maandag 14 maart 2016

Economie. De wereld als één economie.


Studiegroepje Wereldeconomie.
Eind jaren 90 van de vorige eeuw maakte ik deel uit van een kleine groepje dat onder leiding van economieleraar Kim Lapré regelmatig en nauwgezet de economische voordrachten van R.Steiner bestudeerden. Bij toerbeurt gaf een groepslid na bestudering een inleiding van een hoofdstuk  waarna we de bijzonderheden eruit lichtten en met elkaar bespraken. Dat hebben we langere tijd gedaan en achteraf realiseerde ik me pas hoe bijzonder dat was.
Op een doordeweekse dag vanaf acht uur s’ avonds in de lerarenkamer van de Vrije School Brabant aan de Woenselsestraat in Eindhoven, het heiligdom van iedere vrije school,  met een blackbord in de buurt om schema’s te maken of kringlopen te tekenen. Dat een leerkracht dit er zomaar even bij doet, is niet vanzelfsprekend. Het groepje bestond uit Jan Bok, een economieleerkracht van het Luzac college,  verder Aloïs Soppe een economie-docent van de Erasmusuniversiteit,  daarnaast een zelfstandig ondernemer die een eigen drukkerij had (maar waarvan mij de naam is ontschoten) en mijn persoon als universitair docent van de faculteit Bedrijfskunde van de Erasmusuniversiteit te Rotterdam. De deelnemers waren ouders met kinderen op de Vrije School Brabant (VSB). Kim Lapré heeft zelf economie gestudeerd in Rotterdam en heeft later ook voor de vrije middelbare school in Rotterdam gewerkt en bewaarde er kennelijk goede herinneringen aan. In het kleine gezelschap van voornamelijk economen, was ik als bedrijfskundige het minst theoretisch onderlegd op het gebied van de economie. Kim Lapré overleed op 12 oktober 2017 op 81-jarige leeftijd.

Tijdens mijn studie aan de Technische Hogeschool in Eindhoven werd het vak economie gegeven door een vakgroep die deel uitmaakte van Studium Generale  en getentamineerd door middel van volledig geautomatiseerde toetsen.  Je moest je op gezette tijden melden bij een toets lokaal en kreeg dan een batterij multiplechoice vragen. Het ingevulde toets formulier werd na afloop automatisch nagekeken en je kreeg meteen het eindcijfer. In mijn geval was dat meermaals een onvoldoende, omdat ik kennelijk vaak meer interpretaties of alternatieve mogelijkheden zag . Voor mij was het vak economie zeker geen zwart/wit wetenschap, waar je met wiskundige precisie een eenduidige uitkomst kon bepalen. Intuïtief beschouwde ik economie meer als een gedragswetenschap met vele scenario’s. Pas veel later ontdekte ik  dat er in het vakgebied van de economie ook vele stromingen bestaan. Op de Technische Hogeschool en voor de betreffende vakgroep was dat bewustzijn er kennelijk niet. Gelukkig heb ik uiteindelijk toch alle economietoetsen kunnen halen en mijn ingenieursdiploma behaald, al had ik wel een weerzin opgebouwd tegenover het vak.   
Dankzij de begripsvolle benadering van Kim Lapré en ook de cursus macro- economie van Rudolf Steiner is het vak voor mij steeds belangrijker geworden. Steiners’ maatschappijvisie en zeker zijn kijk op de economie, zijn voor mij van grote waarde geworden. Na ruim twee decennia durfde ik zelfs om over de sociale driegeleding een boekje te schrijven  met als titel Trias politica ethica en weer 10 jaar later een tweede boek Solidaire Economie.  

Destijds gebruikten we de Nederlandse versie, uitgegeven als klapper met ringband, van Hesperia uit Rotterdam van 1986. Iedere bladzijde was opgemaakt met twee kolommen, waarbij links de oorspronkelijke Duitse tekst stond en rechts de vertaling. De cursus Wereldeconomie zoals de Nederlandse bundel is gaan heten, bestaat uit 14 voordrachten gegeven door Rudolf Steiner van 24 juli tot 6 augustus 1922 aan een klein groepje economiestudenten in Dornach (Zwitserland).  Verder bevat de bundel ook een uitgebreide bijlage met vragen beantwoordingen. De oorspronkelijke titel van Steiner was Nationalökonomischer Kurs dat je eerder zou vertalen met macro-economie of nationaal-economie. Feitelijk kun je wel stellen dat er sinds de 20e eeuw sprake is van wereldomvattende economische processen.  We halen grond- en hulpstoffen overal vandaan en verwerken ze op allerlei plaatsen en verkopen de eindproducten dan weer over de hele wereld. Geld- , goederen- en handelsstromen zijn wereldomspannend en inderdaad mondiaal. De term wereldeconomie is daarom passend voor onze tijd en Rudolf Steiner wilde daar extra de aandacht op vestigen.   Later had Steiner nog een uitgebreidere cursus willen geven aan “practici uit het economie” waarbij je kunt denken aan ondernemers, handelaren en producenten. Helaas is dat niet meer gelukt door zijn vroege overlijden in 1925 op 64 jarige leeftijd.    

Wat mij persoonlijk ook zeer aansprak in zijn benadering waren de verschillende kringlopen die hij beschreef tussen kapitaal, natuur & arbeid, maar ook tussen geest, arbeid & natuur. Het was organisch, bijna vergelijkbaar met de bloedsomloop in het menselijk lichaam.  
Verder vond ik het vooral interessant omdat hij de economie niet als afzonderlijk vakgebied beschreef, maar juist in samenhang plaatste met de andere maatschappelijke gebieden van het rechtsleven en het geestesleven.  Deze visie heet sociale of maatschappelijke driegeleding. Rudolf Steiner heeft ook aangegeven dat het idee van de driegeleding van de maatschappij ook afgeleid was van de driegeleding van het lichaam.  Deze verbinding van economie met politiek, geesteswetenschap en maatschappijleer is te danken aan Rudolf Steiner. Op een zelfde manier verbond hij economie met bedrijfskunde. Zijn visie op samenwerking in de economie in plaats van concurrentie, van overleg tussen alle economische partijen in plaats van strijd en zijn vorm van associatieve economie is uniek en verhelderend.

Een inbedding van de economie in het geheel van de samenleving is bijzonder belangrijk. Als het evenwicht namelijk verstoord is, heeft dat zeer ongewenste gevolgen. Je zou kunnen zeggen dat wij nu in de 21e eeuw te maken hebben met een overheersing van de economie  over de politiek, het rechtsleven en het overige sociaal maatschappelijke leven. Bij die laatste categorie horen kunst, wetenschap, onderwijs en cultuur.  

Het medio 2017 verschenen tweede boek

Binnen de economische wetenschap is Steiners’ economie een middenweg tussen kapitalisme en communisme. Geen persoonlijk eigendom van de productiefactoren grond en  productiemiddelen (kapitalisme), maar ook geen overheidseigendom zoals bij het communisme. Bedrijven en productiemiddelen zijn van de samenleving, van ons allemaal of anders gezegd zijn “publiek bezit” en niet verhandelbaar. Daarom moet het eigendom van deze economische goederen onteigend of geneutraliseerd worden, bijvoorbeeld via  stichtingen of verenigingen. Enig logisch nadenken en het is volkomen helder dat de voortbrengselen van wetenschap en economie nooit kunnen toebehoren aan personen maar juist van de hele gemeenschap zijn. In de moderne economie is het belangrijkste kenmerk juist dat niemand voor zichzelf werkt, maar per definitie voor een ander. De voor-  middeleeuwse  tijd van zelfverzorging van een klein boertje, die alles zelf maakt en zelf samen met zijn gezin ook verbruikt is definitief en endgültig  voorbij.

Dat Steiner de solidaritieit als belangrijkste principe voor de economie ziet is kristalhelder. In de economie gaat het om het bevredigen van de menselijke behoeften, daarom werken we voor de ander, produceren we goederen en diensten voor de ander dichtbij of ver weg.            We delen de gezamenlijke opbrengsten van de planeet, via economische processen  en dat moet rechtvaardig verdeeld worden en dat noemen we dus solidair.  
boekomslag
De nieuwe uitgave van dit werk van R.Steiner, onder de titel: “Economie. De wereld als één economie”,  bij uitgeverij Nearchus in een gebonden boekwerk  maakt het weer voor vele mensen mogelijk om zich opnieuw te laten inspireren, nadat het jaren niet meer in een Nederlandse vertaling verkrijgbaar was.          

Geen opmerkingen: