikkelingen is dat we daardoor ook een economische crisis hebben gekregen omdat banken weinig geld meer uitlenen en zelf moeten “sparen” en daarnaast overheden weinig geld hebben voor beleid en extra gaan bezuinigen. Daardoor hebben bedrijven en later ook burgers het steeds moeilijker gekregen.
Het IMF schatte de verliezen als gevolg van de crisis over 2008 al op 3,4 en halverwege 2009 al op 12 biljoen dollar. Dat is 20% van de jaarlijkse totale productie van de wereldeconomie.
De International Labor Organisation (ILO) heeft becijferd dat de crisis alleen al in 2009 wereldwijd 27 miljoen mensen hun baan heeft gekost. Het aantal Amerikanen dat in armoede leeft is gestegen van 39,8 naar 43,6 miljoen in 2009. Dat is één op de zeven!
De burger is uiteindelijk de dupe van het casinokapitalisme.
De dieperliggende oorzaak is echter het neoliberale beleid met weinig regels voor en nauwelijks toezicht op financiële instellingen en het opgelegde vrije kapitaalverkeer.
Landen hebben daardoor nauwelijks wettelijke bevoegdheden om schadelijke kapitaalstromen en grondstoffen- of valutaspeculaties tegen te houden. Banken, hedgefondsen en beleggingsfondsen hebben met hun supersnelle computers vrij spel en de mogelijkheid om miljarden aan dollars of Euro’s in fracties van seconden over de hele wereld te verplaatsen en daardoor landen en zelfs hele regio’s in gevaar kunnen brengen. De huidige crisis is zeker niet de eerste. In haar boek De shock doctrine heeft Naomi Klein minutieus meerdere eerdere crises beschreven zoals in Mexico(94/95), Azië (97/98), Argentinië (99-2002) en gebruikt daarbij de term “rampenkapitalisme”.
De financiële handel heeft een omvang van 4.000 miljard dollar per dag, daarvan is slechts 2% gerelateerd aan de “echte” economie (producten en diensten). De winsten op kapitaal zijn vele malen hoger dan de winsten op productieve arbeid. Het financiële verkeer staat dus helemaal niet meer in dienst van de economie en samenleving maar is een eigen leven gaan leiden daardoor geholpen door overheden.
Al in het verdrag van Rome uit 1957, dat de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) bezegelde, stond een bepaling dat “alle beperkingen op het vrije verkeer van kapitaal tussen lidstaten en tussen lidstaten en 3e landen verboden zijn”(63.1).
De echte liberalisering van het kapitaalverkeer kwam pas in de jaren tachtig op gang. Onder druk van de financiële markten en haar sterke lobby kwam de Europese Commissie in 1985 met concrete voorstellen. In 1999 kwam het actieplan voor financiële dienstverlening en dat was ook de hoeksteen van de Lissabonstrategie in 2000.
De meeste economen en politici geloofden heilig in de vrije markt voor producten en financiële diensten omdat vrije concurrentie zou leiden tot de laagste prijzen.
Inmiddels kennen we de gevolgen. Vandaar de hoop dat nieuwe wetgeving een herhaling van dergelijke crises zullen voorkomen. Helaas is dat echter nog steeds niet het geval.
Zo zijn er wel nieuwe toezichthouders gekomen in Europa en de VS , zijn de eigen vermogenseisen voor banken verhoogd en zijn er regels gesteld aan het handelen van hedgefondsen en is goedkeuring vooraf nodig voor nieuwe financiële producten.
De politieke en internationale besluitvorming is echter traag en nog steeds spelen nationale belangen een grote rol. Ten aanzien van het neo-liberale denken, het vrije kapitaalverkeer en de omvang van de financiële sector zien we echter weinig structurele en fundamentele wijzigingen. Zolang dat niet gebeurt is de maatschappij en de burger weer de dupe bij de volgende crisis die zeker zal optreden. Dat kan de ineenstorting zijn van de VS zijn als de dollar valt, een creditcardcrisis of een andere schuldencrisis.
Al met al een lezenswaardig boekje dat de burger flink wakker schudt!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten