maandag 5 januari 2009

Hoe solidair is onze economie?

Onderstaand artikel is gepubliceerd in het tijdschrift Driegonaal, jaargang 30, nummer 5/6 van juni 2009 en ook op de SP website afdeling Eindhoven in de rubriek ingezonden vanaf 14 juli 2009

“The poor pay more”!!

Aan het begin van de vorige eeuw heeft R.Steiner een maatschappijvisie uitgewerkt die hij Sociale Driegeleding noemde.
Broederschap zou daarbij het belangrijkste leidende principe of waarde voor de economie moeten zijn, ook wel solidariteit genoemd.



Dat is eigenlijk heel vanzelfsprekend als je bedenkt dat het in de economie om schaarse goederen gaat waar we heel efficiënt (lees zuinig) en effectief (voor de juiste toepassing of behoefte) mee om moeten gaan. In de bijbel vinden we daar de uitdrukking goed rentmeesterschap voor.
Effectief kun je hierbij ook opvatten in de betekenis dat de hele mensheid behoeften heeft en aanspraak moet kunnen maken op een deel van de productiemiddelen, grondstoffen en geproduceerde producten. Dus niet alleen het rijke westen maar ook alle mensen in ontwikkelingslanden. Dan pas is er sprake van echte broederschap.
De vraag is echter of onze huidige neoliberale, marktgerichte economie daaraan bijdraagt. Als we de berichten in de media van het afgelopen jaar samenvatten dan was er eerst sprake van een hypotheekcrisis, daarna een kredietcrisis en nu crisis in de hele financiële en economische wereld. Juist de financiële markt was de meest liberale markt, zonder veel overheidsbemoeienis en zeker ook falend toezicht.
Solidariteit heeft echter ook nog een andere betekenis en dat zien we terug in het huidige belastingstelsel waarbij de sterkere schouders meer dragen dan de zwakkere schouders. Hoe hoger het inkomen hoe hoger het belastingspercentage.
De hypotheekrenteaftrekregeling was bijvoorbeeld bedoeld om lagere inkomens aan een eigen huis te helpen en dat heeft decennia goed gewerkt. Alexander Pechtold van D’66 bracht bij de laatste algemene beschouwingen in de 2e kamer het voorstel naar voren om de hypotheekrenteaftrek te beperken tot € 500.000. Mensen die zich duurdere huizen kunnen permitteren hebben deze overheidssubsidie zeker niet nodig.
Een juiste stap dus om het belastingstelsel nog meer solidair te maken.
Zo gaan er tegenwoordig ook stemmen op om de premies voor de basisverzekering
voor ziektekosten inkomensafhankelijk te maken en daarmee zou de solidariteit nog verder in ere worden hersteld. Die solidariteit bestond er ook al in een andere vorm. Iedereen betaalt namelijk premie en uit de totale pot worden de ziektekosten betaald van mensen die gebruik van de gezondheidszorg (moeten) maken.
De premies voor een aantal sociale verzekeringen treffen de lagere inkomens echter zwaarder dan de hogere inkomens. De premies voor de werknemersverzekeringen WAO, WW en ZVW (zorgverzekeringswet) worden geheven tot een bepaald maximum premieloon (€ 46.204,83/jaar in 2008). Hogere inkomens betalen dus relatief veel minder. Helaas dus een omgekeerde solidariteit, die bovendien onrechtvaardig is. Het is alsof lagere inkomensgroepen meer gebruik maken van deze sociale verzekeringen en daarom meer moeten betalen.

Niet alleen in politieke kwesties als belastingen en sociale wetgeving, maar juist ook in de economie zou solidariteit het uitgangspunt moeten zijn. Armere mensen zouden misschien zelfs lagere prijzen moeten betalen dan de rijkeren maar op zijn minst gelijke prijzen. Zijn daar ook voorbeelden van?
In de bankwereld niet, want wie meer spaargeld opzij kan leggen krijgt een hoger rentepercentage dan de kleine spaarder.
In de energiemarkt ook niet, zo bleek uit de nieuwe folder van mijn energie-leverancier. Juist de kleinverbruiker betaalt een hoger tarief dan de grootverbruiker. Dat heet dan zakelijk tarief, maar sommigen noemen het ook verkapte economische overheidssteun.
Op de hypotheekmarkt, zo heeft de recente geschiedenis in de VS laten zien, geldt dat kleine (risicovolle) hypotheken zijn afgesloten voor de laagste inkomensgroepen , maar wel met hogere tarieven. Voor de nu in ontwikkelingslanden verstrekte micro-kredieten geldt ook een veel hoger rentepercentage dan op doorsnee zakelijke kredieten. Zelfs de Triodosbank hanteert voor microkredieten rentepercentages van 25% of meer en dat is zelfs veel meer dan de rente op het consumptieve krediet, of een persoonlijke lening die iedere Nederlander boven de 18 kan krijgen (nu maximaal 18% rente). Dat soort gemakkelijk te verkrijgen leningen brengt ook al heel wat burgers in schuldproblemen en vandaar dat het huidige kabinet de criteria wil aanscherpen en de registratie (Bureau Krediet Registratie) verbeteren.
Het kan niet anders of je moet constateren dat de armen méér in plaats van minder betalen! Dat is asociaal en al zeker niet solidair.
Hypotheekbanken legitimeren dat door te stellen dat behalve de administratieve last de kleinere hypotheken ook meer risico’s met zich mee brengen. De laagste inkomensgroepen met een zwakke maatschappelijke positie zouden eerder werkeloos kunnen worden, of ziek worden, of eerder scheiden waardoor de rentelasten niet meer opgebracht kunnen worden en het huis per opbod verkocht moet worden. Dat mag statistisch gezien wel waar zijn,  maar een villa is echter veel minder courant (verhandelbaar) dan een gewoon rijtjeshuis en dus zijn de risico’s beperkt.
De opgedane ervaring met microkredieten heeft inmiddels ook aangetoond dat de kleine leners (en zeker de vrouwelijke deelnemers) zeer kredietwaardig en het meest betrouwbaar zijn. In meer dan 90% van de gevallen wordt de lening plus rente geheel terugbetaald. Dat is een veel hoger percentage dan bij alle andere zakelijke kredieten. De kleine ondernemers zouden dus juist een lagere rente moeten betalen. De lagere inkomensgroepen zouden op zijn minst gelijk behandeld moeten worden.
Dat zou pas eerlijk, rechtvaardig en solidair zijn!

Geen opmerkingen: